Plenair Ester bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 17 november 2015 (2015/2016 nr. 8)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 23.10 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ester i (ChristenUnie):

Voorzitter. We kijken terug op een lang en intensief debat. Dat was ook nodig. Mijn fractie dankt de minister en de staatssecretaris voor de beantwoording van onze vragen. Ook veel dank aan de ambtenaren, die tot op dit late uur beide bewindslieden ondersteunen. Ik heb daar altijd heel veel respect voor. Gelukwensen voor mevrouw Teunissen en de heer Van Rooijen in verband met hun maidenspeeches.

De Nederlandse economie staat er beter voor. Dat stemt tot dankbaarheid. We zijn er echter nog lang niet. De CBS-cijfers van vorige week lieten dit nog eens zien. De internationale context is hoogst onzeker, de ontwikkelingen in China zullen ons raken, de Griekse crisis dreigt weer op te spelen en de impact van het vluchtelingenprobleem gaat niet aan ons voorbij. We zullen ook gewoon de portemonnee moeten trekken. Daar zijn we overigens ook rijk genoeg voor. Mijn fractie pleit ervoor dat er een structurele voorziening komt voor de opvang, zodat er niet jaar in jaar uit incidentele voorzieningen getroffen hoeven worden. Tegelijkertijd benadrukken wij dat dit zeker niet ten koste moet gaan van reguliere posten op de begroting van Ontwikkelingssamenwerking. Ik refereer nog maar even aan de motie-Slob.

De terreuraanslagen in Parijs confronteren ons volop met de vraag of we wel genoeg geld uittrekken voor onze veiligheid en defensie. Hebben we onze instituties wat dat betreft wel financieel op orde? Ook hier kunnen we niet langer volstaan met wat incidentele aanpassingen. Mijn fractie pleit dan ook voor een grondige evaluatie van de huidige begrotingsinspanningen en, waar nodig, het treffen van extra voorzieningen om onze veiligheidsinfrastructuur op peil te houden.

Er is vandaag veel gesproken over vergroening. Mijn fractie meent dat Nederland veel meer zaak moet maken van de vergroening van onze economie. Dat gaat te langzaam en ook met te weinig ambitie. De Miljoennota ademt bepaald niet de sense of urgency uit die bij deze hervormingsopdracht hoort. Vergroening, de transitie naar een CO2-emissiearme energievoorziening en een circulaire economie moeten naar de smaak en het oordeel van mijn fractie veel voortvarender ter hand worden genomen. Hopelijk geeft de internationale klimaatconventie later deze maand in Parijs daar een belangrijke impuls voor. De staatssecretaris excelleert in verbale acrobatiek om te mopperen op de inzet van fiscaliteit voor de vergroening van onze economie, maar hij komt toch niet echt uit zijn instrumentalistische cocon. We willen hem uitdagen om hierbij veel creatiever te zijn. Als bepaalde instrumenten de fiscaliteit niet helpen om vergroening te bewerkstelligen, dan moet hij simpelweg naar meer effectieve instrumenten zoeken.

De aantrekkende economie verplicht ons om bevolkingsgroepen op rechtvaardige wijze te laten delen in het herstel. Daar is de fractie van de ChristenUnie bepaald niet gerust op. Ik verwijs naar het politieke gehannes vorige week rond de bespreking van het Belastingplan. Eenverdieners, chronisch zieken en gehandicapten, kwetsbare gezinnen kortom blijven achter. Voor mijn fractie is dat een aangelegen punt in de beoordeling van het Belastingplan en of we daar steun aan kunnen geven, inclusief het door mij net genoemde onderwerp van de vergroening. Het zuur van de crisis was ongelijk verdeeld, maar dat dreigt nu ook een beetje voor het zoet van het herstel.

Bij ons debat volgende maand over het Belastingplan zal deze kwestie volop terugkomen. Wij verwachten, althans, we hopen hier een veel scherpere inhoudelijke regie van het kabinet. Regeren is meer dan het tegen elkaar laten opbieden van Kamerfracties, waarvan de uitkomsten al dan niet worden afgezegeld door het Centraal Planbureau. Ook fiscaal beleid behoeft visie.

Naar aanleiding van onze discussie over fiscaliteit en huishoudensvorm vraag ik de staatssecretaris om wat eerste gedachten op papier te zetten ter voorbereiding van ons debat over het Belastingplan. We verwachten geen uitvoerige bijdrage maar wel een eerste intelligente aftrap van het issue waar we het over hebben.

Mijn fractie is zeer bezorgd over de omvang van de werkloosheid in Nederland. Het valt de ChristenUnie moeilijk woorden als economisch herstel en economisch optimisme in de mond te nemen in de wetenschap dat 600.000 Nederlanders werkloos zijn. Wat vooral zorgen baart, is de omvang van de groep langdurig werklozen, mensen die langer dan een jaar werkloos zijn. Dat is op dit moment bijna de helft van het aantal werklozen. Zeker voor ouderen onder hen is die situatie weinig hoopgevend. Dat is in de ogen van mijn fractie, en ook vandaag in de ogen van vele andere fracties, niet acceptabel. Het verlichten van de lasten op arbeid, hoe belangrijk ook, zal hier onvoldoende soelaas bieden, zo vreest mijn fractie.

Mijn fractie roept het kabinet op om hier veel meer uit de kast te halen. Wij kunnen het ons niet permitteren dat een zo grote groep zo lang zonder perspectief blijft. De overheid kan dat niet alleen, dat realiseren wij ons zeer wel. Sociale partners, werkgevers en werknemers zijn hierbij onmisbaar.

De voorzitter:

Houdt u de tijd een beetje in de gaten, mijnheer Ester?

De heer Ester (ChristenUnie):

Mijn fractie dient daarom ter afsluiting de volgende motie in. U wordt op uw wenken bediend, voorzitter.

De voorzitter:

Door de leden Ester, Hoekstra, Van Apeldoorn, Vos, Van Rooijen, Ten Hoeve, Rinnooy Kan, Koffeman, Teunissen en Schalk wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in Nederland circa 600.000 mensen werkloos zijn;

constaterende dat ruim vier op de tien werklozen langdurig werkloos zijn;

overwegende dat het arbeidsmarktperspectief van langdurig werklozen zorgwekkend is;

verzoekt de regering, de Sociaal-Economische Raad te vragen om een advies over de arbeidsmarktpositie van langdurig werklozen;

verzoekt de regering voorts om op basis van dit advies met voorstellen te komen hoe de arbeidsmarktpositie van langdurig werklozen te verbeteren, en de Kamer daarover voor de zomer van 2016 te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter R (34300).