Plenair Nagel bij behandeling Initiatiefvoorstel correctief referendum



Verslag van de vergadering van 8 april 2014 (2013/2014 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.26 uur


De heer Nagel i (50PLUS):

Voorzitter. Ook 50PLUS complimenteert de initiatiefnemers met hun doorzettingsvermogen en het resultaat, namelijk dat nu de eindfase van deze wetgeving is bereikt. Een kleine negen jaar geleden werden deze wetsvoorstellen ingediend. Een stoet van inmiddels oud-Kamerleden heeft hier zijn of haar naam onder kunnen zetten. Reden waarom wij kortheidshalve onze dankbetuiging ook naar de Vereniging van oud-Kamerleden zullen sturen.

50PLUS heeft als jonge partij de directe democratie hoog in haar programma staan. De koudwatervrees van sommige politieke partijen delen wij niet. Wij moeten denken aan een historisch verhaal. Toen de eerste locomotief ging rijden, maakten tegenstanders de boerenbevolking bang met de voorspelling dat de koeien geen melk meer zouden geven. Zo weinig serieus doet ook de bezorgdheid van het CDA aan dat de aanvaarding van deze initiatieven zal leiden tot de opheffing van de Eerste Kamer. In de tientallen jaren waarin de discussie over het referendum speelt, had ik dit geniaal bedachte argument niet eerder gehoord. Er is echter een reddingsplank voor het CDA. Stel dat in beide Kamers met tweederdemeerderheid wordt besloten om de Eerste Kamer op te heffen, dan zou het CDA kunnen bevorderen dat er hierover een referendum komt. Dat alleen al zou reden voor het CDA moeten zijn om voor te stemmen.

Mevrouw Lokin-Sassen i (CDA):

Dat is een poging tot uitlokking die ik niet over mijn kant kan laten gaan. Bij mijn weten heb ik nooit beweerd dat wij koudwatervrees hebben en dat wij bang zijn dat de Eerste Kamer bij referendum zou worden opgeheven.

De heer Nagel (50PLUS):

Dat staat in het nader verslag.

Mevrouw Lokin-Sassen (CDA):

Ik denk dat u dat niet goed heeft gelezen. Ik zal het nog eens nalezen.

De heer Nagel (50PLUS):

Het is goed als u uw eigen woorden af en toe serieus neemt. Ik heb u bijvoorbeeld op een interruptie van de heer De Lange horen zeggen dat u zich tot Nederland beperkt, terwijl u uw betoog begon met Venetië en de Krim.

Mevrouw Lokin-Sassen (CDA):

Dat was alleen om aan te geven …

De voorzitter:

Graag via de voorzitter.

Mevrouw Lokin-Sassen (CDA):

Ik vraag u om mij objectief en onafhankelijk te bejegenen. Misschien mag ik even reageren op wat de heer Nagel zegt over de voorbeelden uit het buitenland. Het ging daarbij om de aandacht die het referendum nu heeft getrokken.

De voorzitter:

Ik had u het woord niet ontnomen, maar verzocht om via de voorzitter te spreken. Dat is alles.

De heer Nagel (50PLUS):

Dat zal ik doen, mevrouw de voorzitter.

De kern van de zaak is vroeger op treffende wijze verwoord door Hans van Mierlo. Hij stelde de vraag: als de kiezer ons een onbeperkt mandaat geeft voor vier jaar, zou het dan niet redelijk zijn om die kiezer op een bepaald moment weer een klein beetje medezeggenschap terug te geven? In de ogen van 50PLUS past dat in een moderne democratie. Nederland is beslist geen koploper. Wij kiezen geen staatshoofd, wij kiezen geen premier, wij kiezen geen burgemeester en wij zijn tegenstander van een rechtstreeks gekozen Eerste Kamer. En met "wij" bedoel ik de meerderheid. Nee, wij stemmen op partijen die voor de verkiezingen duidelijk hebben gemaakt wie hun grote vijand is, om daar vervolgens van harte mee te gaan samenwerken.

Vandaag gaat dat een klein beetje veranderen en wordt er tegemoetgekomen aan de wens van de overgrote meerderheid van onze bevolking: de al vaker genoemde 80% die voorstander is van het referendum. De aanzet tot de mogelijkheid van een correctief referendum wordt gemaakt, ook al is de weg erheen lang en moeilijk begaanbaar. De uitvoeringswet zal immers een meerderheid van twee derde moeten krijgen. Het raadgevend referendum ligt wel binnen handbereik. Nederland komt achteraan in de grote reeks landen die het referendum als democratisch instrument al kennen: van de Verenigde Staten tot Australië, van IJsland tot Thailand, van Iran tot Marokko. Daarbij komt dat de drempels in het voorstel uitzonderlijk hoog zijn in vergelijking met het buitenland.

De fractie van 50PLUS heeft een aantal vragen en stelt die het liefst aan de hand van een aansprekend en duidelijk voorbeeld. Ik ga dat schetsen. De afgelopen week heeft het kabinet de plannen afgerond voor een toekomstig pensioenstelsel. Dat voorstel vinden wij schadelijk en verwerpelijk. De premies gaan omlaag en gaan voor een deel naar de werkgevers. Tegelijkertijd zien wij dat de buffers vergroot moeten worden, wat ertoe leidt dat de gepensioneerden, die de afgelopen jaren al fors achterop zijn geraakt doordat zij geen indexatie kregen en zelfs gekort zijn, nu opnieuw forse klappen krijgen. Er komt weer geen indexatie en mogelijk volgen opnieuw kortingen. 50PLUS is faliekant tegen deze plannen en vindt dat het eerste raadgevend referendum over deze kwestie zou moeten gaan.

Dat brengt mij op de volgende vragen:

1. De mogelijkheid om elektronisch handtekeningen te verzamelen is in het voorstel opgenomen. In onze ogen is het met lijsten op pad gaan niet meer van deze tijd en zeker niet betrouwbaar. Delen de initiatiefnemers deze opvatting? Die vraag stellen wij ook aan de minister. Is het kabinet bereid het elektronisch verzamelen van handtekeningen mogelijk te maken?

2. Wij hebben de laatste jaren steeds vaker meegemaakt dat de Eerste Kamer, die juist wetten zorgvuldig op hun correctheid moet toetsen, onder grote druk wordt gezet om op zeer korte termijn wetsvoorstellen af te handelen, onder andere vanwege de financiële consequenties. Ik volg het gegeven voorbeeld verder. Het wetsvoorstel is nu naar de Raad van State en daarvoor staat een termijn van zes weken. Dan zijn wij beland in de laatste helft van mei. Dan is het kabinet weer aan zet. Het ligt niet voor de hand dat de Tweede Kamer de wet heeft afgehandeld voor het zomerreces. Het zal dus najaar worden voordat de senaat de zaak kan behandelen. Gelet op de zware kritiek op eerdere voorstellen, moet dat in dit geval zeker heel zorgvuldig en niet gehaast gebeuren. De wetgeving moet vanwege de financiële gevolgen, zo begrepen wij, volgens het kabinet ingaan op 1 januari 2015. Maar parlementsleden mogen zelf het initiatief nemen. 50PLUS heeft bovendien ouderenorganisaties en gepensioneerden tegen die tijd gewezen op de mogelijkheid van een raadgevend referendum. Kunnen de initiatiefnemers de verdere procedure schetsen, ook in de tijdplanning, als de benodigde handtekeningen inderdaad worden opgehaald? Ik vraag met grote klem dit uitvoerig te schetsen, opdat iedereen de consequenties kan overzien.

3. Wij willen graag het kabinetsstandpunt in een dergelijk geval weten. De ingangsdatum zal in het voor het kabinet gunstigste geval toch zeer beduidend vertraagd worden. De vertraging zou een heel jaar kunnen zijn met de bijbehorende financiële gevolgen. Aanvaardt het kabinet deze consequenties?

De heer Thom de Graaf i (D66):

Ik krijg zomaar de indruk dat de heer Nagel de behandeling van dit wetsvoorstel gebruikt om heel andere onderwerpen aan de orde te stellen. Dat is echter niet zozeer aan mij als wel aan de voorzitter. Mijn vraag aan de heer Nagel is of hij niet gewoon naar de bekende weg vraagt. Hij kan de wetsvoorstellen, de memorie van toelichting, de memorie van antwoord en de behandeling in de Tweede Kamer uitvoerig nalezen. Dan weet hij ook wat er gebeurt met de procedure van een raadgevend referendum.

De heer Nagel (50PLUS):

Zeker, maar ik plaats dat in een bepaalde context. Dat zal u niet zijn ontgaan. In de eerste plaats hecht ik eraan om via een concreet voorbeeld te schetsen wat er zou kunnen gebeuren. Dat is voor iedereen duidelijker dan wanneer je theoretisch spreekt. In de tweede plaats weet u ook hoe vaak hier wetten zijn behandeld die onder druk werden gezet vanwege de ingangsdatum en de mogelijke financiële consequenties. Aan die voorwaarden voldoet mijn voorbeeld voortreffelijk. Ik wil graag weten of iedereen op het moment van behandeling van dit wetsvoorstel weet welke gevolgen er kunnen zijn en of iedereen die aanvaardt in het belang van de zaak. Ik wil dat voor de toekomst graag vastgelegd zien in de Handelingen. Dat is geen overbodige luxe.

50PLUS verheugt zich op een klein beetje meer democratie en zal graag haar leden vragen om het eerste referendum, zoals aangekondigd, voor te bereiden.