T03153

Toezegging Toezenden eigen onderzoeken opkomstbereidheid (35.654)



De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt, na een vraag van het lid Koole (PvdA), de Kamer toe de eigen onderzoeken over de opkomstbereidheid te doen toekomen.


Kerngegevens

Nummer T03153
Status voldaan
Datum toezegging 26 januari 2021
Deadline 1 april 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Prof.dr. R.A. Koole (PvdA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen onderzoeken
Tweede Kamerverkiezingen
COVID-19
Kamerstukken Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19 (35.654)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 21, item 8, blz. 5.

De heer Koole (PvdA):

De drie vlakken of wegingscriteria — pandemie, gemeentelijke organisatie en de effecten op de opkomst — worden in samenhang bekeken en dat horen we dan eind februari. Betekent in samenhang bekijken ook dat beide Kamers de relevante gegevens over die drie vlakken — en misschien zijn er nog meer — ook ontvangen, vraag ik in eerste instantie aan de minister.

Mijn tweede vraag gaat over de opkomst, als dat wordt meegewogen. Ik had de vraag gesteld, maar misschien komt de minister daar nog op, of het ministerie zelf vanaf begin februari bijvoorbeeld wekelijks voeling houdt hoe de mensen denken over het gaan stemmen bij de verkiezingen, dus door eigen onderzoek. Gister was Peter Kanne aan het woord bij Op1; daar refereerde de minister ook aan. We hebben ook Maurice de Hond gehoord. We hebben het onderzoek over de gemeentelijke herindeling, met weer andere percentages. Het zou goed zijn als er een goed, systematisch onderzoek wordt gedaan door experts of onafhankelijke bureaus die aan de hand van vragen in kaart brengen om welke reden mensen niet gaan stemmen. De ontwikkeling zag er gister nog goed uit volgens Peter Kanne. Als er een dramatische ontwikkeling zou zijn in de bereidheid om op te komen bij de verkiezingen — ik weet het niet, maar dat zou kunnen — zou de minister de Kamers dat soort informatie dan willen organiseren door onafhankelijk onderzoek en willen delen met de Kamers?

Minister Ollongren:

Zeker, zeker. Dat is al in gang gezet. De brief die ik deze week aan de Kamers hoop te sturen, zal de eerste uitkomst daarvan weergeven. Overigens lijkt die heel erg te corresponderen met datgene wat gister bij Op1 te zien was, dus van Peter Kanne. Dat wordt herhaald en dat zal ook onderdeel uitmaken van de informatie die ik eind februari aan beide Kamers kan zenden. Wat de heer Koole suggereert, is inderdaad al georganiseerd. De enige nuance die ik doen en dat er ook instanties zijn die eigener beweging of in opdracht van anderen onderzoek doen. Ik denk dat je steeds naar het hele palet moet kijken. Uiteindelijk is dat een van de overwegingen en een hele relevante, maar we bepalen natuurlijk niet of verkiezingen wel of niet doorgaan aan de hand van peilingen. Er zijn meer aspecten die daarbij relevant zijn. Mocht het er onverhoopt minder goed uit gaan zien, dan wil ik inderdaad ook advies hebben van de Raad van State, de Kiesraad en het OMT, naast de eigen onderzoeken die we doen. Ik zeg dat toe aan de heer Koole; het komt eraan.


Brondocumenten


Historie