T03812

Toezegging Gevolgen bepaalde belastingfaciliteiten meenemen in bouwstenennotitie (36.418)



De staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Geerdink (VVD), toe dat de gevolgen van bepaalde belastingfaciliteiten die Nederland heeft, worden meegenomen in de bouwstenennotitie. De bouwstenennotitie wordt begin 2024 verwacht.


Kerngegevens

Nummer T03812
Status openstaand
Datum toezegging 12 december 2023
Deadline 1 juli 2024
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst
Kamerleden Drs. P.W. Geerdink (VVD)
Commissie commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen belastingen
bouwstenen belastingstelsel
minimumbelastingwetgeving
pijler 2
Wet minimumbelasting 2024
Kamerstukken Belastingplan 2024 (36.418)


Uit de stukken

Handelingen I 2023-2024, nr. 11, item 3 - blz. 38-39

Mevrouw Geerdink (VVD):

(…)

“Het zevende pijnpunt betreft de gevolgen van de 15% minimumbelastingwetgeving voor de innovatieve slagkracht van het Nederlandse bedrijfsleven. Op 8 oktober 2021 bereikte het Inclusive Framework van de OESO en de G20 een akkoord over de herziening van het internationale belastingstelsel. Aan de hand van twee pijlers tracht het IF de fiscale uitdagingen van onze gedigitaliseerde en geglobaliseerde wereldeconomie op te lossen. Pijler 1 behelst een nieuw heffingsrecht voor marktjurisdicties, terwijl pijler 2 een wereldwijd minimumniveau aan winstbelasting voor grote multinationals moet waarborgen. De zogenaamde Global Anti-Base Erosion Rules, de GloBE Rules, vormen de basis voor de minimumbelasting. Ze zijn voorzien van voorbeelden en toelichtend commentaar. Kort na het verschijnen van de GloBE-regels publiceerde de Europese Commissie een richtlijnvoorstel ter implementatie van pijler 2 in de lidstaten, waarna de definitieve richtlijntekst werd aangenomen in de EU. Deze richtlijn wordt nu via het wetsvoorstel Minimumbelasting 2024 geïmplementeerd. Via de GloBE-regels wordt een minimumniveau aan winstbelasting geïntroduceerd van effectief 15% per jurisdictie. Tegelijkertijd kunnen fiscale regels, ook wel "tax incentives" genoemd, zoals aftrekposten, vrijstellingen en verlaagde tarieven, de effectieve belastingdruk verlagen. Het is de vraag welke impact tax incentives kunnen hebben onder pijler 2, omdat in beginsel moet worden bijgeheven indien deze incentives een effectief tarief van minder dan 15% tot gevolg hebben. Dan hebben we het over tax incentives gericht op investeringen om milieuvervuiling te beperken, energiebesparing te stimuleren en innovatie te bevorderen. Denk aan de Energie- en Milieu-investeringsaftrek, de Willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen en de Innovatiebox, maar ook de tonnageregeling. Kan de staatssecretaris een onderzoek in 2024 toezeggen naar de gevolgen van de invoering van de minimumbelasting voor het fiscale investerings- en innovatie-instrumentarium? En zou hij daarbij kunnen betrekken met welke maatregelen Nederland uit die Europese achterhoede kan komen? Wij overwegen ook hierover in tweede termijn een motie in te dienen.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 12, item 12 - blz. 13

De heer Van Rij:

(…)

“Voorzitter. Mevrouw Geerdink stelde een zeer terechte vraag. Daar ben ik het heel erg mee eens. Ze zei dat de invoering van deze minimumbelasting eigenlijk ook directe aanleiding is om nog eens een keer heel zorgvuldig en op korte termijn tegen het licht te houden wat de gevolgen zijn van bepaalde belastingfaciliteiten die wij hebben. Eerder is het succes van de Wbso aan de orde geweest, maar ook het succes van de Innovatiebox. Ik ga niet te veel de techniek in, maar als het effectieve belastingtarief berekend moet worden, dan zijn er een teller en een noemer. De teller gaat om de belastingen. Als je dan bijvoorbeeld de Innovatiebox hebt, die natuurlijk via de fiscale winst in de vennootschapsbelasting gaat, en als die dan je teller verlaagt, dan kan dat in bepaalde situaties ertoe leiden dat je effectieve belastingtarief onder de 15% zit. Dan moet er bijgeheven worden. De noemer gaat om het inkomen. In die noemer zitten subsidies, maar ook bepaalde tax credits. Nou wordt het even technisch, maar de Amerikanen maken altijd heel veel gebruik van tax credits, met name de refundable unqualified tax credits, maar ook de transferable marketable tax credits. Dat is in hun systeem eigenlijk cash. Toen ik de allereerste keer naar de Verenigde Staten keer ging, tuitten mijn oren ook. In hun beleving is dat letterlijk cash, die je ook nog kunt overdragen aan een derde partij. Dat zit niet in de teller, maar in de noemer.

In antwoord op de vraag van mevrouw Geerdink: wij moeten als Nederland heel goed kijken, niet alleen naar de gevolgen voor de bestaande fiscale faciliteiten, maar ook naar wat wij willen. Willen wij innovatie bijvoorbeeld via subsidie of willen wij ook dit soort vormen van Amerikaanse tax credits gaan invoeren? Dat moet je nu heel snel in kaart brengen, maar dat wordt natuurlijk wel getriggerd door het feit dat je ook met deze wetgeving te maken hebt. Dus wat mevrouw Geerdink vroeg, zou ik graag willen omarmen. Ik heb de inhoud niet gezien want, nogmaals, de ambtelijke commissie voor de bouwstenen is onafhankelijk, maar ik kan hier al zeggen dat dit in de bouwstenennotitie wordt uitgewerkt. Die komt al begin volgend jaar, dus dan is het aan een nieuw kabinet, of aan ons als wij toch wat langer zouden moeten zitten. Dan komen we er ongetwijfeld met de Kamer nog verder over te spreken.”


Brondocumenten


Historie