Plenair Prins bij behandeling Invoeren investeringsverplichting ten behoeve van Nederlands cultureel audiovisueel product



Verslag van de vergadering van 24 oktober 2023 (2023/2024 nr. 04)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.04 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Prins i (CDA):

Meneer de voorzitter. Bij het voorbereiden van deze bijdrage gingen mijn gedachten onwillekeurig terug naar mijn jeugd, naar de introductie van de televisie — van een audiovisuele dienst dus — in de Nederlandse huishoudens, waar wij genoten van Nederlandse producties als Pipo de Clown of Swiebertje. Wie kent ze niet? Er was één tv-kanaal, een vaste programmering en zelfs eerst nog geen reclame. Hoe anders ziet ons audiovisuele medialandschap er nu uit!

In 2018, inderdaad alweer vijf jaar geleden, riep de Raad voor Cultuur in haar advies "Zicht op zo veel meer" op, de kwaliteit en de zichtbaarheid van het Nederlandse culturele audiovisuele product te versterken. Het aanbod van audiovisuele producten is de afgelopen jaren ongelofelijk gestegen. Meer kanalen via de publieke omroepen, de komst van commerciële omroepen en vervolgens de internationale streamers en video on demand. Met name de internationale streamers hebben enorme impact gehad op het aanbod en dus ook op het kijkgedrag van de burgers. Dankzij de zeer grote productie- en marketingbudgetten voor internationale content weten zij veel kijkers naar zich toe te trekken.

De Raad voor Cultuur constateerde dat het van belang is dat de kijker ook nog steeds moet kunnen kijken naar aanbod waarin hij zichzelf en zijn directe wereld om zich heen kan herkennen en dat er gelden beschikbaar moeten komen voor de productie van Nederlands aanbod. Dit advies heeft uiteindelijk, met dank aan het pushen van enkele politieke partijen in de Tweede Kamer, geleid tot de voorliggende wet, een wet die streamers verplicht om 5% van hun in Nederland behaalde omzet in te zetten voor producties die herkenbaar onze Nederlandse cultuur en identiteit uitstralen. Herkenbaar door de Nederlandse en de Friese taal, door onderwerpen die gebaseerd zijn op een literair Nederlands of Fries werk en/of een relatie hebben met onze cultuur, geschiedenis, maatschappij of politiek. In dezen een vraag aan de staatssecretaris. Vallen onder het begrip "Nederlandse taal" ook de officieel in Nederland erkende talen conform Europese verdragen, namelijk het Nedersaksisch en het Limburgs?

Meneer de voorzitter. 50% van die 5% moet worden ingezet voor de productie van films, documentaires en dramaseries. De overige 50% is aan de streamers zelf, maar wel binnen de vereiste kader. Daarbij moet 60% van de gelden besteed worden bij onafhankelijke producenten in Nederland. In de Tweede Kamer is uitvoerig gesproken over het percentage van de omzet, over het besteden van de gelden alleen aan film, documentaire en drama, dan wel aan het totale aanbod met uitzondering van sport, evenals over de 60% zeg maar "verplichte winkelnering" bij onafhankelijke producers in ons land. Het CDA kan zich goed vinden in de uitkomsten zoals deze na diverse amendementen in de wet staan. Wel hebben wij enkele vragen over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de wet. De streamers worden via deze wet verplicht om 5% van hun omzet te investeren in Nederlands-/Friestalige producties. Deze informatie leveren zij aan het Commissariaat voor de Media. Hoe kan het Commissariaat de juistheid van de gegevens controleren? Wordt een accountantsverklaring verplicht, zo vragen wij de staatssecretaris.

In artikel 3.29g, lid 7, staat vermeld dat er via een algemene maatregel van bestuur regels komen als buitenlandse partijen zich niet aan de afspraken inzake de investeringen houden. Dat komt ons als fractie wat vaag en vrijblijvend voor. Hoe streng worden deze regels? Waar denkt de staatssecretaris aan? En hoe worden deze gehandhaafd? Onze fractie hecht aan duidelijke en scherpe regels die ook daadwerkelijk worden gehandhaafd. Graag een toelichting van de staatssecretaris.

Voorzitter. Wij begrijpen dat er in dezen een duidelijke rol voor het Commissariaat voor de Media is weggelegd. Het Commissariaat heeft veel werk te doen en bevindt zich, laten we eerlijk zijn, in enigszins zwaar weer. Is het Commissariaat qua capaciteit, qua vereiste kennis en kunde hiertoe in staat? Welke maatregelen neemt de staatssecretaris om de gewenste uitvoerbaarheid en handhaving te garanderen?

Meneer de voorzitter. In september van dit jaar is het rapport Eenheid in veelzijdigheid, een pleidooi voor een weerbaar publiek omroepbestel verschenen. In dit rapport wordt het belang van een onafhankelijke en betrouwbare publieke omroep stevig voor het voetlicht gebracht. Vaststaat dat de publieke omroep hard moet concurreren met de streamers, die aanmerkelijk meer middelen hebben voor de productie van prachtige dure films en dramaseries. Is de staatssecretaris het met onze fractie eens dat het bundelen van de verplicht te investeren gelden van de streamers met de budgetten van de publieke omroep een goede zaak is? Is zij bereid toe te zeggen dat dit onderwerp ook nadrukkelijk aan de orde komt bij het bespreken van het genoemde rapport Eenheid in veelzijdigheid?

Meneer de voorzitter. Wij constateren dat de digitale platforms in deze wet volledig buiten schot blijven. Wij denken dan aan Apple, Google, Meta maar ook aan TikTok. Zij verdienen grof geld met content die, zo geeft de staatssecretaris aan, zij niet eens zelf hebben geproduceerd. Zij zouden slechts digitale doorgeefluiken zijn. Toch geven zij vele producten of delen van producten van omroepen en streamingdiensten door zonder enige vorm van betaling. Wij verzoeken de staatssecretaris deze oneerlijkheid nader te onderzoeken en te bezien hoe die verholpen kan worden. Graag een toezegging in dezen.

Voorzitter. Tot zover onze bijdrage. Wij zijn benieuwd naar de antwoorden.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Prins. Dan is het woord aan de heer Van Meenen namens D66.