Plenair Bikker bij behandeling Begroting Veiligheid en Justitie



Verslag van de vergadering van 15 december 2015 (2015/2016 nr. 13)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 11.21 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Voorzitter. Het eerste lustrum was dit jaar een feit: het ministerie van Veiligheid en Justitie bestond vijf jaar. Het ministerie startte met grote pretenties en met als terugkerend thema "crime fighting". Maar ondertussen werd er bezuinigd, vielen er gaten bij rechtspraak, politie en justitie en kwamen de berichten van een gebrek aan handhavers en rechercheurs. Veiligheid werd in het beeld vooropgezet en helaas kwam dat de rechtsstaat niet ten goede. Vandaag bespreken we de begroting van dit ministerie. Het is tijd om schoon schip te maken en te kijken naar het echte ministerie van Veiligheid en Justitie, in plaats van het door de opeenvolgende kabinetten-Rutte gewenste ministerie.

Er is ook een andere reden waarom deze begrotingsbehandeling voor mijn fractie belangrijk is. We hebben de afgelopen weken stil moeten staan bij de gruwelijke gebeurtenissen in Parijs en ondenkbare terroristische misdaden elders in de wereld. Ze staan op ons netvlies gebrand. Het zijn onzekere tijden, waarin het erop aankomt dat onze rechtsstaat robuust is en gehandhaafd wordt. Dat maakt des te meer dat de begroting van dit ministerie zich in de brandhaard van de actualiteit bevindt.

Het is daarom goed dat er inmiddels een gewijzigd begrotingsvoorstel ligt. Er is een hele rij aan zorgen: de verschillende incidenten en de daarop volgende onderzoeksrapporten, de herijking van de Nationale Politie, de tekorten bij de rechtspraak, het Openbaar Ministerie en de reclassering, de cijfers die de realiteit van het aantal vluchtelingen miskennen en daarmee ook weer een opmaat vormen voor te verwachten tekorten bij het COA en de IND. Om al deze zorgen blijft mijn fractie de oorspronkelijke Prinsjesdagbegroting van dit ministerie wonderlijk vinden. Hoe kon de minister denken dat daarmee een antwoord werd gegeven op de opgaven voor 2016? Waarom was de stevigere analyse van de problemen niet eerder beschikbaar? Is dat een vorm van wensdenken geweest? Of was dat echt gebaseerd op modellen die gehanteerd worden binnen het ministerie om tot een begroting te komen? En wat zegt dat dan over de begrotingssystematiek? Graag hoor ik een reflectie hierop.

We kunnen zeggen dat de herinrichting van het ministerie van Justitie niet goed heeft uitgepakt. Het ministerie van Veiligheid en Justitie weet zich geconfronteerd met problemen van bestuurbaarheid en een moeizaam functionerende strafrechtketen. Mijn fractie heeft bovendien meermalen gewezen op het rechtsstatelijk argument dat het wenselijk is om te zorgen voor een scheiding van machten en van checks-and-balances. Dat heeft deze Kamer trouwens ook in meerderheid uitgesproken in de motie-De Graaf. Het ministerie is een te grote samenklontering. Het beheer van de politie moet terug naar Binnenlandse Zaken. Tot mijn vreugde deelt inmiddels ook de grootste partij in ons midden, de VVD, deze analyse. Ik vraag de minister juist ook daarom of hij de voorbereiding van het herstel van de checks-and-balances en het terugbrengen van het beheer van de politie naar het ministerie van Binnenlandse Zaken al ter hand heeft genomen. Graag hoor ik hoe hij de Kamer over de vorderingen informeert.

Ik hoop dus dat de minister de voorbereidingen al ter hand heeft genomen. Ik wil hem ook complimenteren met het feit dat hij de waarschuwingen in deze Kamer over de houdbaarheid van zijn begroting kordaat heeft opgepakt. De begroting biedt het begin van een oplossing voor de politie, de rechtbanken, het OM en de reclassering. Tegelijk valt echter op dat in de analyse van de problemen eigenlijk alleen de opsomming staat die reeds in de weken hiervoor in de kranten is vermeld. Is daarmee nu alles boven water? Is het crisismanagement inmiddels op orde? Of wordt richting de Voorjaarsnota, of eventueel de Begroting 2017, nog een spade dieper gestoken? Hoe informeert hij de Kamer hierover?

Zoals gezegd waardeert mijn fractie de inzet van de minister om op de meest knellende punten extra te investeren en wetsvoorstellen met onvoldoende draagvlak terug te trekken. Maar zowel ten aanzien van de investeringen als de daarbij gevonden dekking, leven vragen.

Het heeft de fractie van de ChristenUnie zeer verbaasd dat de grote vluchtelingenproblematiek geen vertaling vond in de begroting. In het voorliggende voorstel is dat voor 2016 wel het geval. Maar dat is dan ook alleen voor 2016. Graag ontvangen wij daarom een nadere toelichting op deze keuze. En waarom kiest het kabinet ervoor om elk jaar op een andere manier de eerstejaarsopvang van asielzoekers te bekostigen?

Daarnaast valt op dat de middelen die de Europese Unie beschikbaar heeft gesteld voor de herverdeling van vluchtelingen, worden aangewend. Dat is zeer legitiem, als Nederland zich ook aan de afspraken houdt. Kan de staatssecretaris een actueel beeld geven? Wat is zijn streven voor 2016? Neemt Nederland de gehele afspraak dan voor zijn rekening? Een ander belangrijk onderdeel in deze dekking is een kasschuif. Dat is een hap uit de toekomst, terwijl al conservatief is geraamd wat betreft de instroom van asielzoekers. Mijn fractie vreest dat we hier de tekorten van het toekomstige kabinet accorderen. Kan inzichtelijk worden gemaakt welke gevolgen de kasschuif heeft en hoe dit in de komende jaren haalbaar is?

De Najaarsnota sprak nog over een extra investering voor de IND, het COA en gemeenten. Maar er zijn meer betrokkenen. Ik denk aan de politie en het door meerdere collega's al opgemerkte tekort van 10 miljoen. Ik denk aan onderwijs en hulpverlening. Is hier rekening mee gehouden? Hoe komt dat voor wat betreft de politie tot uitdrukking in de begroting? Of krijgen we dat op een later moment terug en ten koste waarvan is dat dan? De ChristenUnie heeft veel waardering voor de inzet van de staatssecretaris om op korte termijn adequate opvang te bieden binnen de mogelijkheden die er zijn. Maar wij moeten ook onderkennen dat dit probleem langer zal duren. Er zijn bijvoorbeeld getraumatiseerde kinderen die nu nog te vaak moeten verhuizen en te laat onderwijs of hulp krijgen. Dat moet anders. Ik vraag de staatssecretaris om alles op alles te zetten om dit zo snel mogelijk te veranderen. Wat is zijn streven? Mevrouw Strik sprak al over andere vormen die bijdragen aan integratie, bijvoorbeeld taallessen. Ik sluit mij daarbij aan.

Ik kom op de rechtspraak. Het kraakt en het piept. De zeven rechtbanken blijven open, maar voor de ChristenUnie-fractie telt hierbij wel de onderliggende overweging, namelijk de toegang tot het recht en de nabijheid van de rechtspraak. Dat vinden wij belangrijk. Houdt de minister bij zijn voorstel in het voorjaar vast aan het locatiebeleid zoals afgesproken bij de Wet herziening gerechtelijke kaart en aan de gedachte daarachter? Voordat nieuwe keuzes worden gemaakt, zou mijn fractie trouwens eerst een evaluatie van deze wet wensen, ook omdat daarmee een kwaliteitsverbetering werd beoogd. Ik ontvang graag een toezegging.

Over KEI hebben meerdere collega's gesproken, dus dat sla ik even over, maar ik sluit mij wel aan bij hun bezorgde vragen. Ik vraag de minister overall of hij ervan overtuigd is dat met de huidige maatregelen en de oplossingen die hij voor ogen heeft bij de Voorjaarsnota, de rechtspraak definitief uit de rode cijfers is. Ik ontvang graag een duidelijk antwoord.

Het klonk zo goed toen in november bekend werd dat 250 miljoen structureel en 310 miljoen voor het komende jaar extra zou worden gestoken in de aanpak van de problemen van dit ministerie. Maar nadere bestudering levert op dat de dekking van die miljoenen op veel punten rammelt: een kasschuif, geld van andere ministeries maar nog niet concreet gemaakt hoe en wat, middelen van het Rijksvastgoedbedrijf zonder inzicht wat de gevolgen daarvan zijn. Dat alleen al geeft een rommelig beeld. Ten aanzien van de geraamde opbrengst bij de schikkingen houdt mijn fractie moeite, omdat dit nooit het eerst beoogde einddoel kan zijn indien Justitie start met vervolging van verdachten. Nu heeft de minister met de minister van Financiën een constructie bedacht waarmee de rechtsstatelijke bezwaren ondervangen zouden moeten zijn. Dan blijven echter de financiële bezwaren staan. Voorheen kreeg het ministerie de hele opbrengst aan het einde van het jaar. Die meevaller valt weg en kan dus ook niet worden ingezet voor incidentele tegenvallers die er elk jaar wel waren. Het ministerie zit met deze maatregel nog krapper in zijn jasje en alleen op de begroting lijkt er meer ruimte te zijn. Hoe vangt de minister toekomstige tegenvallers op? Zijn daar afspraken over? Is dit, gezien de grote recente schikkingen, niet eigenlijk gewoon een heel lucratieve afspraak voor het ministerie van Financiën? Ik hoor het graag.

Het verdienmodel bij de intensivering van fraudebestrijding, €1 investeren levert €4 op, wordt bij het CPB bij het samenstellen van het verkiezingsprogramma nooit goedgekeurd. Wij vonden het wel een tip, maar tot nu toe is het nooit gelukt. Het is gewoon €1 investeren en €1 opbrengst. Staat het ministerie van Financiën hier ook garant voor? Is het dekkingsvoorstel van de aanpassingen op de begroting al doorgerekend door het CPB? Al met al zijn de dekkingsvoorstellen erg dun en een punt van zorg voor mijn fractie. Ik zie uit naar een reactie van de minister op de verschillende onderdelen. Wij weten dat een gedeelte bij de Voorjaarsnota weer terugkomt, maar wij hebben dan echt meer stevigheid nodig om te bezien of deze dekking haalbaar is en in de toekomst niet tot onoverkomelijke bezwaren leidt.

Ten slotte een heel ander onderwerp. In mijn periode als raadslid in Utrecht heb ik gezien hoezeer het een gemis is dat er nog steeds geen Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche is. Dat proces duurt nu al jaren. Ik ken de rol van deze Kamer, maar ik weet ook dat het wetgevingsproces sindsdien heel langzaam verloopt. Daar zijn allerlei redenen voor, maar kan de minister toezeggen dat hij alles op alles zet om deze wet in 2016 de Staten-Generaal te laten passeren of in ieder geval door de Staten-Generaal te laten behandelen?

Het zijn woelige tijden voor het ministerie van Veiligheid en Justitie en ik vrees dat die voorlopig nog niet voorbij zijn. Het is goed om te zien dat de bewindslieden zich inspannen voor een verbetering van de begroting. Onwillekeurig vraag je je af: wat kost het brengen van recht, wat kost het brengen van gerechtigheid, het vinden van rechtsherstel, het brengen van barmhartigheid voor hen die bijvoorbeeld vanwege oorlogsgeweld op de vlucht zijn geraakt? Dat zijn onmogelijke vragen die niet met een financiële optelsom te beantwoorden zijn. Toch is deze behandeling van de Justitiebegroting een poging, in het besef dat het nu gaat om de getallen, maar uiteindelijk draait om het brengen van recht. Dat kan alleen door de tomeloze inzet van allen die het recht dienen, ook hier op straat: de politie, de rechtspraak, het OM en de reclassering.

Tot slot een hartenkreet. Het brengen van gerechtigheid heeft een prijs die niet eindeloos naar beneden bijgesteld kan worden. Ik zie deze nota van wijziging als een opmaat naar een nieuwe versterking van de rechtsstaat. Ik wens de bewindslieden daarom ook in het komend jaar veel wijsheid toe en zie uit naar de beantwoording.