Plenair Verkerk bij behandeling Coronatoegangsbewijzen / Quarantaineplicht voor inreizigers / Maatregelen COVID-19



Verslag van de vergadering van 25 mei 2021 (2020/2021 nr. 38)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.14 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Verkerk i (ChristenUnie):

Voorzitter. Als eerste wil ik de betrokken ministers en de ambtenaren danken voor het ontzettend vele werk dat ze in de afgelopen maanden hebben verzet. Ook wil ik de medewerkers in de zorg danken voor het feit dat ze op hun tenen lopen en moeten lopen. En ook de GGD, die een geweldig aantal prikken heeft gezet.

Voorzitter. Ik heb veel mails en brieven uit de samenleving gekregen, over de testsamenleving, over dreigende tweedelingen, over vrijheid, over niet-essentiële activiteiten. Uiteindelijk liggen hier allemaal ethische en filosofische vragen aan ten grondslag. In een van mijn eerdere bijdragen heb ik verwezen naar de filosoof Dooyeweerd die heeft gesproken over beheersing en vrijheid. Ik herinner me nog dat minister Grapperhaus extra geraakt was omdat het hem zelf terugbracht tot zijn studententijd.

In dit debat wil ik de filosofische en ethische vragen wat meer op de achtergrond laten. Wel wil ik graag een citaat geven van de katholieke theoloog Romano Guardini. In zijn boek Freiheit, Genat, Schicksal schreef hij het volgende over de mens: "Darum ist der Mensch von Wesen ein Suchender und im Menschen ist suchend auch die Welt." "Daarom is de mens van nature zoekende, en in de mens is zoekende de wereld." Voorzitter. Dit zijn hele fundamentele uitspraken over vrijheid. In de visie van Guardini spelen religieuze en levensbeschouwelijke vragen een belangrijke rol in de zoektocht. Het zou zomaar kunnen zijn dat al die mails en brieven die ik uit de samenleving ontvangen heb juist te maken hebben met die zoektocht naar vrijheid.

De fractie van de ChristenUnie wil zich graag concentreren op de vraag: hoe kijken we naar de toekomst? Of, misschien scherper: hoe kijkt het kabinet naar de toekomst? Onze fractie denkt dan met name aan de periode na de zomervakantie. Vanuit die focus wil onze fractie ook kijken naar de werkingsduur van de Twm en naar de andere twee wetten. Dan is de kernvraag: dragen deze wetten bij aan de bloei van de samenleving en kunnen individuele burgers — vooral ook kwetsbare burgers — dan tot hun recht komen?

Ik begin met een constatering. De afgelopen maanden heeft het kabinet scherp aan de wind gevaren. Stap voor stap wordt er versoepeld. Het zwarte scenario is niet opgetreden. De scherpte van de koers mag blijken uit het volgende. Lange tijd was de ic-bezetting ongeveer 65%. Op dat moment lag de R-waarde rond de 1. Als die R-waarde door onvoorziene omstandigheden 20% gestegen zou zijn, dan waren we binnen twee weken, c.q. drie cycli, in het zwarte scenario terechtgekomen. Ik geef dit voorbeeld niet om een oordeel te vellen over het beleid van het kabinet — achteraf is iedereen wijs — maar wel om de vraag te stellen: was deze scherpte verantwoord?

Voorzitter. Om op die vraag een goed antwoord te krijgen, is een evaluatie van de coronacrisis van groot belang. Allereerst met het oog op de maatregelen, het aantal besmettingen, de oversterfte, uitgestelde zorg en de ziekenhuis- en ic-bezetting. Maar ook met het oog op het geheel van de sociale en economische effecten. Kan de minister toezeggen dat er zo'n evaluatie komt van een onafhankelijke commissie? Wanneer zou die kunnen rapporteren?

Het kabinet heeft geprobeerd een balans te zoeken tussen het beperken van de pandemie en het openhouden van de samenleving. Uit alle rapportages bleek dat de bezetting van de ziekenhuizen en de ic's een belangrijk ijkpunt was. Begrijpelijk: het zwarte scenario is zonder meer een horrorscenario. Collega Van der Voort heeft het al even genoemd. Er zijn echter landen die een veel stringenter beleid hebben gehad. Ik denk aan Denemarken, Australië, Nieuw-Zeeland, Taiwan en vele andere.

In dit verband wil ik ook wijzen op het beeld dat de Amerikaan Tomas Pueyo heeft voorgesteld, namelijk het beeld van de hamer en de dans. In zijn visie moet je twee fasen onderscheiden. In de eerste fase, als er sprake is van een forse uitbraak, moet je drastische maatregelen nemen om het virus terug te dringen, zoals een complete lockdown, een avondklok, een in- en uitreisverbod et cetera. Dit noemt hij de klap met de hamer. Als die klap succesvol is en het virus vrijwel verdwenen is, dan krijg je de volgende fase, namelijk de fase van de dans. Als samenleving beweeg je dan mee met het virus door uitgebreid bron- en contactonderzoek te doen, door grootschalig te testen bij kleine uitbraken en door quarantainemaatregelen voor inreizigers uit hoogrisicogebieden te nemen et cetera. Je danst mee om een volgende golf te voorkomen.

Er zijn aanwijzingen dat beleid gebaseerd op de hamer en de dans uiteindelijk tot betere resultaten leidt, zowel vanuit het perspectief van de gezondheidszorg als vanuit de economie. Daarom is de fractie van de ChristenUnie erg geïnteresseerd in deze strategie.

Als het verloop van het coronavirus vergelijkbaar zal zijn met dat van vorig jaar — het zou zelfs beter moeten zijn omdat veel burgers gevaccineerd zijn — dan bereiken we in de zomer weer de situatie dat het aantal besmettingen weer erg laag is. Dat zou het moment zijn om een ander beleid te overwegen. Bijvoorbeeld een beleid in termen van de hamer en de dans. Is de minister bereid om deze strategie te overwegen? Ik zeg niet "voor te stellen", maar ik zeg: te overwegen. Welke toezegging kan de minister doen?

Voorzitter, in de aanpak van corona staan twee strategieën centraal. Eigenlijk is dat heel simpel. De eerste strategie is: voorkom dat het aantal besmettingen in een regio toeneemt. De tweede strategie is: voorkom dat er besmettingen vanuit een andere regio naar je eigen regio komen. Op beide strategieën wil ik ingaan vanuit die gedachte van de hamer en de dans.

Als we in die lijn doordenken, is het heel interessant om de vraag te stellen: hoe ziet zo'n regio eruit? Zou dat bijvoorbeeld een veiligheidsregio kunnen zijn? Of een deel daarvan? Wie zou dan het initiatief moeten nemen om een klap met de hamer te geven? Het kabinet? De regio zelf? Of mogen beide dat doen? Hoe kom je tot een democratische controle van dit soort besluiten? Dat zijn allemaal relevante vragen. Graag een reactie van de minister.

Dan kom ik bij de tweede strategie. Natuurlijk moet je voorkomen dat een uitbraak overslaat van de ene regio naar de andere. Dan komen bijvoorbeeld in- en uitreisverboden en quarantaineplichten in het vizier. Graag een reactie van de minister. Is hij bereid om een meer regionaal beleid te voeren en eventueel regionale lockdowns in te voeren? Kan de minister dit toezeggen?

Ik kom nu tot de drie wetten. Als eerste de verlenging van de Twm. In de visie van de fractie van de ChristenUnie is het noodzakelijk dat deze wet verlengd wordt, in ieder geval tot 1 september. De risico’s voor een volgende golf zijn nog te groot. Ik denk daarbij aan het optreden van nieuwe varianten, de afnemende bereidheid van de bevolking om zich aan de maatregelen te houden, de noodzaak van rust in de zorg, et cetera. Maar dat wil niet zeggen dat onze fractie "automatisch" met elke verlenging meegaat. Daarom vraagt onze fractie de minister om een beleid in termen van de hamer en de dans te overwegen. En daarom vraagt onze fractie om eventueel een regionale lockdown te overwegen. Dat is nodig om de noodzaak en proportionaliteit van de verlenging te kunnen beoordelen.

Daar komt het volgende bij. Kan het kabinet toezeggen dat bij elke verlenging per instrument c.q. per wetsartikel aangegeven wordt waarom dat verlengd moet worden? Juist om de inperking van de grondrechten te minimaliseren. Heel belangrijk is ook in dit geval: wanneer kunnen wij het debat voeren over na 1 september, gezien het feit dat 1 september in het reces valt?

Kan de minister ook iets zeggen over de toekomst van deze wet in relatie tot de Wpg? Als ik goed begrijp wat biologen zeggen over de huidige pandemie, dan staat ons in de toekomst nog het nodige te wachten. Zouden we ons niet moeten voorbereiden op een — het is niet denigrerend bedoeld — gedegen wettelijke structuur? Een structuur die natuurlijk alleen in werking kan komen met toestemming van het parlement. Graag een reactie van de minister.

De fractie van de ChristenUnie begrijpt de noodzaak voor de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen. Maatschappelijk en economisch is het belangrijk dat de samenleving zo snel mogelijk opengaat. Ook begrijpt ze dat het kabinet wil voorkomen dat er een tweedeling in de maatschappij ontstaat tussen burgers die gevaccineerd zijn en wel vrijheden hebben en burgers die niet gevaccineerd zijn en minder vrijheden hebben. Daarom begrijpt onze fractie de wens tot deze wet.

De betrouwbaarheid van de PCR-test staat niet ter discussie. Daarover is consensus. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de notitie "Over de betrouwbaarheid van de PCR-test voor SARS-CoV-2" van het RIVM. De klinische sensitiviteit ligt tussen 67% en 98% en de klinische specificiteit tussen 96% tot 99,5%. Een belangrijke vraag is: hoe zit dat bij de sneltesten? Zijn de sensitiviteit en specificiteit daarvan net zo goed, of misschien zelfs beter?

Als ik me even beperk tot de getallen van de PCR-test, dan leidt dat tot een bijzondere situatie. Als we kijken naar de getallen van de sensitiviteit en specificiteit, dan blijkt dat bij de huidige besmettingsniveaus het aantal waarpositieven ongeveer even groot is als het aantal valspositieven. In concreto: bij een groot evenement zullen x bezoekers niet toegelaten worden omdat ze corona hebben, terecht, en zullen nog eens x bezoekers niet toegelaten worden omdat de test ten onrechte aangeeft dat ze corona hebben. Bij lagere besmettingsniveaus is die verhouding nog slechter. De vraag is dan ook: bij welke prevalenties zou de minister dit instrument, de PCR-test of een andere test, willen inzetten? En bij welke prevalenties niet meer vanwege de problematiek van de valspositieven? Kan het testbeleid zo ingericht worden dat dit percentage zo klein mogelijk wordt? Wat leren de fieldlabs ons? Graag een reactie van de minister.

Over de wetgeving voor de quarantaineplicht voor inreizigers uit hoogrisicogebieden kan onze fractie kort zijn. Zij is van mening, gezien de bovenstaande overwegingen, dat de quarantaineplicht kan bijdragen aan het voorkomen van nieuwe uitbraken.

Voorzitter. Ik kom tot mijn slotafwegingen. Waarom zijn veel van de afwegingen die we maken bij de betreffende wetten zo lastig? In de visie van onze fractie heeft dat te maken met het "samen" van de samenleving. In een samenleving kan het nooit vanzelfsprekend zijn dat de vrijheid van de een kan of mag leiden tot de onvrijheid van de ander. Als iemand bijvoorbeeld de vrijheid wil hebben om in te reizen vanuit een hoogrisicogebied, dan is het niet vanzelfsprekend dat die persoon de vrijheid heeft om anderen te besmetten en daarmee hun vrijheid af te nemen. Daarom heeft Guardini ook gelijk, want hij zegt: "Im Menschen ist suchend auch die Welt", in de mens zoekt de wereld, in de mens zoekt ook de hele samenleving. Uiteindelijk zoeken we hier als samenleving naar vrijheid. Daarom ben ik ook begonnen met de vraag of de genoemde wetten bijdragen tot de bloei van de samenleving, van individuele burgers en van kwetsbare burgers. Ik heb namelijk ook heel indrukwekkende mails gekregen van kwetsbare burgers die het heel moeilijk hebben in deze pandemie. Daarom gaat dit debat ook over de verantwoordelijkheid van de wetgever.

Rest mij om de heren Keunen en Karakus nog een heel goede maidenspeech toe te wensen. De fractie van de ChristenUnie ziet uit naar de antwoorden van de ministers. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Verkerk. Dan geef ik nu het woord aan de heer Raven, namens de Onafhankelijke Senaatsfactie.