31.869

Tijdelijke wet compensatieregeling loonkosten bij ziekte van oudere en voormalig langdurig werklozen



Het doel van het wetsvoorstel is de invoering van een tijdelijke compensatieregeling om werkgevers tegemoet te komen in de kosten van loondoorbetaling bij ziekte van voorheen werklozen van 55 jaar en ouder.

Het wetsvoorstel impliceert een afwijking van de huidige systematiek waarbij de eerste twee jaar loondoorbetaling voor rekening van de werkgever komen. Het kabinet is tot de slotsom gekomen dat er bijzondere redenen zijn om tijdelijk van de systematiek af te wijken en een compensatieregeling te treffen voor werkgevers om de werkhervatting van langdurige werklozen van 55 jaar en ouder te stimuleren. Deze redenen zijn gelegen in een combinatie van de zwakke arbeidsmarktpositie van deze groep en een negatieve beeldvorming over deze groep bij werkgevers.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (TK 31.869 nr. 2PDF-document) is op 28 mei 2009 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 juni 2009 als hamerstuk afgedaan. 

De wet is opgenomen in Staatsblad 287 van 7 juli 2009.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 288 van 7 juli 2009.


Kerngegevens

ingediend

21 februari 2009

titel

Wijziging van de Ziektewet om in geval van ziekte in de vijf jaren na aanvang van de dienstbetrekking ziekengeld uit te keren aan langdurig zieke oudere werknemers indien voorafgaand aan de dienstbetrekking sprake was van werkloosheid van ten minste 52 weken (Tijdelijke wet compensatieregeling loonkosten bij ziekte van oudere en voormalig langdurig werklozen)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Documenten

1
  • 28 mei 2009
    stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2008/2009, nr. 89, blz: 6917