T02235

Toezegging Protocollen met andere toezichthouders en inspecties (33.258 / 34.105)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Graaf (D66), toe erop toe te zien dat het Huis voor klokkenluiders gebruikmaakt van de mogelijkheid om met andere toezichthouders en inspecties protocollen af te sluiten.


Kerngegevens


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 19, item 6 - blz. 7

De heer De Graaf (D66): Het tweede bezwaar zag op de onheldere samenloop van de onderzoekstaak van het Huis voor klokkenluiders met de handhavings- en onderzoekstaken van marktmeesters, toezichthouders en inspecties. Mijn fractie vindt het onderscheid in de nieuwe regeling een stuk duidelijker, nu gemarkeerd is dat de onderzoekstaak van het Huis voor klokkenluiders niet concurrerend kan zijn, maar slechts aansluitend en aanvullend indien er geen onderzoek door anderen heeft plaatsgevonden of indien er, ondanks eerder onderzoek, nog steeds sprake lijkt te zijn van misstand. In de praktijk zullen nog wel degelijk afscheidingsvragen overblijven, maar ik vertrouw erop dat die worden opgelost, eventueel via nadere regelgeving. Ik vraag de minister hierover ook nog zijn licht te laten schijnen.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 19, item 6 - blz. 31

Minister Plasterk: De heer De Graaf vroeg of ik mijn licht kan laten schijnen over een aantal samenloopproblemen en afscheidingsvragen. Het licht op de klok is nog maar beperkt, dus ik zal het kort houden. In de wet zijn een aantal voorzieningen getroffen voor de afbakeningsvraagstukken, in ieder geval de verplichting om een samenwerkingsprotocol te sluiten met het OM. Daarnaast is er de verplichting om in het geval van een individueel onderzoek ook af te stemmen. Verder is er de mogelijkheid om met andere toezichthouders en inspecties protocollen af te sluiten. Ik zal erop toezien dat van die mogelijkheid gebruikgemaakt zal worden.


Brondocumenten


Historie