Verslag van de plenaire vergadering van dinsdag 13 september 2016



Parlementair jaar 2015/2016, 39e vergadering

Aanvang: 13.30 uur

Sluiting: 14.08 uur

Status: gerectificeerd


Bekijk de video van dit verslagpunt

Opening

Voorzitter: Broekers-Knol

Tegenwoordig zijn 73 leden, te weten:

Van Apeldoorn, Atsma, Backer, Barth, Beuving, Van Bijsterveld, Bredenoord, Brinkman, Broekers-Knol, Bruijn, Dercksen, Diederik van Dijk, Don, Duthler, Elzinga, Engels, Ester, Faber-van de Klashorst, Flierman, Ganzevoort, Gerkens, De Graaf, De Grave, Van Hattem, Ten Hoeve, Huijbregts-Schiedon, Jorritsma-Lebbink, Van Kappen, Van Kesteren, Klip-Martin, Knapen, Knip, Koffeman, Köhler, Kok, Kops, Kox, Krikke, Kuiper, Lintmeijer, Markuszower, Martens, Meijer, Nagel, Nooren, Oomen-Ruijten, Pijlman, Popken, Postema, Prast, Rinnooy Kan, Rombouts, Van Rooijen, Ruers, Schaap, Schalk, Schaper, Schnabel, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Sietsma, Stienen, Van Strien, Strik, Teunissen, Van de Ven, Verheijen, Vos, Vreeman, De Vries-Leggedoor, Van Weerdenburg en Wezel,

en de heer Rutte, minister-president, minister van Algemene Zaken.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Mededelingen

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Van Rij, wegens verblijf buitenslands;

Hoekstra, wegens persoonlijke omstandigheden.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Herdenking de heer De Jong

Aan de orde is de herdenking van de heer P.J.S. de Jong.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik heet de minister-president van harte welkom.

Ik verzoek de leden te gaan staan.

Op 27 juli jongstleden overleed op 101-jarige leeftijd Piet de Jong: senator voor de Katholieke Volkspartij van 11 mei 1971 tot 17 september 1974. In de vier jaar ervoor was de heer De Jong minister-president van het eerste naoorlogse kabinet dat een volle periode zou dienen. Wendbaar maar koersvast stuurde hij het schip van Staat.

Petrus Jozef Sietse de Jong werd geboren op paaszaterdag 3 april 1915 in Apeldoorn, als zesde kind in een Fries katholiek gezin. Na de hbs in Apeldoorn volgde de heer De Jong de adelborstenopleiding in Den Helder, waar hij afstudeerde als tweede van zijn jaar.

Op 19-jarige leeftijd werd de heer De Jong luitenant-ter-zee der derde klasse bij de onderzeedienst. Drie jaar lang was hij gestationeerd in Soerabaja. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in mei 1940 moest hij plotseling als oudste officier met een onderzeeboot de oversteek maken van Rotterdam naar Engeland. Het betrof een vaartuig dat nog nooit op volle kracht had gevaren en waarschijnlijk niet waterdicht was. Maar door het foutloos navigeren van de heer De Jong brak het schip door de waterlinie en maakte het veilig de overtocht.

In de oorlogsjaren die volgden, patrouilleerde de heer De Jong op de Noordzee, de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan en de Javazee. Aan boord ontwikkelde hij een beheerste, onverstoorbare nuchterheid: iets waar hij in zijn latere politieke loopbaan om bekend zou staan. Zijn jaren op zee verruimden ook zijn blik op de wereld. Zelf zei de heer De Jong hier later over: "Er zijn twee soorten mensen: zij die op het strand staan en denken hier eindigt het land en zij die denken hier begint de rest van de wereld."

In 1948 werd de heer De Jong adjudant van de minister en later van de staatssecretaris van Marine. Daarna was hij achtereenvolgens gezagvoerder, stafofficier bij de NAVO en adjudant van Koningin Juliana. In die jaren ontwikkelde hij een reputatie als deskundig militair, wars van politiek geschipper.

Om die reden werd de heer De Jong in 1959 letterlijk met een helikopter van boord gehaald om staatssecretaris van Defensie te worden. Vier jaar later werd hij benoemd tot minister van Defensie. In die hoedanigheid voerde hij een grootscheepse reorganisatie door. Het departement zou voortaan bestaan uit drie afzonderlijke krijgsmachtonderdelen, onder een verticale gezagsstructuur. Dit stuitte in het parlement op veel weerstand. Maar door goed te luisteren en snel door te dringen tot de zaak, kreeg de heer De Jong uiteindelijk veel lof voor de manier waarop hij het beleid sympathieker had gemaakt. De reorganisatie was zelfs zo grondig, dat de financiële toekomst van Defensie er voor het eerst in jaren goed voor stond.

Na de val van het kabinet-Cals in de nacht van Schmelzer, opgevolgd door het overgangskabinet-Zijlstra, werd de heer De Jong in april 1967 benoemd tot minister-president. Al snel wist hij zijn kabinet aan hem, aan elkaar en aan het programma te binden. Als evenwichtige en — als het nodig was — daadkrachtige commandant stelde hij zijn ploeg in staat tot aanzienlijke prestaties. Zo kwam er een omvangrijk wetgevingsprogramma tot stand: de AWBZ, democratisering van de universiteiten, invoering van de btw, emancipatie van homoseksuelen, vereenvoudiging van de echtscheiding, inkomensnivellering ... en dit alles onder een stringent begrotingsbeleid.

In een periode van onze vaderlandse geschiedenis waarin vrijwel iedere vorm van autoriteit over de hekel werd gehaald, vond de heer De Jong precies de goede balans tussen loslaten en ingrijpen. Hij toonde zich wendbaar maar koersvast.

Op 11 mei 1971, twee maanden na het einde van zijn premierschap, werd de heer De Jong beëdigd als lid van de Eerste Kamer. Hier werd hij spoedig aangewezen als fractievoorzitter van de KVP. Als Kamerlid bepleitte hij dat zijn partij samen met de ARP en de CHU een groot christendemocratisch blok zou vormen. In dit huis stelde de heer De Jong tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in 1972 dat politiek niets anders is dan het regelen van betrekkingen tussen burgers en dat velen de inspiratie en opdracht daartoe vinden in hun geloof. In een interview zei hij hierover dat de essentie van het geloof en de politiek ligt in het gebod dat je je naaste lief moet hebben.

Toen de KVP, ARP en CHU bij de verkiezingen van 1974 toch kozen voor aparte lijsten, trok de heer De Jong zich terug uit de actieve politiek. Maar achter de schermen bleef hij zich hard maken voor de fusie. De handtekeningenactie die volgde op zijn rechtstreekse beroep op de leden van de drie partijen gaf de doorslag voor het vormen van het CDA.

De heer De Jong besteedde na zijn vertrek uit de politiek veel tijd aan charitas. Zo was hij vicevoorzitter van het Nederlandse Rode Kruis, voorzitter Comité Nationale Herdenking '40-'45 en voorzitter van de Centrale voor bemiddeling en medefinanciering van ontwikkelingsprogramma's. Ook vervulde de heer De Jong commissariaten bij DAF, Nationale Nederlanden, Shell, Het Financieele Dagblad en Hoogovens. Ook was hij bestuurder bij Katholieke Universiteit Nijmegen, Westeinde Ziekenhuis, Stichting Holland Beton Groep en Douwe Egberts. Voorts leidde hij economische missies naar Australië en China en was hij voorzitter van de Industriële Raad voor de Oceanologie.

De heer De Jong volstond in het parlement doorgaans met weinig woorden. Ik denk dan ook dat hij zou vinden dat ik nu te lang spreek. Maar de woorden die hij uitsprak waren messcherp, resoluut en vaak met een kwinkslag. Het is een groot goed dat zijn scherpe geest tot op hoge leeftijd intact is gebleven.

De heer De Jong was een groots staatsman, die een prominente plek in onze geschiedenis verdient. Zijn reputatie als oud-premier is met de jaren alleen maar gegroeid. Het is hem gegeven geweest dat zelf op hoge leeftijd te mogen ervaren.

Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor onze vaderlandse democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.

Ik geef nu het woord aan de minister-president.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Minister Rutte i:

Mevrouw de voorzitter. "In deze snel veranderende wereld moet de regering haar koers bepalen. Zij doet dit ondanks de beperkte mogelijkheden waarover zij kan beschikken, in het bewustzijn van de grote verantwoordelijkheden die zij daarmee voor de toekomst van ons land draagt." Was getekend: Piet de Jong.

Het is een uitspraak die veel zegt over zijn verantwoordelijkheidsbesef, over zijn relativeringsvermogen en over zijn gevoel voor de tijd. Dankzij deze eigenschappen was Piet de Jong in de woelige jaren zestig precies de minister-president die ons land nodig had. Wij zijn dankbaar voor datgene wat hij voor ons land heeft gedaan en betekend. Van grote betekenis voor zijn verdere leven was inderdaad de Tweede Wereldoorlog, die hij als commandant doorbracht op onderzeeboot O 24. Het waren jaren op het scherpst van de snede, soms balancerend op de rand van leven en dood met een kleine groep mensen in een beperkte ruimte. Deze ervaringen tekenden zijn persoonlijkheid. Hij zei daar zelf over: "Als je eenmaal het suizen van de zeis hebt gehoord, dan is het leven daarna een heel beetje anders geworden. Je hebt dan voor je hele verdere leven geleerd te relativeren. Je gaat losser staan tegenover de materiële dingen."

Piet de Jong verruilde in 1959 de zee voor het land, toen de KVP een beroep op hem deed. Hij zou zijn leven lang in zeemanstermen blijven spreken, tot en met het moment in de Tweede Kamer dat de microfoon te hoog stond voor de niet zo heel lange Piet de Jong, en hij zei: voorzitter, kan de periscoop een klein beetje lager gesteld worden?

Ook in zijn politieke leven bleef hij de man die hij was op zee, kordaat en dienstbaar. Van enige vorm van ijdelheid had hij totaal geen last. Over het premierschap zei hij: de echte attractie ervan heb ik eigenlijk nooit goed kunnen begrijpen. Misschien bezat hij daardoor die geweldige ontspannenheid en ook eerlijkheid. Hij wist Nederland rustig en beheerst door de branding van de jaren zestig te loodsen. Volgens hemzelf was het een tijd van verfrissende vernieuwing, maar soms ook van verwarring. Hij had begrip voor de roep om meer democratie, openheid en gelijkheid, maar trad op wanneer er grenzen werden overschreden. Het kabinet-De Jong bracht in de roerige jaren zestig veel wetgeving, maar ook beleid tot stand. Van de invoering van het minimumloon, de verhoging van de AOW en de versterking van de ontwikkelingssamenwerking tot een flinke verlaging van de werkloosheid: het kan allemaal op het conto geschreven worden van het doortastende kabinet-De Jong.

Met grote beminnelijkheid en hoffelijkheid wist Piet de Jong anderen te overreden. Het is een euvel dat het zo'n aardige man is, heeft een politieke tegenstander eens over hem gezegd. Je móest hem wel aardig vinden. Piet de Jong gaf, met goed gevoel voor de tijdgeest, de aanzet tot een overheid die minder gesloten en ook minder regentesk was dan voorheen. Zo begon hij in 1970 met een wekelijkse persconferentie na de ministerraad. In zijn contacten met de pers verstopte hij zich nooit achter wollige woorden. Piet de Jong zei rond en eenvoudig waar het op stond. Dat deed hij ook de afgelopen jaren tijdens de gesprekken en ontmoetingen die ik met hem had. Ik heb hem leren kennen als een innemend en scherpzinnig man met een filosofische kijk op het leven, voortkomend uit een diep godsvertrouwen. Het katholieke geloof was voor hem haast alles betekenend. De altijd nuchtere Piet de Jong had een duidelijk spirituele kern. Zo zei hij ook over de volgens hem mysterieuze geluiden van dieren en planten in de zee: hoe dat werkt, weet geen mens; dat staat allemaal in de boeken in de hemel.

Vandaag herdenken wij Piet de Jong met warmte, respect en dankbaarheid. Namens de regering wens ik zijn kinderen, familie en vrienden de kracht toe om dit grote verlies te dragen.

De voorzitter:

Mag ik de leden verzoeken om een moment van stilte in acht te nemen?

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Beëdiging de heer H.H. Sietsma

Aan de orde is de beëdiging van de heer H.H. Sietsma.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat door mij zijn benoemd tot leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van het benoemde lid der Kamer, de heer H.H. Sietsma: de heer D.J.H. Van Dijk (voorzitter), mevrouw M.P. Meijer en mevrouw J.E.A.M. Nooren.

Ik deel aan de Kamer mede dat de ingekomen missives van de voorzitter van het centraal stembureau en de geloofsbrief van de heer H.H. Sietsma inmiddels in handen zijn gesteld van de commissie tot het onderzoek van de geloofsbrief.

Het is mij gebleken dat de commissie haar taak reeds heeft verricht.

Ik geef derhalve het woord aan de heer Van Dijk, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van de heer H.H. Sietsma, tot het uitbrengen van rapport.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Diederik van Dijk i, voorzitter der commissie:

Voorzitter. De commissie welke de geloofsbrief van het te benoemen lid van de Kamer de heer H.H. Sietsma heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrief en de daarbij ingevolge de Kieswet overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden. Het rapport van de commissie is neergelegd ter Griffie, ter inzage voor de leden. De commissie adviseert de Kamer om de heer H.H. Sietsma als lid van de Kamer toe te laten.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik dank de heer Van Dijk voor het uitbrengen van het rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak.

Ik stel aan de Kamer voor, het advies van de commissie te volgen en het volledige rapport in de Handelingen te doen opnemen.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Ik verzoek de griffier, de heer Sietsma binnen te leiden.

Nadat de heer H.H. Sietsma door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven eed af.

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met uw benoeming en verzoek u thans de presentielijst te tekenen. Na het zetten van uw handtekening en voor het plaatsnemen in ons midden verzoek ik u om nog even te blijven staan, zodat de overige leden u met uw benoeming kunnen feliciteren. Van harte geluk gewenst!

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Mededelingen

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Ik deel aan de Kamer mee dat het lid Elzinga mij schriftelijk heeft laten weten dat hij per 1 oktober 2016 zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer wenst neer te leggen. Ik zal de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer van de ontslagneming in kennis stellen.

Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, d.d. 6 september 2016, houdende aanwijzing van mevrouw Y. Cegerek tot lid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad.

De Kamer heeft diverse voornemens tot het sluiten, vaststellen, wijzigen of verlengen van verdragen, protocollen en overeenkomsten ontvangen. Ik stel vast dat voor de volgende voornemens de termijnen zijn verstreken en dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze voornemens geen behoefte bestaat: 23908 (R1519), BM; 23908 (R1519), BN; 23908 (R1519), BO; 23908 (R1519), BP; 24493 (R1557), AX; 24493 (R1557), AY; 24493 (R1557), AZ; 24493 (R1557)/33257, B; 34438, A; 34484, A; 34488, nr.1; 34495, A.

Op verzoek van de fractie van de ChristenUnie heb ik aangewezen:

de heer H.H. Sietsma als lid van de commissies Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ), Immigratie en Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Veiligheid en Justitie (V&J) in de bestaande tijdelijke vacature;

de heer H.H. Sietsma als lid van de commissie Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) in plaats van de heer Kuiper.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Beëdiging eerste plaatsvervangend griffier, de heer R.H. Van Luijk

Beëdiging eerste plaatsvervangend griffier

Aan de orde is debeëdiging van de eerste plaatsvervangend griffier der Kamer.

De voorzitter:

De heer R.H. van Luijk is in het gebouw der Kamer aanwezig teneinde de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen.

Ik verzoek de griffier, hem binnen te leiden.

Ik merk nog op dat deze instructie dateert uit 1842. In 1969 is ze voor het laatst gewijzigd. Dat is te merken aan het taalgebruik.

Nadat de heer R.H. van Luijk door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Mijnheer Van Luijk, ik feliciteer u van ganser harte als eerste met de aanvaarding van deze functie. Ik verzoek u hier nog even voor het rostrum te blijven staan om de leden, nadat ik de vergadering gesloten heb, de gelegenheid te geven u te feliciteren.


Bekijk de video van dit verslagpunt

Sluiting

Sluiting 14.08 uur.


Bijlages

Lijst van besluiten en ingekomen stukken

Lijst van besluiten:

De Voorzitter heeft na overleg met het College van Senioren besloten om:

a. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel door de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie te doen plaatsvinden op 13 september 2016:

Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2014/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 tot wijziging van richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen (PbEU 2014, L 330) (34383);

b. het voorbereidend onderzoek van de volgende wetsvoorstellen door de vaste commissie voor Economische Zaken te doen plaatsvinden op 13 september 2016:

Wijziging van de Mijnbouwwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178), en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de omkering van de bewijslast bij schade binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk (34041);

Wijziging van de Mijnbouwwet (versterking veiligheidsbelang mijnbouw en regie opsporings-, winnings- en opslagvergunningen) (34348);

Wijziging van de wet tot wijziging van de Mijnbouwwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU van het Europees parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178), en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de omkering van de bewijslast bij schade binnen het effectgebied van een mijnbouwwerk in verband met aanpassing van de bepaling inzake een wettelijk bewijsvermoeden voor mijnbouwschade in Groningen en enkele andere bepalingen (Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen) (34390);

c. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel door de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad te doen plaatsvinden op 27 september 2016:

Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap en enige andere wijzigingen (33852 (R2023));

d. het voorbereidend onderzoek van de volgende wetsvoorstellen door de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie te doen plaatsvinden op 27 september 2016:

Wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (34091);

Voorstel van wet van de leden Segers, Volp en Kooiman tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES, houdende de invoering van de strafbaarstelling van misbruik van prostitué(e)s die slachtoffer van mensenhandel zijn (Wet strafbaarstelling misbruik prostituees die slachtoffer zijn van mensenhandel) (33885);

e. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel door de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie te doen plaatsvinden op 4 oktober 2016 in plaats van op 27 september 2016:

Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling van een eventueel faillissement en vergroting van de kansen op voorzetting van een onderneming of van een doorstart van rendabele bedrijfsonderdelen (Wet continuïteit ondernemingen I) (34218);

f. het voorbereidend onderzoek van het volgende wetsvoorstel door de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie te doen plaatsvinden op 4 oktober 2016:

Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (33996);

g. de plenaire behandeling van het volgende wetsvoorstel te doen plaatsvinden op 11 oktober 2016:

Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen in verband met het wijzigen van de mogelijkheden voor het verrichten van medisch-wetenschappelijk onderzoek met proefpersonen die de leeftijd van zestien jaar nog niet hebben bereikt of die wilsonbekwaam zijn (33508).

Lijst van ingekomen stukken, met de door de Voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. de volgende door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen wetsvoorstellen:

Wijziging van de Wet op het notarisambt en enkele andere wetten in verband met de mogelijkheid tot herziening van pensioenfondsen voor het notariaat (34342);

Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2014/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 tot wijziging van richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen (PbEU 2014, L 330) (34383);

Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van het College van procureurs-generaal (34404);

Aanvulling van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek met de nieuwe afdelingen 7.2a.2 en 7.2b.1 en 2 en een nieuwe titel 7.2c (Consumentenkredietovereenkomsten, goederenkrediet en geldlening) (34442).

Deze wetsvoorstellen zullen in handen worden gesteld van de desbetreffende commissies;

2. de volgende regeringsmissives:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van een lijst van in voorbereiding zijnde verdragen, met als peildatum 30 juni 2016 (griffienr. 159537);

een, van alsvoren, ten geleide van het verslag van de Raad Algemene Zaken van 24 juli 2016 (griffienr. 159313.01);

een, van alsvoren, ten geleide van het verslag van de Europese Raad van 28 en 29 juni 2016 (griffienr. 159485.01);

een, van alsvoren, ten geleide van vier fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen inzake o.a. Mededeling stimuleren grensoverschrijdende elektronische handel (griffienr. 159576);

een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 18 juli 2016 (griffienr. 159573);

een, van alsvoren, ten geleide van zeven fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen inzake o.a. voorstel tot wijziging richtlijn audiovisuele mediadiensten (griffienr. 159572);

een, van alsvoren, inzake non-paper tussentijdse evaluatie MFK (griffienr. 159591);

een, van alsvoren, inzake resultaten en uitvoering van het Nederlandse EU-voorzitterschap (griffienr. 159583);

een, van alsvoren, inzake Wijzigingen van het Maritiem arbeidsverdrag, 2006; Genève, 11 juni 2014 (griffienr. 159648);

een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda Informele Raad Algemene Zaken van 24 en 25 juli 2016 (griffienr. 159646);

een, van alsvoren, inzake schriftelijk overleg Raad Buitenlandse Zaken van 18 juli 2016 (griffienr. 159573.01);

een, van alsvoren, ten geleide van twee fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen inzake o.a. REFIT pakket passagiersschepen (griffienr. 159637);

een, van alsvoren, inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in tweede kwartaal 2016 (griffienr. 159600);

een, van alsvoren, houdende mededeling van het op 17 februari 2015 te Hongkong tot stand gekomen Protocol tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China tot wijziging van de Overeenkomst inzake de overlevering van voortvluchtige delinkwenten, gedaan te Hongkong op 2 november 1992 (Trb. 2015, 50 en Trb. 2016, 87) (griffienr. 159649);

een, van alsvoren, houdende mededeling van het op 13 juni 2016 te Madrid tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de VN Wereld Toerisme Organisatie (UNWTO) ten behoeve van het houden van een UNWTO-conferentie inzake religieus erfgoed en toerisme: "How to increase religious heritage tourism in a changing society" (Trb. 2016, 92) (griffienr. 159650);

een, van alsvoren, houdende mededeling van het op 3 mei 2016 te Brussel tot stand gekomen Protocol tot wijziging van de Euro-mediterrane Luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (Trb. 2016, 99) (griffienr. 159651);

een, van alsvoren, inzake schriftelijk overleg Raad Algemene Zaken van 24 en 25 juli 2016 (griffienr. 159646.01);

een, van alsvoren, inzake additionele vragen schriftelijk overleg Raad Algemene Zaken van 24 en 25 juli 2016 (griffienr. 159646.02);

een, van alsvoren, ten geleide van twee fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen inzake o.a. Verordening ondersteuning consumentenorganisaties met betrekking tot financiële diensten (griffienr. 159667);

een, van alsvoren, ten geleide van het verslag van de Informele Raad Algemene Zaken van 24 en 25 juli 2016 (griffienr. 159646.03);

een, van alsvoren, ten geleide van het verslag Raad Buitenlandse Zaken van 18 juli 2016 (griffienr. 159573.02);

een, van alsvoren, houdende mededeling van de op 29 juni 2016 te Den Haag tot stand gekomen Notawisseling houdende een verdrag tot verlenging van het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk betreffende de huisvesting van een deel van de diplomatieke missie van het Verenigd Koninkrijk in het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden te Den Haag (Trb. 2016, 109) (griffienr. 159710);

een, van alsvoren, houdende mededeling van het op 19 juli 2016 te Den Haag tot stand gekomen Tweede Protocol tot verlenging van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Australië inzake de aanwezigheid van Australisch overheidspersoneel in Nederland ten behoeve van de reactie op het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysian Airlines (Trb. 2016, 104) (griffienr. 159709);

een, van alsvoren, houdende mededeling van het op 28 april 2016 te Brussel tot stand gekomen Protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds, in verband met de toetreding van de republiek Kroatië tot de Europese Unie (Trb. 2016, 118) (griffienr. 159727);

een, van alsvoren, ten geleide van de geannoteerde agenda Informele Raad Buitenlandse Zaken van 2 en 3 september 2016 (griffienr. 159744);

een, van alsvoren, ten geleide van zes fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen inzake o.a. Actieplan integratie van derdelanders (griffienr. 159789);

een, van de minister van Veiligheid en Justitie, inzake rapportage `Inzicht in de omvang van het personele en materiële budget nationale politie 2016-2020 (griffienr. 159714);

een, van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, inzake Evaluatieonderzoek Beginselenwet verpleging terbeschikkinggestelden (griffienr. 159732);

een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, inzake kabinetsreactie op de besluitenlijst van IPKO (griffienr. 157102.01);

een, van de minister voor Wonen en Rijksdienst, inzake renovatie Binnenhof (griffienr. 158269.12);

een, van alsvoren, inzake ingebrekestelling richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) (griffienr. 159664);

een, van alsvoren, inzake locatie Troonrede tijdens renovatie Binnenhof (griffienr. 158268.14);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, inzake planning afname Centrale Eindtoets in 2017 en 2018 (griffienr. 159551);

een, van de minister van Financiën, inzake prijs- en wisselkoersschommelingen Defensie (griffienr. 159578);

een, van alsvoren, ten geleide van het verslag van de Eurogroep en Ecofin-Raad van 11 en 12 juli 2016 (griffienr. 159534.01);

een, van de minister van Financiën, ten geleide van het verslag van de Eurogroep en Ecofin-Raad van 16 en 17 juni 2016 (griffienr. 159332.01);

een, van de minister van Defensie, inzake overlijden sergeant der 1ste klasse Henry Hoving en korporaal Kevin Roggeveld (griffienr. 159711);

een, van de minister van Infrastructuur en Milieu, inzake ontwerprijksstructuurvisie windenergie op zee (griffienr. 159733);

een, van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, inzake mededeling van een wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer met betrekking tot gewasbescherming in glastuinbouw en open teelt (griffienr. 159549);

een, van alsvoren, ten geleide van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) (griffienr. 159575);

een, van de minister van Economische Zaken, inzake kennisgeving ontwerpbesluit veiling kavels B27 en B31 (griffienr. 159729);

een, van alsvoren, inzake Evaluatie van de Raad voor Accreditatie (griffienr. 159708);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken, ten geleide van Jaarstukken 2015 Staatsbosbeheer (griffienr. 159737);

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake uitstel BNC fiche Commissie Mededeling Actieplan integratie van derdelanders COM(216) 377 (griffienr. 159594);

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake Perspectiefnota toekomst pensioenstelsel (griffienr. 159565);

een, van alsvoren, ten geleide van het ontwerpbesluit aanwijzing categorieën arbeidsbeperkten en werknemers voor berekening quotumtekort (griffienr. 159589);

een, van alsvoren, inzake Resultaten éénmeting banenafspraak (griffienr. 159588);

een, van alsvoren, inzake verzamelbrief gemeenten (griffienr. 159587);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake oplossing bekostiging doven-ggz en afbouw transitieregime curatieve geestelijke gezondheidszorg (cggz) voor zeer gespecialiseerde instellingen, voorhang voorgenomen aanwijzing ex artikel 8 Wmg inzake de afbouw van het transitieregime curatieve geestelijke gezondheidszorg (cggz) voor zeer gespecialiseerde gebudgetteerde instellingen) (griffienr. 159586).

De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden;

3. de volgende missives:

een, van de Algemene Rekenkamer, ten geleide van de publicatie Inzicht in publiek geld; Uitnodiging tot bezinning op de publieke verantwoording (griffienr. 159585);

een, van de directeur van het Kabinet van de Koning, houdende mededeling van de bekrachtiging door de Koning van een aantal door de Staten-Generaal aangenomen wetsvoorstellen (griffienr. 159681).

De Voorzitter stelt voor deze missives voor kennisgeving aan te nemen. De bijlagen zijn neergelegd op de afdeling inhoudelijke ondersteuning ter inzage voor de leden:

4. de volgende geschriften:

een, van H.R.J.S., inzake waarheidsvinding en ontwikkelingssamenwerking (griffienr. 159719);

een, van F.N., inzake de lange arm van Erdogan (griffienr. 159677).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking;

van H.d.W., inzake Oekraïne (griffienr. 159723).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Europese Zaken en voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking;

een, van M.B., inzake onmiddellijke actie geëist tegen delinquente staatsdienaren (griffienr. 159553);

een, van J.C.v.D., inzake wet doorberekening kosten toezicht (34145) (griffienr. 158926.07);

een, van O.RP., inzake vermissing en moordzaak van Manuel Schadwald (griffienr. 159660);

een, van R.N. v.V., inzake de moord op zijn moeder (griffienr. 159676);

een, van S.H., inzake Rapport No beslag (griffienr. 159739).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Veiligheid en Justitie;

een, van J.H., inzake het geven van een stem aan kinderen (griffienr. 159724).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissies voor Veiligheid en Justitie en voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

een, van J.v.H., inzake hulp nodig (griffienr. 159599);

een, van M.T., inzake wet van verplichte scholing (griffienr. 159595).

Deze geschriften worden van belang geacht voor de leden van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

een, van G.v.K. te H., inzake overlast houtkachels, vuurkorven en barbecue (griffienr. 159554).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening;

een, van F.A.M. te R., inzake ouderdomspensioen van zijn vrouw (griffienr. 159541).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

een, van J.W., inzake hoe ver reikt mijn verantwoordelijkheid? (griffienr. 159562).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

een, van S.v.P., inzake grenzen sluiten (griffienr. 159661).

Dit geschrift wordt van belang geacht voor de leden van de commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad.

De Voorzitter stelt voor deze geschriften voor kennisgeving aan te nemen.