T03204

Toezegging Meervoudig landgebruik (35.626)



De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Raven (OSF), toe om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van meervoudig landgebruik bij de productie van biobrandstoffen.


Kerngegevens

Nummer T03204
Status voldaan
Datum toezegging 29 juni 2021
Deadline 1 januari 2022
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Kamerleden A.C.M. Raven (OSF)
Commissie commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen hernieuwbare energie
klimaat
meervoudig landgebruik
Kamerstukken Implementatie Richtlijn ter bevordering gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en ter uitvoering van het Klimaatakkoord (35.626)


Uit de stukken

Handelingen I 2020/21, nr. 43, item 3, P. 4

De heer Raven (OSF):

Het ontbreken van bloemetjes leidt er inmiddels toe dat insecten over de hele wereld steeds meer bedreigd worden. Het dubbel gebruik van nutteloze ondergrond van zonneparken zou ook zeer positief kunnen bijdragen aan de versterking van de biodiversiteit indien op deze gronden biodiverse beplanting zou worden toegepast, zoals bijvoorbeeld koolzaad. Zo snijdt het mes aan meerdere kanten: de bijen worden er beter van, het milieu wordt minder belast door CO2-neutrale biobrandstoffen, de gronden worden efficiënter gebruikt, biobrandstoffen zijn een effectieve manier van energieopslag, en er is geen concurrentie voor de voedselsector, want er is sprake van dubbel grondgebruik. Deze genoemde positieve indicatieve cijfers voor dubbel gebruik van nutteloze grond geven ons aanleiding om het systeem van meervoudig grondgebruik tot versnelling van de transitie naar duurzame-energiebronnen voor de vervoerssector onder de aandacht te brengen van de staatssecretaris.

We realiseren ons dat dit wellicht iets buiten het beleidsterrein van de staatssecretaris ligt of zelfs op meerdere terreinen van collega-bewindslieden zit, maar in het kader van de ontschotting van beleid zou ik de staatssecretaris toch willen vragen om een integrale reactie van de regering. Daarom heb ik mijn bijdrage gisteren al gedeeld met uw assistent. Misschien kunt u in uw beantwoording ook betrekken wat het zou betekenen als we deze vorm van meervoudig grondgebruik zouden toepassen in de hele wereld. Dat zou een enorme potentiële capaciteit voor vergroting van de productie van biobrandstoffen zijn. Als we beginnen in Europa, of eventueel beginnen in Nederland en Europa zo gek krijgen om mee te doen, zou dat een forse stap voorwaarts zijn. Afhankelijk van uw antwoord overweeg ik om hierover in tweede termijn een motie in te dienen.

Handelingen I 2020/21, nr. 43, item 3, P. 11

Staatssecretaris Van Veldhoven: Er was nog een laatste vraag over meervoudig landgebruik. Daarna heb ik nog één blokje, voorzitter. Dan zal ik de vraag van de heer Dessing graag beantwoorden. Het is heel goed dat u hier aandacht voor vraagt, want we willen allemaal de schaarse ruimte zo optimaal mogelijk inzetten. Het is mooi dat u een berekening heeft gemaakt die de potentie laat zien, want anders zou je misschien denken: wat levert het op? Op al die velden, op al die hectares, en in de bijmenging kan het absoluut heel wat opleveren. Ik zal uw suggestie dan ook onder de aandacht brengen bij mijn collega's van LNV en EZK. De Europese Commissie kijkt ook naar tussenteelten als grondstof voor biobrandstoffen. Deze mogen dan niet als hoofdproduct worden aangemerkt, maar het helpt natuurlijk wel in het stimuleren van de combinatie. Ik zeg u graag toe dat ik samen met de collega's van EZK en LNV in kaart wil brengen wat de kansen zijn. Wij zullen u daar dan gezamenlijk een brief over sturen, want dit soort ideeën moet ook eens worden uitgewerkt en op papier gezet. Dan kunnen ze ook worden meegenomen in de afweging. Dat zeg ik u dus graag toe.

Handelingen I 2020/21, nr. 43, item 3, P. 14-15

De heer Raven (OSF): Dank, voorzitter. Dank aan de staatssecretaris. Dank ook voor de toezegging om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van meervoudig grondgebruik in dit kader. Natuurlijk ben ik daar heel tevreden over. Ik had een motie voorbereid met dezelfde tekst die u uitgesproken heeft — die motie heb ik net opgesteld en die had u misschien zelfs al gelezen — maar ik ga die motie niet indienen, want dat is niet nodig. Alleen zou ik wel willen vragen om nog een viertal elementen daarbij te betrekken. In de eerste plaats ging het mij en de fractie erom dat wij een versnelling willen toepassen. Ik hoorde u zeggen dat er best ruimte is voor 2030 om 14% te bereiken als doelstelling, maar wij willen graag versnellen. We hebben er het afgelopen weekend nog kennis van kunnen nemen dat het allemaal wat tegenvalt op het gebied van duurzame ontwikkelingen, dus eerder versnellen dan verlangzamen. Daarvoor zou dit systeem kansen kunnen bieden. Graag dit in dat onderzoek meenemen.

Een tweede element hierin is met name verbetering van de biodiversiteit, waar ik het even over heb gehad. Ook dat is natuurlijk een element dat wij tot nu toe niet bij de realisatie van bijvoorbeeld zonneparken hebben betrokken. Zo'n zonnepark betekent gewoon een aanslag op je op zich dure landbouwgrond, zonder dat daar iets voor terugkomt in het kader van de biodiversiteit. Dat zou in elk geval ook een kans kunnen zijn die je hierbij moet betrekken.

Uiteraard ben ik ook benieuwd naar de termijn. We hebben een demissionair kabinet, dus ik kan me voorstellen dat u zegt: we hebben andere dingen aan ons hoofd. Welke termijn zou u eraan willen koppelen dat het onderzoek daadwerkelijk gerealiseerd is, en dan met name in de richting van die versnelling?

Als laatste punt zou ik u willen meegeven dat meervoudig grondgebruik tot nu toe eigenlijk helemaal geen issue is in de transitie naar duurzame energie. Dat vind ik vreemd. We bouwen windmolens en dan zetten we er een stuk of tien bij elkaar, maar daar zie je niks bij. We bouwen zonneparken, dat zijn elementen op zichzelf, en daar zie je niks bij. Maar je zou dit op meerdere terreinen ook kunnen koppelen, bijvoorbeeld met energie uit grond, energie uit biomassa, noem maar op. Kunnen we niet de gedachte ontwikkelen dat we daar een hub van maken, met meervoudig grondgebruik als thema? Dus er zijn volgens mij heel wat kansen. Die zou u in beeld kunnen brengen als u dat onderzoek gaat opstarten.

Handelingen I 2020/21, nr. 43, item 3, P. 16

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer: De heer Raven vroeg mij om een aantal punten te betrekken bij het onderzoek. Daar ben ik graag toe bereid. Hij wil dat ik de mogelijkheden voor versnelling in kaart breng. Dat is precies de reden waarom het interessant is om dit onderzoek te doen, omdat we dan kunnen kijken welke bijdrage dat zou kunnen leveren. Ik denk dat ook het aspect van de biodiversiteit kan worden meegenomen in de beoordeling van de kansen die het meervoudig grondgebruik biedt. Dat kan dan worden meegenomen in de afweging tegen andere opties. Ik zal dit samen moeten doen met een aantal collega's, bij LNV en EZK. Als het mogelijk is, hopen we uw Kamer daarover nog dit jaar te informeren. Dat zal dan waarschijnlijk wel tegen het einde van het jaar zijn. Anders wordt het wellicht begin volgend jaar, maar dat is ongeveer de termijn die we hopen te kunnen realiseren.

De heer Raven vroeg ook: zou er ook op andere terreinen niet moeten worden nagedacht over meervoudig landgebruik? Het is misschien goed om te zien dat hierover in het kader van de NOVI wordt nagedacht. Denk bijvoorbeeld aan zonnepanelen op daken van distributiebedrijven of zonnepanelen die op het water drijven, waarbij dat water meteen benut wordt als klimaatadaptatiebuffer. Zo wordt hier breder over nagedacht. Het is heel terecht dat u daar aandacht voor vraagt.


Brondocumenten


Historie