T01682

Toezegging Gelijkheid van kansen en giftenmaximum (32.752)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe bij de evaluatie over vijf jaar het principe van gelijkheid van kansen mee te wegen en te bezien of dit tot een giftenmaximum moet leiden.


Kerngegevens

Nummer T01682
Status voldaan
Datum toezegging 26 februari 2013
Deadline 1 januari 2018
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Prof.dr. R.A. Koole (PvdA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen donaties
gelijkheid van kansen
giftenmaximum
Kamerstukken Wet financiering politieke partijen (32.752)


Uit de stukken

Handelingen I 2012/2013, nr. 18, item 2, blz. 7

De heer Koole (PvdA): Door de toegenomen transparantie op basis van dit wetsvoorstel kan volgens de minister beter worden beoordeeld of vermogende personen of organisaties de verkiezingen zouden kunnen overheersen, waarna alsnog tot instelling van een maximum aan financiële bijdragen kan worden overgegaan. Kan de minister aangeven wanneer dat moment van evaluatie van de inhoudelijke grondslag is aangebroken? Kan de minister bevestigen dat dit aspect onderdeel is van de voorziene evaluatie die volgens artikel 45 binnen vijf jaar dient plaats te vinden?

(...)

Handelingen I 2012/2013, nr. 18, item 5, blz. 22-23

Minister Plasterk: Mij is de vraag gesteld of ik bereid ben om bij de evaluatie te bezien of we alsnog aan giften een maximum moeten verbinden. Het heeft mijn voorkeur om over vijf jaar te evalueren. In een periode van vijf jaar kunnen we de hele cyclus hebben doorlopen van een verkiezing, namelijk vier jaar plus wat eraan vooraf gaat. Dan kunnen we werkelijk bekijken of datgene wat door openbaarmaking aan het licht is gekomen, dusdanige bezwaren oplevert dat er ook een maximum zou moeten worden gesteld. Dat heeft mijn voorkeur. Ik zeg er wel bij dat we er met zijn allen bij zijn om aan de bel te trekken wanneer na het ingaan van deze wet uit de transparantie zou blijken dat er zich totaal onacceptabele situaties voordoen. Dan besluiten we misschien eerder dan over vijf jaar om verder te gaan dan alleen het kiezen voor transparantie.

De heer Koole (PvdA): Mijn opmerking en mijn vraag sloegen niet alleen op het over vijf jaar bezien of we een maximum moeten instellen. Die gingen breder. Het maximum is een mogelijk uitvloeisel van het in beschouwing nemen van het principe van gelijkheid van kansen, het level playing field. Mijn vraag was of bij de evaluatie in ieder geval dat inhoudelijke principe wordt meegewogen. Of dit leidt tot een maximum, moet dan blijken. Er zijn ook andere manieren om aan dat principe recht te doen. Nu is het beperkt tot transparantie. Dat is op zich goed, maar transparantie is een noodzakelijke maar niet voldoende voorwaarde. In de Verenigde Staten is de situatie supertransparant, maar is er een heleboel aan te merken op de afhankelijkheid van bijvoorbeeld de National Rifle Association en de invloed van die organisatie op de politiek. Mijn vraag is dus, of bij de evaluatie niet het principe van gelijkheid van kansen moet worden meegewogen.

Minister Plasterk: Wat mij betreft, is het antwoord daarop bevestigend. Ik denk dat dit principe bij de evaluatie altijd kan worden meegewogen. Of dat over vijf jaar ook zal gebeuren, is enigszins deo volente, populo volente. Ik weet niet of ik er op dat moment nog over ga. Het lijkt mij echter, ook gehoord de argumentatie uit de eerste termijn van de heer Koole, verstandig om dit mee te nemen.


Brondocumenten


Historie