Plenair Bikker bij voortzetting behandeling Huis voor klokkenluiders



Verslag van de vergadering van 9 februari 2016 (2015/2016 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.33 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik dank de indieners en in het bijzonder de heer Van Raak voor de beantwoording. Zijn collega's hebben hem daarbij vast ondersteund. Ook dank ik de minister voor de beantwoording. Ik loop graag een aantal punten kort langs.

De voorzitter:

U hebt drie minuten.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ja, daarom ga ik als de brandweer, al is dit geen parlementaire tekst. Ik zal snelheid maken.

De ChristenUnie heeft allereerst benadrukt dat de toekomst van het Huis voor klokkenluiders in haar ogen een ijkpunt is in het traject waarin al heel veel is gebeurd om klokkenluiders te helpen. Adviespunten zijn ingericht. Tegelijkertijd draait het ook om de cultuur in organisaties. Ik vind het belangrijk dat we ook op dat aspect blijven letten. We moeten niet als de wet er is, denken dat het verder wel prima op orde is. Ik vraag de minister om de toezegging dat hij dit wil betrekken bij de evaluatie.

Ik dank de indieners voor de toezegging dat er een modelprocedure komt voor organisaties die uit minder dan 50 werkzame personen bestaan. Dat lijkt me zinnig.

Over de benadelingsregeling en de definitie van de positie van de werknemer is al veel gezegd door collega's. Ik heb uit de memorie van antwoord aan onze fractie begrepen dat er verminderde rechtsbescherming is voor de categorieën zzp'ers, vrijwilligers en anderen. Dat betreur ik. De indieners hebben gezegd dat dit wel terugkomt bij de evaluatie. Ik vrees echter dat we dan al een paar blauwe neuzen en ogen gezien hebben. Ik vraag de minister daarom om dit scherp in het oog te houden, zodat we niet vijf jaar hoeven te wachten als we zeker weten dat het eigenlijk gewoon anders moet. Ik vraag hem een toezegging te doen op dit punt.

Ik kom op de beleidsmatige verantwoording. De minister is daar weggehouden omdat het een zbo is. Ik heb de indiener nog niet horen ingaan op de vraag hoe hij de Tweede Kamer daarin haar rol ziet nemen.

Wat betreft de scheiding tussen de afdeling advies en onderzoek sluit ik me aan bij de woorden van collega De Graaf.

Mijn laatste punt gaat over de overlap met toezichthoudende organen, de inspecties en in het bijzonder het Openbaar Ministerie. Mijn fractie constateert dat er nog steeds een spanningsveld is dat niet wordt weggenomen in dit wetsvoorstel. Ik denk met name aan het nemo-teneturbeginsel: iemand mag niet zichzelf beschuldigen en mag daar ook niet aan meewerken. Dat blijft bestaan bij dit wetsvoorstel. Dat vindt mijn fractie heel erg lastig. Het is weggenomen bij de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid, uiteraard met een ander perspectief, want daar gaat het om veiligheid. Echter, als wij klokkenluiders willen beschermen en willen dat zij de klok daadwerkelijk durven luiden, zal hiervoor een oplossing gevonden moeten worden. Ik vraag op dat punt echt om een goede reflectie, zowel van de indiener als van de minister van Binnenlandse Zaken. Ik hoop dat uit die reflectie nog een wijs idee voortkomt om dit te repareren in de wet.

De voorzitter:

U bent inderdaad precies binnen uw drie minuten spreektijd gebleven. Ik ben ook blij dat u het over het nemo-teneturbeginsel hebt gehad, want daar gaat het namelijk de hele tijd over.