Plenair Teunissen bij voortzetting behandeling Omgevingswet



Verslag van de vergadering van 15 maart 2016 (2015/2016 nr. 23)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.05 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter. Ik dank de minister voor haar uitgebreide antwoorden. Over de mate van inhoud blijft mijn fractie het echter oneens met haar. Na deze lege wet spreken we straks over een overvolle invoeringswet en een karrenvracht aan AMvB's. Je hoeft geen helderziende te zijn om te zien dat die straks met stoom en kokend water door dit huis gejaagd zullen worden. Dat zijn uitersten die wat mijn fractie betreft niet zouden moeten passeren. Meer dan eens zijn hier de bezwaren tegen het regeren bij AMvB aan de orde gesteld, maar de regering lijkt er niet ontvankelijk voor, evenmin als de mogelijke toekomstige coalitiepartners, die ook in milde afwachting kijken naar de kaderwet en wat die in een later stadium kan brengen. Dit is een wet waar elke toekomstige coalitie nog alle kanten mee uit kan. Eigenlijk is het verontrustend dat een van de grootste wetgevingsoperaties uit de Nederlandse geschiedenis hier zo soepeltjes, bij gebrek aan inhoud, gemakkelijk door de Kamer geloodst wordt.

De minister spreekt geruststellende woorden: bezwaar- en beroepmogelijkheden zijn niet aan wezenlijke veranderingen onderhevig; het is een groeimodel waar we samen wel uit zullen komen en er zijn voor- en nahangprocedures, alsof het kabinet die zelf verzonnen zou hebben, hetgeen natuurlijk niet het geval is. Het kabinet had het liever zonder gedaan. Belangrijke normen horen wat de Partij voor de Dieren betreft in de wet te worden vastgelegd. De collega's Bikker en Vos hebben daar ook voor gepleit, maar de meerderheid van deze Kamer lijkt zich neer te leggen bij de gedachte dat deze grote wetgevingsoperatie ook zonder intensieve parlementaire invloed kan. "Decentraal, tenzij" betekent de facto het over de schutting gooien van bevoegdheden naar lagere overheden, zonder extra middelen. Nu is het al zo dat lokale overheden zich verschuilen achter achtergrondwaarden, waarmee ze zelf niet handelend hoeven op te treden. De gemeente Den Haag zegt bijvoorbeeld weinig te kunnen doen aan het terugdringen van fijnstof, omdat de achtergrondconcentratie van onder andere Rotterdam en de snelwegen in de directe omgeving buiten de invloedsfeer van de gemeente liggen en niet te compenseren zijn. Samenwerking voor luchtkwaliteit tussen gemeenten is natuurlijk een goed streven, maar indien het misgaat is er een nationaal wettelijk vangnet nodig. Dat geldt ook voor andere normen.

Concluderend, de Partij voor de Dieren vreest dat deze wetgevingsoperatie beschermingsniveaus van belangrijke kwetsbare waarden degradeert tot het minimum en buiten de directe invloedsfeer van het parlement brengt. Wij betreuren dat zeer.