Dit wetsvoorstel strekt ertoe om in de provincie Friesland (Fryslân) het recht van een ieder te garanderen om gebruik te maken van zijn eigen taal, hetzij Nederlands of Fries, in de rechtszaal en in het contact met bestuursorganen en daarmee de gelijke positie van het Fries en het Nederlands in de provincie Friesland te waarborgen. Met dit wetsvoorstel worden de mogelijkheden voor het gebruik van het Fries in het rechtsverkeer en het bestuurlijk verkeer versterkt.

De instelling van een Orgaan voor de Friese taal is tevens een onderdeel van dit wetsvoorstel. Het Orgaan voor de Friese taal kan door middel van taken en bevoegdheden neergelegd in deze wet bijdragen aan een gelijkstelling van de Friese taal aan de Nederlandse taal in de provincie Friesland. Voorts bevat dit wetsvoorstel aanvullende bepalingen inzake de eed en belofte in de Friese taal, met name in het rechtsverkeer.

De Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer wordt ingetrokken.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 4 juni 2013 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 1 oktober 2013 als hamerstuk afgedaan.

De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) bespreekt op 14 mei 2024 het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het werkprogramma 2024-2025 van DINGtiid (EK, F met bijlagen).


Kerngegevens

ingediend

12 juli 2012

titel

Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.


Documenten

40