Eerste Kamerlid André Kloos (1922-1989)

Naast hoogleraren en wetenschappers bleven bestuurders ook na 1945 de belangrijkste groep waaruit Eerste Kamerleden kwamen. PvdA-Kamerlid André Kloos was een echte vakbondsbestuurder, maar anders dan veel voorgangers in zijn vakbond had hij wel een hbo-opleiding gevolgd. Voorheen werkten vakbondsbestuurders zich meestal door zelfstudie op. Kloos was in de jaren zestig van de twintigste eeuw een bekende Nederlander. Met zijn acties voor de vakbond maakte hij zich zó populair dat sommige mensen hem zelfs noemden als mogelijke lijsttrekker van zijn partij.


Tweede Kamerlid Kees van der Ploeg (1907-1973)

Kees van der Ploeg was Tweede Kamerlid voor de Katholieke Volkspartij (KVP), die in 1980 opging in het CDA. Vakbondsman Van der Ploeg had alleen lager onderwijs gevolgd en werkte zich via cursussen op. Als woordvoerder in de Kamer op het gebied van landbouw en sociale zaken kreeg hij een goede naam. Hij werd vicefractievoorzitter en daarnaast zat hij vanaf 1958 in het Europees Parlement. De Nederlandse leden van het Europees Parlement kwamen tot 1979 uit Tweede en Eerste Kamer. Van der Ploeg was een eenvoudige en opgewekte afgevaardigde, die opkwam voor de belangen van zijn directe achterban: de arbeiders in de landbouw.


Tweede Kamerlid Olga Scheltema-de Nie (geboren in 1939)

Een heel ander type Tweede Kamerlid was Olga Scheltema-de Nie (D66). Zij was Kamerlid in de periode van 1989 tot 2002. Voordat zij in de Kamer kwam, was zij wetenschapper in Leiden en gemeenteraadslid in Leidschendam en Haren. Van die gemeente was zij bovendien vier jaar (1974-1978) wethouder. Voordat zij Kamerlid werd, was zij ambtenaar op het ministerie van Binnenlandse Zaken. In de Tweede Kamer was zij specialist op het gebied van bestuur en democratie, de Nederlandse Antillen en de politie.


Eerste Kamerlid Nicoline van den Broek-Laman Trip (geboren in 1937)

VVD-senator Nicoline van den Broek-Laman Trip was onder meer provinciebestuurder en burgemeester. Toen zij in 1993 in de Eerste Kamer kwam, had mevrouw Van den Broek een groot deel van haar loopbaan al achter de rug. Die begon na een opleiding tot leerkracht in het kleuteronderwijs. Zij had grote belangstelling voor cultuur en daarover voerde zij het woord in de Kamer, net als over sociale zaken. De laatste zes jaar van haar Kamerlidmaatschap was zij fractievoorzitter van de VVD.