Verslag van de plenaire vergadering van dinsdag 23 januari 2024



Parlementair jaar 2023/2024, 17e vergadering

Aanvang: 13.30 uur

Sluiting: 14.32 uur

Status: gecorrigeerd


Bekijk de video van dit verslagpunt

Opening

Voorzitter: Bruijn

Tegenwoordig zijn 70 leden, te weten:

Aerdts, Van Apeldoorn, Bakker-Klein, Van Ballekom, Baumgarten, Belhirch, Van den Berg, Bezaan, Van Bijsterveld, Bovens, Bruijn, Croll, Crone, Dessing, Dittrich, Doornhof, Fiers, Van Gasteren, Geerdink, Goossen, Van der Goot, Griffioen, Van Gurp, Hartog, Van Hattem, Heijnen, Holterhues, Huizinga-Heringa, Janssen, Janssen-van Helvoort, Jaspers, Kaljouw, Karimi, Kemperman, Van Kesteren, Klip-Martin, Kluit, Koffeman, Kroon, Lagas, Van Langen-Visbeek, Marquart Scholtz, Martens, Van Meenen, Meijer, Moonen, Nanninga, Nicolaï, Van den Oetelaar, Oplaat, Panman, Perin-Gopie, Petersen, Prins, Ramsodit, Recourt, Rietkerk, Van Rooijen, Roovers, Rosenmöller, Schalk, Schippers, Van Strien, Talsma, Thijssen, Veldhoen, Visseren-Hamakers, Vos, De Vries en Van Wijk,

en de heer Van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik open de vergadering van de Eerste Kamer der Staten-Generaal op dinsdag 23 januari 2024. Ik heet de leden, de medewerkers en iedereen die deze vergadering via de livestream volgt van harte welkom.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Mededelingen

De voorzitter:

Ingekomen zijn berichten van verhindering van de leden:

Kox en Vogels, wegens werkzaamheden voor de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa;

Van Knapen en Van Toorenburg, wegens persoonlijke omstandigheden;

Walenkamp, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Tevens is ingekomen een brief van de voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking van 17 januari 2024 aan de Voorzitter van de Eerste Kamer, houdende het advies om de artikel 100-brief van de regering over de bredere Nederlandse veiligheidsinzet in Irak van 7 juli 2023 en de aanvullende artikel 100-brief van 29 september 2023 inzake het leveren van de Force Commander, ondersteunende staf en een eenheid transporthelikopters voor de NAVO-missie Irak vanaf mei 2024 voor kennisgeving aan te nemen. De brieven liggen in de zaal ter inzage. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met het advies van de commissie voor BDO heeft verenigd.

Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing van het Eerste Kamerlid Visseren-Hamakers tot plaatsvervangend lid van de Benelux Interparlementaire Assemblee.

Aan de orde is het voorstel om de vervaltermijn van de aangehouden motie van het lid Koffeman c.s. over het uitwerken van een resolutieplan met scenario's voor KLM (36410, letter C) en de aangehouden motie van het lid Hartog c.s. over constructievere manieren voor financieel beheer binnen het Koninkrijk (36410, letter I) met twaalf weken te verlengen. Op grond van artikel 67, eerste lid van het Reglement van Orde zullen de moties op 30 januari aanstaande van rechtswege vervallen.

Kan de Kamer instemmen met het voorstel tot verlenging van de termijn van aanhouden? Dat is het geval. Wenst een van de leden aantekening? Dat is niet het geval. Daarmee zijn de moties aangehouden.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Hamerstuk

Aan de orde is de behandeling van:

  • het wetsvoorstel Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het afschalen van de A-status van covid-19 (36388).

Dit wetsvoorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aanvaard.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Verlangt iemand aantekening? Dat is niet het geval.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Mededelingen


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Dan heb ik heden ingevolge artikel 31 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer het lid Veldhoen aangewezen als voorzitter van de commissie voor Digitalisering en de heer Van Gasteren als ondervoorzitter van de commissie voor Digitalisering.

Op grond van artikel 30 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer heb ik de leden Kaljouw, Van Apeldoorn, Goossen, Panman, Oplaat, De Vries, Hartog, Nicolaï, Belhirch, Dittrich, Van den Oetelaar, Van Hattem, Nanninga, Recourt, Fiers, Ramsodit, Roovers, Prins en Huizinga-Heringa aangewezen als leden van de commissie voor Digitalisering.

Op verzoek van de PVV-fractie heb ik op grond van artikel 30 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer het lid Van Hattem aangewezen als lid van:

  • de commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA);
  • de commissie voor Europese Zaken (EUZA);
  • de commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ);
  • de commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL).

Het lid Van Strien als lid van:

  • de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO);
  • de commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK);
  • de commissie voor Financiën (FIN);
  • de commissie voor Verzoekschriften.

Het lid Van Kesteren als lid van:

  • de commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO);
  • de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV);
  • de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

Het lid Bezaan als lid van:

  • de commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V);
  • de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS);
  • de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Alvorens wij verdergaan met de agenda, meld ik dat de heer Van Hattem heeft verzocht om een derde termijn naar aanleiding van het debat over de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (36333). Ik geef het woord aan de heer Van Hattem.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Voorzitter. Ik wil hierbij inderdaad graag verlof vragen voor een derde termijn naar aanleiding van het debat vorige week over de spreidingswet. We hebben na het debat nog een advies van de Raad van State ontvangen over het ontwerpbesluit voor de AMvB die bij deze wet hoort. Naar aanleiding van dit advies van de Raad van State zou ik graag een derde termijn willen voeren.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Kan de Kamer zich vinden in het verzoek? Dat is het geval. Dan stel ik voor deze derde termijn direct te houden. Indien in deze termijn moties worden ingediend, stel ik voor om aansluitend ook over deze moties te stemmen. Kan de Kamer zich daarin vinden? Dat is het geval.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • het wetsvoorstel Regels inzake een wettelijke taak van gemeenten om opvangvoorzieningen voor asielzoekers mogelijk te maken (Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen) (36333).

Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Aan de orde is de derde termijn van het debat over de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (36333). Ik heet de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van harte welkom in de Eerste Kamer.

De beraadslaging wordt heropend.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Van Hattem.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. We hebben vorige week het debat gehad over de spreidingswet of de asieldwangwet, zoals ik hem toen genoemd heb. Afgelopen week hebben wij na afloop van het debat nog een advies ontvangen van de Raad van State over het ontwerpbesluit voor de AMvB, de algemene maatregel van bestuur die deze wet verder moet gaan regelen, het zogenaamde Besluit gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen. De Raad van State is op een aantal punten zeer kritisch over dit besluit. Niet alleen over dit besluit, maar ook over de werking van dit besluit ten opzichte van de wet zelf: het raakt de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel zelf.

Zo stelt de Raad van State de vraag hoe de positie van de ketenpartners zich verhoudt tot de nieuwe medebewindstaak voor gemeentes zoals die in de spreidingswet is opgenomen. Dit is dus een punt dat de uitvoerbaarheid van de wet raakt. Ook spreekt de Raad van State over onduidelijkheid over de verdeling van de aanmeldcentra en ook over de rol van het COA en de IND in dit kader. Ook geeft de Raad van State aan dat de positie van de ketenpartners noch in de spreidingswet, noch in het ontwerpbesluit als formeel criterium is opgenomen. Hiermee houdt het COA, zo stelt de Raad van State, een belangrijke stem in de uiteindelijke verdeling van opvangplaatsen tussen gemeentes. Het uiteindelijke verdeelbesluit kan, met een beroep op de uitvoeringskracht van de partners in de migratieketen, afwijken van de uitkomst van de Provinciale Regietafels. Dan hebben we het onder andere over het COA en de IND.

Kortom, voorzitter, dit zijn een aantal punten die de uitvoerbaarheid van de wet zelf raken. Wij als Eerste Kamer moeten de wet natuurlijk ook beoordelen op de uitvoerbaarheid. Nu deze kritische kanttekeningen van de Raad van State op tafel liggen, stevige kanttekeningen, moeten we, voordat we hier vandaag eventueel over gaan stemmen, de vraag stellen of de wet als zodanig in voldoende mate uitvoerbaar is. Mijn vraag aan de staatssecretaris is om op deze punten een reactie te geven. We hebben nog geen nader rapport gezien met een reactie op wat de Raad van State aangeeft. Hoe kijkt de staatssecretaris naar de uitvoerbaarheid van de wet, gelet op de kritiek van de Raad van State? Ik overweeg om hierover een motie in te dienen, maar aangezien ik maar één termijn heb, zal ik de motie nu alvast dienen.

Ik heb de tekst alleen digitaal ter beschikking. Kijk, met dank aan de griffie heb ik de tekst nu ook op papier. Ik zal de motie direct voorlezen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat na de plenaire behandeling van het wetsvoorstel de Raad van State op 17 januari jongstleden een advies heeft uitgebracht over het Besluit gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen;

overwegende dat in het advies de Raad van State kritisch is op diverse aspecten van het besluit, die ook de uitvoerbaarheid van de wet als zodanig raken, zoals de wijze van verspreiding van aanmeldvoorzieningen en de verhouding van de positie van de ketenpartners in de migratieketen ten opzichte van de Provinciale Regietafels en de gemeentelijke medebewindstaak;

overwegende dat over voornoemde punten nog geen nader rapport is uitgebracht door de regering;

overwegende dat de Eerste Kamer de uitvoerbaarheid van wetgeving in haar beoordeling dient te kunnen betrekken;

roept de regering op eerst het nader rapport naar aanleiding van het Raad van State-advies over het Besluit gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen aan de Kamer te verstrekken voordat besluitvorming over de wet zal plaatsvinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Hattem.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter L (36333).

De heer Van Hattem (PVV):

Voorzitter, tot zover in deze derde termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Wenst een van de andere leden in de derde termijn het woord? Meneer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.

De heer Nicolaï i (PvdD):

Mijn vraag was even of er geïnterrumpeerd kan worden of dat dit op een andere wijze gaat.

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Nicolaï (PvdD):

De heer Van Hattem heeft het over het advies van de Raad van State. De heer Van Hattem weet dat wij inderdaad ook wetstechnisch gezien problemen hadden, maar is hij het niet met mij eens — daar hebben wij allebei om gevraagd — dat het beleidskader dat de regering heeft toegezegd ons te verschaffen nou juist gaat aangeven hoe die belangenafweging zal gaan plaatsvinden en dat daardoor in feite het hiaat dat er lag in die wet wordt opgeheven?

De heer Van Hattem (PVV):

Dan hebben we het alleen over de belangenafweging, maar de kritiek die de Raad van State heeft, zit eigenlijk op een veel fundamenteler vlak. Het gaat ook over de aard van de medebewindstaak van de gemeentes ten opzichte van de uitvoeringsorganisaties. Als je daar geen duidelijkheid over hebt, dan rammelt er iets in de wet zelf. Wij als Eerste Kamer hebben juist de taak om de wet op z'n kwaliteit te beoordelen en als de Raad van State als belangrijk adviesorgaan hier zegt "daar rammelt iets", dan moeten wij niet halsoverkop een besluit nemen over een wet die later mogelijk voor grote problemen gaat zorgen in de uitvoering, waarbij gemeentes niet weten waar ze aan toe zijn. Om een voorbeeld te geven: vandaag heeft de gemeente Westland, de gemeenteraad, al gezegd "wij gaan hier geen uitvoering aan geven". Je krijgt dus straks heel grote discussies als gemeentes zeggen: wij worden tot medebewind geroepen tot deze wet. Maar als dat medebewind heel onduidelijk is, als we niet eens weten waar precies de taken en bevoegdheden liggen en waar dit op gebaseerd wordt, dan hebben we een heel onduidelijke wet. Dus als wij over een wet gaan stemmen terwijl we niet weten wat daarvan de gevolgen zijn voor de uitvoering, dan zijn we gewoon te overhaast bezig.

De heer Nicolaï (PvdD):

We moeten zeker niet overhaast bezig zijn. Dat ben ik met de heer Van Hattem eens. Daarom hebben we ook uitvoerig aandacht besteed juist aan die kwestie waar u het over heeft. De medebewindstaken zijn gewoon goed omschreven in de wet. Daar gaat het niet om. Het gaat om wat op een gegeven moment de minister, de staatssecretaris kan doen in het kader van het verdeelbesluit. Daar was onduidelijkheid over omdat de wet daar eigenlijk niet de wettelijke criteria verder specificeert en daar hebben we een uitdrukkelijke toezegging gekregen dat die specificatie gaat plaatsvinden in dat beleidskader, dat wij dat krijgen en dat wij daar als Eerste en Tweede Kamer ook over kunnen spreken. Dat wil ik toch aan de heer Van Hattem voorhouden.

De heer Van Hattem (PVV):

Dan hebben we een probleem, want dat beleidskader ligt er nog niet. We weten nog niet hoe en in welke mate dit wordt opgenomen. Als we erover kunnen spreken, dan ligt die wet er en zo gauw de wet van kracht is, zijn de gemeentes al geroepen tot de medebewindstaak. Vanaf het eerste moment dat de wet gepubliceerd is, is er een medebewindstaak. Als er onduidelijkheid bestaat over waar die medebewindstaak zich toe richt gebaseerd op eventuele afwegingen rond de uitvoeringskracht van de ketenpartners, dan is het een heel onduidelijke medebewindstaak en als je iets niet moet hebben, is het onduidelijkheid bij medebewindstaken. Dus ik zeg tegen de heer Nicolaï dat we gewoon moeten zorgen dat we hier zorgvuldig bezig zijn. Als je zo'n wetgevingsproces afrondt, moet dat op een zorgvuldige manier en niet met een beleidskader waarvan nog maar de vraag is wat het gaat opleveren als de wet zelf nog niet voldoende duidelijkheid biedt.

De heer Dittrich i (D66):

Voorzitter. Ik zou graag aan de heer Van Hattem willen vragen waarom hij dit niet heeft ingebracht tijdens debat. Ik hoorde hem termen gebruiken als "overhaast", "haastige spoed" en dat soort dingen. Maar als er één wet waar we uitgebreid over gesproken hebben, is het deze wet, de spreidingswet. We hebben toen ook met z'n allen gezegd: in die wet staat een invoeringstoets. Binnen twee jaar moet gekeken worden of de wet goed uitvoerbaar is en als er verbeterpunten zijn, kunnen die gewoon worden ingebracht. Het probleem dat de heer Van Hattem hier schetst, is dus wel degelijk in het Kamerdebat aan de orde geweest en is geen probleem. De invoeringstoets kan allerlei oneffenheden, als die er al zouden zijn, wegnemen.

De heer Van Hattem (PVV):

Dat ligt toch iets anders. Er gaat een evaluatie plaatsvinden, pas na twee jaar. Dan geldt die wet al, dan worden er al maatregelen genomen. Nu is een advies van de Raad van State aan de orde. Dat lag er pas op 17 januari en is pas op 18 januari gepubliceerd, dus twee dagen nadat we hier het plenaire debat erover hadden. De Raad van State zegt duidelijk dat er onduidelijkheid is. We moeten toch eerst duidelijkheid krijgen over wat er gaat gebeuren als deze wet in werking mocht treden? Ik hoop nog steeds van niet, maar mocht de wet in werking treden, waar zijn de gemeentes dan in medebewind toe geroepen als de uitvoeringstaken van de ketenpartners nog steeds onduidelijk zijn wat betreft de verdeling van asielzoekers over gemeentes?

De heer Dittrich (D66):

We hebben altijd, ook in het debat, gezegd dat als er dingen verbeterd moeten worden — werkende weg kom je dingen tegen — deze worden meegenomen in de invoeringstoets binnen twee jaar. De evaluatie van de wet is pas na vier jaar. Dat is dus een ander onderwerp. Kijkend in de praktijk waar gemeentes eventueel tegen aanlopen: dat kan allemaal in die invoeringstoets worden verwerkt. De Raad van State weet ook niet precies welke problemen er eventueel zouden zijn. Het is allemaal een beetje speculeren, vandaar dat het belangrijk is dat de wet wordt ingevoerd en dat we ermee aan de slag gaan. Mocht er dan ooit eens ergens een probleempje zijn, dan kan dat worden opgenomen in de invoeringstoets.

De heer Van Hattem (PVV):

Dit is geen "probleempje". Dit is een fundamenteel probleem dat gaat over de werking van wet, over de werking van een verdeelbesluit, over vergaande maatregelen richting gemeentes; dwang die richting gemeentes kan worden toegepast op dit vlak. We zien nu al de reacties komen van heel veel gemeentes. Zij zeggen: "Wij vangen nu al zo veel asielzoekers op. Als deze wet wordt aangenomen, moeten wij er straks nog meer gaan opvangen." Als het COA of de IND gaat zeggen dat ze het qua uitvoering niet aankunnen, kun je weer voor een andere situatie komen te staan. Het schept dus heel veel onduidelijkheid. De heer Dittrich zegt dat het gaandeweg kan worden opgelost, maar op het moment dat de wet er ligt, ligt die medebewindstaak er voor gemeentes en kunnen de aantallen opvangplaatsen worden afgedwongen door de staatssecretaris. Dan is het gewoon heel arbitrair hoe wordt omgegaan met de uitvoering door deze ketenpartners.

Mevrouw Karimi i (GroenLinks-PvdA):

Het advies, de conclusie van de Raad van State — ik neem aan dat de heer Van Hattem dat heeft gelezen — is: "De Afdeling advisering heeft een aantal opmerkingen bij het ontwerpbesluit en adviseert daarmee rekening te houden voordat er een besluit wordt genomen." Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris zo meteen in zijn beantwoording zal zeggen hoe hij daarmee rekening gaat houden. Is de heer Van Hattem van plan om dan voor de wet te stemmen?

De heer Van Hattem (PVV):

Voor de wet stemmen zal ik zeker niet doen, dat kan ik mevrouw Karimi ter geruststelling alvast meegeven. Kijk, de Raad van State kan op dit moment alleen adviseren over het ontwerpbesluit zelf en niet meer over de wet. Maar de kritiek richt zich, indirect, wel op de uitvoerbaarheid van de wet zelf, omdat er op een aantal punten sprake is van onduidelijkheid in de wet zelf. Wij als Eerste Kamer hebben nog niet besloten over de wet, dus hebben wij nog de gelegenheid om te zeggen: wacht even, dit rammelt; de wet is gewoon niet goed, niet duidelijk genoeg, dus moeten wij deze wet niet willen en op dit moment een pas op de plaats maken. In ieder geval moeten wij eerst het nader rapport in reactie op het advies van de Raad van State afwachten en dan pas een finaal besluit nemen. Anders gaan we accepteren dat er onduidelijkheid in de uitvoering van de wet zit en nemen we onze taak als Eerste Kamer niet serieus.

Mevrouw Karimi (GroenLinks-PvdA):

De heer Van Hattem heeft heel veel woorden nodig om te zeggen dat hij de wet niet wil. Nou, dat weten wij van de PVV. U heeft meer dan 180 schriftelijke vragen gesteld, er is hier twee dagen gedebatteerd, waarbij u talloze interruptiedebatten heeft gevoerd, ook met de staatssecretaris. Ik zou zeggen dat het nu zo ver is dat we gewoon over de wet moeten stemmen. Iedereen zal dan zien dat de PVV tegenstemt, maar houdt u nu op met traineren.

De heer Van Hattem (PVV):

Als ik me hier duidelijk uitspreek over de kwaliteit van wetgeving, wat een taak is van de Eerste Kamer, en mevrouw Karimi van GroenLinks-PvdA dat "traineren" noemt, dan vind ik dat ongepast. Dit is juist ons werk. Wij moeten kijken naar de kwaliteit van wetgeving. Wij moeten kijken of het uitvoerbaar is. Als de Raad van State al zegt dat het eigenlijk niet uitvoerbaar is op bepaalde punten of in elk geval enkele kritiekpunten heeft wat betreft de uitvoerbaarheid, dan moeten wij dat toch wel heel serieus nemen. Wat we straks krijgen, is een wet waarover veel onduidelijkheid bestaat. En als we dan toch kijken naar hoe er met bepaalde wetten wordt omgegaan: over de Omgevingswet is zelfs na het aannemen van die wet in deze Kamer nog heel veel discussie geweest, zowat tot op de dag van vandaag. Dus dat is helemaal niet zo ongebruikelijk. Of zegt mevrouw Karimi dat alles wat onder andere de GroenLinks-PvdA-fractie, vaak gewoon heel terecht, ten aanzien van de Omgevingswet heeft gedaan ook traineren is? Die woorden zou ik niet in de mond willen nemen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Wenst een van de andere leden in de derde termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan geef ik het woord aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Staatssecretaris Van der Burg i:

Dank u, voorzitter. Wat mij betreft kort. Ik ontraad de motie. Er is hier geen sprake van een voorhang en op het moment dat je deze motie zou aannemen, zou je die op een oneigenlijke wijze toch creëren. Het lijkt me niet dat we dat pad op moeten gaan. In zijn argumentatie haalt de heer Van Hattem ook wet en AMvB door elkaar heen. Het lijkt mij dat we de wet vorige week buitengewoon uitvoerig hebben besproken en dat we ook buitengewoon uitvoerig hebben stilgestaan bij het advies van de Raad van State. Dat heeft de heer Van Hattem zelf ook gedaan. En als het gaat om het advies van de Raad van State met betrekking tot de AMvB, die overigens een dictum b kreeg, in tegenstelling tot de wet, die een dictum c kreeg: daarin stelt de Raad van State helemaal niet voor om een wijziging aan te brengen in de AMvB, maar slechts om naar de toelichting te kijken. Kortom, ik adviseer om de motie niet aan te nemen.

De heer Van Hattem i (PVV):

Het advies van de staatssecretaris over de motie is duidelijk, maar ik heb hem ook een aantal vragen gesteld over hoe hij aankijkt tegen de kritiekpunten die de Raad van State heeft over die uitvoerbaarheid, over de wijze waarop die ketenpartners moeten worden afgewogen ten opzichte van het verdeelbesluit en het medebewind door gemeentes. Kan de staatssecretaris daar nog inhoudelijk op ingaan?

Staatssecretaris Van der Burg:

Volgens mij hebben we vorige week buitengewoon uitvoerig over de wet gesproken en zat de heer Van Hattem aan de bovenkant van vragen stellen en antwoorden krijgen van mij op dat punt. Ik denk niet dat we dat moeten gaan herhalen. We hebben vorige week uitgebreid gesproken over de uitvoerbaarheid, het advies van de Raad van State en de reactie van de Tweede Kamer daarop middels het amendement-Van den Brink, dus volgens mij leidt dit tot een herhaling van zetten. Daar wil ik het eigenlijk bij laten.

De heer Van Hattem (PVV):

De staatssecretaris heeft blijkbaar geen antwoorden op de vragen. Dat moet ik vaststellen. Want er ligt een duidelijk, kritisch rapport van de Raad van State en of dat nou als dictum b of c wordt gekwalificeerd: de inhoudelijke kritiek is duidelijk. Ik vraag de staatssecretaris gewoon om een klip-en-klaar antwoord te geven op de vraag hoe de ketenpartners worden meegenomen bij de wijze waarop het verdeelbesluit wordt opgesteld en hoe dit doorwerkt in de gemeentelijke medebewindstaak. Dat zou geen probleem moeten zijn als deze staatssecretaris een goed wetsvoorstel heeft, maar blijkbaar heeft deze staatssecretaris gewoon geen goed wetsvoorstel. Blijkbaar rammelt het, want anders had hij nu wel een klip-en-klaar antwoord kunnen geven. Dus de vraag is nogmaals aan de staatssecretaris of hij deze vraag gewoon duidelijk kan beantwoorden.

Staatssecretaris Van der Burg:

Ik laat de conclusie aan de heer Van Hattem, hetgeen zal betekenen dat hij tegen gaat stemmen. Overigens had hij dat al besloten voor het debat, dus in die zin heeft de heer Van Hattem op elk moment gezegd dat beantwoording voor hem er sowieso niet toe doet, dat argumenteren er niet toe doet en dat de standpunten van zijn collega's of van het kabinet er niet toe doen. Hij was sowieso tegen. Verder herhaal ik mezelf nu volgens mij voor de tweede keer. Dit hebben we vorige week uitvoerig besproken, aan de hand van het advies van de Raad van State met betrekking tot de wet.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

Dank, voorzitter. De staatssecretaris negeert dus gewoon de vraag, de oprechte vraag die over deze kwaliteit van de uitvoerbaarheid van de wet wordt gesteld. Dat maakt de noodzaak van de door mij ingediende motie alleen maar groter. Dus als de staatssecretaris blijft volharden in het weigeren van het geven van een duidelijk antwoord, dan denk ik dat we toch eerst het nader rapport moeten afwachten in reactie op wat de Raad van State heeft geadviseerd. Dan is de motie gewoon heel hard nodig en wil ik hierbij het verzoek doen om een hoofdelijke stemming over de motie, voorafgaand aan de stemming over het wetsvoorstel. Ik stel de staatssecretaris bij dezen nogmaals de vraag om hier inhoudelijk op te reageren en als hij dat niet doet, dan zullen we het bij per motie moeten afdoen.

Staatssecretaris Van der Burg:

Het is niet aan de staatssecretaris om een mening te geven over het al dan niet hoofdelijk stemmen, daar gaat u als Kamer over.

De voorzitter:

Dank u wel, staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Er is gevraagd om een stemming over de motie van de heer Van Hattem voorafgaand aan de stemming over het wetsvoorstel. Ik kijk even of de Kamer zich in meerderheid kan vinden in die volgorde. Dat is het geval. Vervolgens is er gevraagd om een hoofdelijke stemming over de motie van de heer Van Hattem. De hoofdelijke stemming vindt in beginsel volgende week plaats, tenzij de Kamer anders besluit, zegt het Reglement van Orde. Ik kijk even of de Kamer zich erin kan vinden dat wij de hoofdelijke stemming vandaag laten plaatsvinden. Dat is het geval.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Stemmingen (hoofdelijk)

Stemming motie Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen

Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Regels inzake een wettelijke taak van gemeenten om opvangvoorzieningen voor asielzoekers mogelijk te maken (Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen),

te weten:

  • de motie-Van Hattem over eerst het nader rapport naar aanleiding van het advies van de Raad van State aan de Kamer verstrekken voordat besluitvorming over het wetsvoorstel plaatsvindt (36333, letter L).

(Zie vergadering van heden.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Dan zijn thans aan de orde de stemmingen. Hebben voldoende leden de presentielijst getekend? Dat is het geval. Ik heb begrepen dat de heer Dittrich het woord wenst over het aanhouden van een motie. Ik geef het woord aan de heer Dittrich voor een korte toelichting.

De heer Dittrich i (D66):

Dank, voorzitter. Ik zou mijn eigen motie willen aanhouden, omdat ik nog op wat gegevens wacht. Ik hoop dat de Kamer het ermee eens is dat deze motie wordt aangehouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Dittrich stel ik voor zijn motie (36333, letter H) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Lagas zich inmiddels ook naar de interruptiemicrofoon begeeft voor een opmerking of een vraag. Gaat uw gang, mevrouw Lagas.

Mevrouw Lagas i (BBB):

Dank u wel, voorzitter. U verraste mij een beetje met het tempo waarmee u doorging naar de motie van de heer Dittrich. Ik dacht dat wij in het fractievoorzittersoverleg hadden afgesproken om gelegenheid tot een schorsing te geven om de motie van de PVV te bespreken indien nodig. Er werd niet gevraagd of dat gewenst werd en wij willen dat wel graag even.

De voorzitter:

Zeker. Dan vraag ik nu of dat gewenst is. Het antwoord heeft u al gegeven. Dan stel ik voor dat ik tien minuten schors, zodat de fracties even overleg kunnen hebben over hun stem bij de motie van de heer Van Hattem. Ik schors ruim tien minuten, tot 14.15 uur.

De vergadering wordt van 14.01 uur tot 14.15 uur geschorst.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Thans is aan de orde de stemming over de motie 36333, letter L, de motie van het lid Van Hattem over eerst het nader rapport naar aanleiding van het advies van de Raad van State aan de Kamer verstrekken voordat besluitvorming over het wetsvoorstel plaatsvindt. De heer Van Hattem heeft verzocht om een hoofdelijke stemming. Dan stemmen we nu over de motie 36333, letter L van Leonard.

Hebben voldoende leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.

Wenst een van de leden een stemverklaring af te leggen? Mevrouw Lagas.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Lagas i (BBB):

Ik hoorde u zojuist "Leonard" erachter zeggen, maar … Graag even een stemverklaring namens de fractie van BBB over de motie-Van Hattem die net is ingediend. Wij vinden het erg jammer dat die zo laat tot ons is gekomen. Wij spreken ook uit dat we de beantwoording van de staatssecretaris betreuren. Wij hadden daar graag wat meer over gehoord. We gaan natuurlijk wel meedoen met de hoofdelijke stemming, maar wij wilden dit toch nog graag meegeven.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Lagas. U heeft nog niet gezegd of u nou voor of tegen gaat stemmen. De zaal vraagt daar wel om. Gaat uw gang.

Mevrouw Lagas (BBB):

Wij zijn er als fractie wel eensgezind uitgekomen.

(Hilariteit)

Mevrouw Lagas (BBB):

Wij gaan dus tegen de motie stemmen om de reden die ik net aangaf.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Lagas.

Mevrouw Lagas (BBB):

Neemt u mij niet kwalijk dat ik nog even in de gedachten zat.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

De heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Nicolaï i (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. De Partij voor de Dieren gaat ook tegen de motie stemmen. Het is jammer dat dit zo laat naar voren is gebracht. Er is één grote vergissing in het verhaal van de heer Van Hattem: de medebewindstaken gaan pas gelden op het moment dat het verdeelbesluit tot stand is gekomen. Over de totstandkoming van het verdeelbesluit hebben we uitvoerig gesproken met de staatssecretaris. De staatssecretaris heeft uitdrukkelijk toegezegd dat er een beleidskader komt, dat wij dat krijgen en dat wij daarover mee kunnen praten. Daarmee is, denk ik, de zaak opgelost.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Nicolaï. De heer Van den Oetelaar, Forum voor Democratie.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van den Oetelaar i (FVD):

Dank u wel, voorzitter. Wij zullen deze motie steunen. Zojuist is een officiële derde termijn behandeld. De staatssecretaris is hier om vragen van ons, de Kamer, te beantwoorden. Maar hij heeft tot drie keer toe geweigerd de vragen te beantwoorden. Die vragen kwamen ook voort uit het rapport dat pas twee dagen na het debat naar buiten is gekomen. Daarom zullen wij deze motie steunen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van den Oetelaar. Dan de heer Schalk namens de SGP.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Ik roep heel graag de Kamer in herinnering dat de SGP-fractie van tevoren heeft gepleit voor het controversieel verklaren van deze wet. Dat is niet gebeurd. Vervolgens hebben we het wetgevingstraject denk ik ordentelijk behandeld. Ik zou het ook ordentelijk willen afwikkelen. Dat betekent dat wij deze motie niet zullen steunen omdat ik vind dat we dat dan vorige week hadden moeten inbrengen in het debat, of nog eerder.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schalk. Dan verzoek ik de leden om zo dadelijk duidelijk hun stem uit te brengen met de woorden "voor" of "tegen", zonder enige bijvoeging.

In stemming komt de motie-Van Hattem (36333, letter L).

Vóór stemmen de leden: Nanninga, Van den Oetelaar, Van Strien, Baumgarten, Bezaan, Van Bijsterveld, Dessing, Van Hattem en Van Kesteren.

Tegen stemmen de leden: Van Langen-Visbeek, Marquart Scholtz, Martens, Van Meenen, Meijer, Moonen, Nicolaï, Oplaat, Panman, Perin-Gopie, Petersen, Prins, Ramsodit, Recourt, Rietkerk, Van Rooijen, Roovers, Rosenmöller, Schalk, Schippers, Talsma, Thijssen, Veldhoen, Visseren-Hamakers, Vos, De Vries, Van Wijk, Aerdts, Van Apeldoorn, Bakker-Klein, Van Ballekom, Belhirch, Van den Berg, Bovens, Bruijn, Croll, Crone, Dittrich, Doornhof, Fiers, Van Gasteren, Geerdink, Goossen, Van der Goot, Griffioen, Van Gurp, Hartog, Heijnen, Holterhues, Huizinga-Heringa, Janssen, Janssen-van Helvoort, Jaspers, Kaljouw, Karimi, Kemperman, Klip-Martin, Kluit, Koffeman, Kroon en Lagas.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met 9 stemmen voor en 61 stemmen tegen is verworpen.

Stemming Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Regels inzake een wettelijke taak van gemeenten om opvangvoorzieningen voor asielzoekers mogelijk te maken (Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen) (36333).

(Zie vergadering van 16 januari 2024.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Thans is aan de orde de stemming over wetsvoorstel 36333, Regels inzake een wettelijke taak van gemeenten om opvangvoorzieningen voor asielzoekers mogelijk te maken. De heer Van Hattem heeft eerder om een hoofdelijke stemming verzocht. Dan stemmen we nu over het wetsvoorstel Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (36333).

Wenst een van de leden een stemverklaring af te leggen? Mevrouw Lagas, gaat uw gang.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Lagas i (BBB):

Dank u wel, voorzitter. De BBB wenst de situatie in de asielketen op korte termijn te verbeteren. De BBB is daarom ook niet tegen de spreiding van de verantwoordelijkheid over het land. De voorliggende wet lijkt sympathiek, maar heeft een heleboel haken en ogen. De wet lost de problemen niet op korte termijn op. In afwachting van deze wet zijn er weliswaar verschillende opinies binnen de fractie, maar we vinden dat we politiek gezien die verschillen opzij moeten zetten om als partij een eenduidig signaal af te geven aan het land en het landsbestuur. We stemmen dus als fractie tegen deze wet.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Lagas. Dan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. De verkiezingsuitslag van 22 november met enorme verschuivingen kan je een eerste duidelijke reactie vanuit het electoraat noemen op het te gemakkelijk iedereen in het gelid proberen te zetten. De opstand van de provincie, de regio tegen het land, om zo een algemene duiding te geven van de verkiezingsuitslag, was een duidelijk signaal om eerst weer eens te gaan nadenken.

Voorzitter. Daarom heeft deze spreidingswet, ook door het moment van behandeling, zo'n symbolische waarde. Het is weer een mijlpaal van centrale sturing. Natuurlijk, de immigratie is deksels ingewikkeld en het meeste overkomt ons. Heus, de fractie van 50PLUS heeft alle begrip voor de argumenten in dit ongelofelijk lastige vraagstuk, maar laten we het nee van volksvertegenwoordigers, net als het nee van veel kiezers in november, met z'n allen serieus nemen en op zijn waarde schatten.

Voorzitter. Mijn fractie geeft vandaag voorrang aan het alarmsignaal boven een genuanceerde afweging van alle bestuurlijke argumenten die ten grondslag liggen aan deze wet. Daarom zal de fractie van 50PLUS tegen het wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Nanninga namens JA21.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Nanninga i (JA21):

Dank, voorzitter. De fractie van JA21 liep al niet warm voor de dwangwet. Daar hebben het debat, de andere standpunten van andere fracties en de beantwoording door de staatssecretaris weinig aan veranderd. Kijk ook weer naar de actualiteit sinds de afgelopen week, sinds we dit met elkaar besproken hebben. Er is geen zicht op de instroom. Er zijn gemeenten zoals Westland die al zeggen: dit gaan we écht niet doen. Dat alles in aanmerking nemend zullen wij vanuit de grond van ons hart tegen deze verschrikkelijke wet stemmen. Wij roepen gemeenten ook op om het voorbeeld van Westland te volgen en hier niet in mee te gaan. Wij stemmen tegen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Nanninga. De heer Van Hattem namens de PVV.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank, voorzitter. Zoals vorige week ook uitgebreid besproken, zorgt deze wet er alleen maar voor dat de asielopvangcapaciteit in Nederland wordt verruimd, en dan ook nog op de langere termijn en structureel gezien. Als er dan niks aan de instroom gebeurt, lost dit helemaal niks op. Integendeel, Nederland is al propvol en het wordt alleen maar voller hierdoor. De dwang richting de gemeentes is bovendien onacceptabel. En zoals net gememoreerd in de derde termijn, is de wet ook nog slecht uitvoerbaar. Kortom, de PVV-fractie zal tegen dit schabouwelijke wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Wenst een van de andere leden een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval.

Ik verzoek de leden zo dadelijk duidelijk hun stem met het woord "voor" dan wel "tegen" uit te brengen, zonder enige bijvoeging.

In stemming komt het wetsvoorstel.

Vóór stemmen de leden: Karimi, Klip-Martin, Kluit, Koffeman, Martens, Van Meenen, Meijer, Moonen, Nicolaï, Perin-Gopie, Petersen, Prins, Ramsodit, Recourt, Rietkerk, Roovers, Rosenmöller, Schippers, Talsma, Thijssen, Veldhoen, Visseren-Hamakers, Vos, Aerdts, Van Apeldoorn, Bakker-Klein, Van Ballekom, Belhirch, Van den Berg, Bovens, Bruijn, Crone, Dittrich, Fiers, Geerdink, Van der Goot, Van Gurp, Hartog, Holterhues, Huizinga-Heringa, Janssen, Janssen-van Helvoort en Kaljouw.

Tegen stemmen de leden: Kemperman, Van Kesteren, Kroon, Lagas, Van Langen-Visbeek, Marquart Scholtz, Nanninga, Van den Oetelaar, Oplaat, Panman, Van Rooijen, Schalk, Van Strien, De Vries, Van Wijk, Baumgarten, Bezaan, Van Bijsterveld, Croll, Dessing, Doornhof, Van Gasteren, Goossen, Griffioen, Van Hattem, Heijnen en Jaspers.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met 43 stemmen voor en 27 stemmen tegen is aanvaard.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Stemming

Stemming motie Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen

Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over Regels inzake een wettelijke taak van gemeenten om opvangvoorzieningen voor asielzoekers mogelijk te maken (Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen),

te weten:

  • de motie-Perin-Gopie c.s. over het stimuleren van duurzame kleinschalige opvang (36333, letter I).

(Zie vergadering van 16 januari 2024.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Dan stemmen wij over de motie 36333, letter I, de motie van het lid Perin-Gopie c.s. over het stimuleren van duurzame kleinschalige opvang. Wenst een van de leden een stemverklaring over de motie af te leggen? De heer Van Rooijen namens 50PLUS.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. De 50PLUS-fractie stemt wel voor de motie-Perin-Gopie. Mijn fractie deelt de wens om kleinschalige opvang waar mogelijk te bevorderen, zolang dit niet betekent dat kleinschalige opvang per se de norm wordt. Doelmatigheid en uitvoerbaarheid moeten doorslaggevend blijven.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Wenst een van de andere leden nog een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval.

We stemmen bij zitten en opstaan.

In stemming komt de motie-Perin-Gopie c.s. (36333, letter I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, de SGP, D66, het CDA, Volt, de SP, de PvdD, de ChristenUnie, BBB en 50PLUS voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV, FVD, de VVD en JA21 ertegen, zodat zij is aanvaard.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Ik teken hierbij aan dat de fractie van OPNL afwezig is.

Ten slotte meld ik u nog dat het lid Van Rooijen eveneens benoemd is tot lid van de commissie voor Digitalisering.

Hiermee zijn we gekomen aan het einde van de stemmingen. Tevens zijn we gekomen aan het einde van de vergadering. Ik dank alle leden, de staatssecretaris, de medewerkers die deze vergadering mogelijk hebben gemaakt en de aanwezigen op de publieke tribune voor hun komst naar de Kamer.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Sluiting

Sluiting 14.32 uur.


Bijlages

Lijst van besluiten en ingekomen stukken

Lijst van besluiten:

De Voorzitter heeft na overleg met het College van fractievoorzitters besloten om de behandeling van het volgende hamerstuk te doen plaatsvinden op 23 januari 2024:

Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het afschalen van de A-status van covid-19 (36388).

Lijst van ingekomen stukken, met de door de Voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. de volgende door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen wetsvoorstellen:

Wijziging van de Opiumwet in verband met het toevoegen van een derde lijst met als doel het tegengaan van de productie van en de handel in nieuwe psychoactieve stoffen en enkele andere wijzigingen (36159);

Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2023/959, richtlijn nr. 2023/958 en verordening nr. 2023/957 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 mei 2023 (PbEU 2023, L130) met het oog op aanpassingen van het emissiehandelssysteem op het terrein van broeikasgasinstallaties en luchtvaart en een uitbreiding naar scheepvaart en brandstofleveranciers (36407).

Deze wetsvoorstellen zullen in handen worden gesteld van de desbetreffende commissies;

2. de volgende geschriften:

een, van P.B., inzake "Zeer interessante analyse om snel tot een nieuw kabinet te komen" (griffienummer 174548).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken;

een, van C.B., inzake "Brief over gevolgen door divers beleid m.b.t. o.a. bouw, landbouw en industrie" (griffienummer 174542).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat en de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving;

een, van A.C., inzake "Artikel over klimaatverandering en energietransitie" (griffienummer 173881.02);

een, van G.B., inzake "Verzoek rekening houden met genoemde punten in brief bij beslissing over de salderingsregeling - brief 2" (griffienummer 173823.08);

een, van R.G., inzake "Uitspraak - Behoud salderingsregeling zonnepanelen kost overheid 2,8 miljard euro - is niet waar" (griffienummer 173772.02);

een, van T.S., inzake "Verzoek rekening houden met genoemde punten in brief bij beslissing over de salderingsregeling" (griffienummer 173823.09).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat;

een, van W.T., inzake "Oneens met invoering hoger tarief wegenbelasting campers" (griffienummer 174176.13).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Financiën en de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving;

een, van A.B., inzake "Nabestaande pensioen wordt illusie" (griffienummer 170746.143).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Financiën en de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

een, van A.V., inzake "Behandeling spreidingswet" (griffienummer 174063.17);

een, van H.V., inzake "Oproep tot verwerpen van het wetsvoorstel spreidingswet" (griffienummer 174063.15);

een, van I.E., inzake "Situatie van asielzoeker - brief 4" (griffienummer 172573.04);

een, van J.K., inzake "Manifestatie - Spreiden Moet - Hartenkreet uit Westerwolde" (griffienummer 174063.26);

een, van M.D., inzake "Situatie van asielzoeker - brief 2" (griffienummer 172573.05);

een, van M.G., inzake "Situatie van Afghaanse asielzoeker" (griffienummer 172573.04);

een, van M.N., inzake "Situatie van asielzoeker - brief 3" (griffienummer 172573.06);

een, van VNG, inzake "Petitie spreidingswet 16 januari 2024" (griffienummer 174063.22).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad;

een, van J.R., inzake "Brief over studielening aan de Eerste Kamer - Compensatie leenstudenten" (griffienummer 173045.01).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

een, van V.H., inzake "Voor de covidpandemie was een oefening en een virus is ontsnapt uit een lab" (griffienummer 174584).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

een, van H.C., inzake "Tegen spreidingswet" (griffienummer 170463.29);

een, van H.K., inzake "Toets de spreidingswet" (griffienummer 174063.41);

een. van J.H., inzake "Tegen spreidingswet" (griffienummer 174063.35);

een, van J.H., inzake "Spreidingswet - U heeft de dwangwet niet controversieel verklaard" (griffienummer 174063.28);

een, van J.H., inzake "Oproep tot stemmen voor de spreidingswet" (griffienummer 174063.18);

een, van K.M., inzake "Opmerking over spreidingswet en het standpunt van de VVD" (griffienummer 174063.24);

een, van L.V., inzake "Tegen spreidingswet" (griffienummer 174063.32);

een, van M.L., inzake "Voor spreidingswet" (griffienummer 174063.33);

een, van P.P., inzake "Tegen spreidingswet" (griffienummer 174063.40);

een, van T.V., inzake "Voor spreidingswet" (griffienummer 174063.30);

een, van V.H., inzake "Tegen spreidingswet" (griffienummer 174063.38);

een, van V.P., inzake "Spreidingswet - De instroom immigratie moet omlaag, zowel studenten, arbeidsmigranten en asielzoekers" (griffienummer 174063.27).

Deze geschriften worden van belang geacht voor alle leden.

De Voorzitter stelt voor deze geschriften voor kennisgeving aan te nemen.