T00988

Toezegging Risico monopolisering genetisch materiaal en versmalling genetische diversiteit (31.700 XIV)



De minister van LNV zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van het lid Schuurman (CU) en het lid Laurier (GL) toe, onder de huidige octrooiwetgeving extra aandacht te zullen besteden aan het risico van ongewenste monopolisering van genetisch materiaal en versmalling van de genetische diversiteit bij rassen.


Kerngegevens

Nummer T00988
Status voldaan
Datum toezegging 27 januari 2009
Deadline 1 januari 2011
Verantwoordelijke(n) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2003-2010)
Kamerleden drs. J.P. Laurier (GroenLinks)
prof.dr.ir. E. Schuurman (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen genetisch materiaal
Kamerstukken Begrotingsstaten Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2009 (31.700 XIV)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 19 – blz. 943

(...) 

Blz. 945

De heer Schuurman (ChristenUnie):

Laten wij het probleem nemen van de octrooiering, de patentverlening. Wij doen dit in de Delftse techniek. Waarom? Omdat uitvindingen hoog gewaardeerd worden: wij hadden het niet. Dit gaat in tegen een bepaalde tendens van nivellering in de anorganische natuur. Daarom waarderen wij het hoog. Als wij de patentering overbrengen naar bijvoorbeeld organismen die via de transgenese zijn omgezet en wij passen dezelfde criteria toe, dan wordt er een enorme, fundamentele fout gemaakt: de wetten van het anorganische, die gericht zijn op nivellering, verschillen van de wetten biotische, die gericht zijn op differentiatie. Als je dezelfde techniek van de patentering van de anorganische natuur overplaatst naar de biologische technieken – wat mij betreft mag dat – dan creëer je een probleem dat je iedere keer weer tegenkomt.

Blz. 946

De heer Schaap (VVD):

Hierin verschillen wij behoorlijk van mening. Juist door patentering, door octrooien, maar ook door kwekersrecht stimuleer je bedrijven om flink te investeren in de technologie en help je dus de wereld vooruit.

De heer Schuurman (ChristenUnie):

Het is prachtig. Kwekersrecht hoort precies bij het biologische. Dat is namelijk gericht op de differentiatie. Patentering, hoe je het ook wendt of keert, is echter gericht op nivellering en gaat daarmee in tegen de differentiatie van de levende werkelijkheid. Dat is niet alleen een emotioneel verzet, al komt dat er misschien wel bij. Ik houd niet erg van dat argument, want ik vind dat je echt argumenten moet hebben: emoties wil ik er graag buiten laten. De wetten voor het anorganische verschillen zo sterk van die van de biotische werkelijkheid, dat wij een fundamenteel probleem hebben. Wij moeten dit niet met emoties afdoen.

(…)

Blz. 958

De heer Laurier (GL)

Mijn vierde vraag is wat moderne biotechnologie voor de biodiversiteit en het milieu betekent. Technischtheoretisch is te beredeneren dat genetische modificatie geen enkele invloed hoeft te hebben op de biodiversiteit, maar gecombineerd met het gegeven dat de investeringen in onderzoek en ontwikkeling moeten renderen, heeft zij die natuurlijk wel. Juist vanwege het feit dat de kennis en het economisch nut niet neerslaan in grote kapitaalkrachtige ondernemingen, worden meer monocultuurachtige aspecten gepromoot en worden boeren gebonden aan zeer specifieke producten. Ten slotte is natuurlijk nog de meer ethische vraag aan de orde hoe wij tegenover het modificeren van erfelijk materiaal staan. Andere sprekers hebben daar ook al aandacht voor gevraagd. Dan is er toch een duidelijk verschil te onderkennen tussen transgene modificatie en cisgenetische modificatie.

(…)

Blz. 962

De heer Schuurman (CU):

Het verschil tussen de techniek van het anorganische en de techniek van het organische wordt duidelijk als wij letten op de verschillende wetten die voor beide terreinen gelden. In de anorganische natuur streeft alles naar nivellering. Uitvindingen keren zich tegen dat proces, en worden daarom ook hoog gewaardeerd en via patenten beloond. In de levende werkelijkheid zien wij het proces van differentiatie optreden. Als men nu gemanipuleerde levensvormen gaat octrooieren, worden die levensvormen zodanig bevoordeeld dat er alle reden is om de gemanipuleerde vormen grootschalig te gaan toepassen. Naast toenemende maatschappelijke afhankelijkheid van boeren, ontstaan monoculturen die andere levensvormen bedreigen. Het octrooirecht kan leiden tot nivellering in de organische natuur en dus tot verlies van biodiversiteit. Het oude kwekersrecht getuigde van een grotere wijsheid. Nieuwe gewassen, door veredeling verkregen, konden voor anderen weer uitgangspunt zijn voor meer diversificatie.

Blz. 983

Minister Verburg:

De heren Schuurman en Laurier noemden het risico van afname van genetische diversiteit tussen rassen. Dit staat los van het toepassen van biotechnologische technieken in de plantenveredeling. Ook in de conventionele plantenveredeling kan versmalling van de genetische basis optreden als veredelaars steeds binnen dezelfde genenpool kruisingen uitvoeren. Veredelaars moeten dus in het algemeen oog hebben voor een voldoende brede genetisch basis voor rassen. Een belangrijk veredelingsdoel is het resistent maken van planten tegen ziekten. Dat wordt al vele jaren gedaan, veelal met conventionele technieken, maar wij weten ook dat resistenties kunnen worden doorbroken, wat betekent dat opnieuw naar resistenties moet worden gezocht, en dat die ook moeten worden ingekruist. Met de komst van biotechnologie komt hier een extra hulpmiddel bij. Wanneer resistenties worden ingebracht uit van nature niet kruisbare soorten, neemt de diversiteit in feite toe. Met andere woorden: de toepassing van biotechnologie staat los van een mogelijke versmalling van de genetische basis. Wel kan de huidige octrooiwetgeving leiden tot een ongewenste monopolisering van genetisch materiaal en daardoor tot een versmalling van de genetische diversiteit bij rassen. Voor dit aspect is extra aandacht nodig. Ik zeg die aandacht toe. 


Brondocumenten


Historie