Plenair Kuiper bij voortzetting behandeling Wet maatschappelijke ondersteuning 2015



Verslag van de vergadering van 8 juli 2014 (2013/2014 nr. 38)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.57 uur


De heer Kuiper i (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn fractie kijkt terug op een heel goed en grondig debat. Wij danken de staatssecretaris en ook de minister voor de wijze waarop zij de vragen van de Kamer hebben beantwoord. Het was wat mijn fractie betreft echt een overtuigend optreden van de staatssecretaris die deze transitie draagt, daar dichtbij staat, precies weet waarover hij het heeft en ook bij de uitvoering heel nauw betrokken wil zijn. Dat geeft ons veel vertrouwen in dit hele traject, in de transitie en in de nieuwe Wmo. Er zijn risico's. Dat verbloemt de staatssecretaris ook niet. Wij hebben dat in dit debat ook niet verbloemd. Die zijn er en liggen onder meer in het tempo. Dat deze staatssecretaris er op deze manier achter staat, geeft ons als fractie veel vertrouwen. Wij beseffen ook dat een besluit om nu uit te stellen eigenlijk niet het antwoord is, zelfs niet op de risico's die we lopen met het tempo en de snelheid die nu gemaakt moet worden. We zouden de boel echt in de war schoppen als we nu zouden uitstellen. Ook dat is een verantwoordelijkheid die we hierbij moeten betrekken.

We zijn inderdaad met een grote transitie bezig. Het gaat daarbij om nieuw denken over de samenleving. Mijn fractie wil daar helemaal achter gaan staan. In dit debat komen verschillende beelden over de samenleving naar voren. Ik noem het maar even de beelden van de staatsdenkers en van de gemeenschapsdenkers. Volgens staatsdenkers moet er toch nog wel heel veel door de overheid gebeuren. Ik meende dat zojuist ook weer te beluisteren in het betoog van de heer Thissen. Gemeenschapsdenkers denken vanuit de verantwoordelijkheden die mensen zelf hebben, ook voor hun persoonlijke situatie en ja, zelfs voor hun gezondheidssituatie.

Mijn fractie steunt dus deze ontwikkeling, inderdaad niet zonder zorgen, maar wel met vertrouwen. Veranderen moet je ook durven. Het helpt daarbij niet om alleen maar het bestaande te verdedigen. Als we de stappen moeten zetten, dan moeten we ze zetten.

Er valt nog veel te zeggen, maar ik wil niet in de breedte van de details treden. Ik wil nog een enkel punt noemen. In de eerste plaats wil ik nog ingaan op de positie van cliënten, van burgers. Die positie is natuurlijk belangrijk, ook straks bij de behandeling van de grote wet over de langdurige zorg. Er is gesproken over zorgverzekeraars en over zorgaanbieders, maar hoe sterk is de positie van cliënten, dus van burgers die een zorgvraag hebben en een maatwerkvoorziening nodig hebben? Er is gesproken over adviescommissies die er in sommige gemeenten wel zijn en in andere niet. Dat hangt ook af van de vraag hoe gemeenten dit vormgeven. Toch lijken die adviescommissies mij belangrijke instrumenten te zijn. Ik heb het idee dat de staatssecretaris wel sympathie heeft voor het idee dat in gemeenten zo'n onafhankelijke adviescommissie ontstaat. Zo'n commissie zou gemeenten ook kunnen helpen als er sprake is van bezwaar en beroep. Dit zou ook belangrijk kunnen zijn omdat dit een gang naar de bestuursrechter zou kunnen voorkomen. Zo'n commissie zou in de lokale setting al veel kunnen afvangen. Bovendien kan het veel kennis opleveren over de vraag hoe burgers omgaan met hun recht en hoe ze daarmee naar de gemeenten toe stappen.

We komen aan het einde van dit debat en van de behandeling van wetten over grote hervormingen, wetten die mede door de steun van de ChristenUnie tot stand zijn gekomen. Daarover zijn gisteravond ook een aantal opmerkingen gemaakt. Het was al laat. Laat ik zeggen dat we allemaal ook wel aan vakantie toe zijn. Toch vond ik de opmerking van de heer Koffeman wel wat … Laat ik zeggen dat ik me heb gestoord aan zijn opmerking over "het op een akkoordje gooien". Wij hebben het over wetten die gaan over grote hervormingen. Ik denk dat de heer Koffeman ervan mag uitgaan dat die wetten niet tot stand komen doordat fracties het samen maar "op een akkoordje gooien". De inhoud van die wetten en hervormingen is het waard om er grondig naar te kijken. Gaat u er maar van uit, mijnheer Koffeman, dat ook wij dat doen.

De heer Koffeman i (PvdD):

Het kan toch ook de heer Kuiper niet ontgaan zijn dat er tal van politieke analyses zijn losgelaten op het zorgakkoord dat in de Tweede Kamer werd gesloten? In de dagbladen was iedereen het erover eens dat er in de Tweede Kamer een akkoord was gesloten waaraan ook de fracties in de Eerste Kamer zich gebonden zouden voelen. Iedereen ging er dus van uit dat de Eerste Kamer mee zou gaan in het politieke akkoord dat aan de overkant is gesloten. Men is het er ook over eens dat de Eerste Kamer daarmee zijn onafhankelijke taak van toetsing behoorlijk in de waagschaal stelt. Volgens mij zou de heer Kuipers daarover beter iets kunnen zeggen dan over het feit dat ik het akkoord heb omschreven als "het op een akkoordje gooien".

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Ja, maar ik ben het ook grondig oneens met wat de heer Koffeman gisteravond heeft gezegd. Ik heb dat in deze Kamer ook al bij tal van gelegenheden gezegd, bijvoorbeeld bij de algemene beschouwingen in het najaar. Toen heb ik uitvoerig stilgestaan bij de vraag wat de huidige politieke verhoudingen betekenen voor fracties in de Eerste Kamer. Er zijn regeerakkoorden. Die werpen ook hun politieke schaduw over de Eerste Kamer. Regeerakkoorden worden aan de overkant vastgesteld, niet hier in de Eerste Kamer. De akkoorden die we nu sluiten, worden aan de overkant vastgesteld. Daar wordt onderhandeld en ze werpen inderdaad hun politieke schaduw over het werk in deze Kamer. Dat is voor mij principieel niet anders; ik heb dat al tien keer uitgelegd. Het is niet zo dat wij het maar op een akkoordje gooien. Er worden inderdaad afspraken gemaakt, maar ik heb altijd gezegd dat wij hier een eigen toetsing uitvoeren en daar hecht ik aan. Ik kan voorbeelden geven waarin we dat hebben gedaan op een manier die helemaal niet in verhouding staat tot uw woorden als "op een akkoordje gooien" en "we hoeven hier geen debat meer te voeren." We hebben nu een prachtig inhoudelijk rijk debat gevoerd, waarin op allerlei punten toezeggingen zijn gedaan. We hebben het debat echt nodig, ook in deze Kamer. U mag ervan uitgaan dat ook mijn fractie dan opnieuw kijkt — ik heb op mijn Kamerbankje een dikke stapel liggen — naar alles wat er gebeurt. Dát is de rol van de Eerste Kamer. Die was er en die is er ook onder het huidige politieke gesternte.

De voorzitter:

Mijnheer Koffeman, tot slot.

De heer Koffeman (PvdD):

Ik moet toch vaststellen dat ook collega Kuiper hiermee duiding geeft aan het feit dat de Eerste Kamer wel degelijk politieker geworden is door de huidige samenstelling van Tweede en Eerste Kamer en de coalitievorming, wat je niet los mag zien van de toetsing zoals we die hier gewend zijn te doen. Uw weging daarvan is de uwe, zoals de mijne aan mij toebehoort.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Deze Kamer is altijd politiek geweest; dat is nu niet anders. Deze Kamer heeft ook altijd geleerd om een eigen rol in te nemen, met enige zelfbeperking, erkennend dat het politieke primaat aan de andere kant ligt en dat dat een bepaalde invulling betekent van onze rol als parlementariërs hier. Daar houd ik me aan. Ik probeer dat naar eer en geweten in te vullen. Maar zegt u dan niet dat hier geen debat meer hoeft te worden gevoerd, omdat wij het even op een akkoordje hebben gegooid. Daar heb ik me aan gestoord.