T03603

Toezegging Opties voor schrijnende gevallen, uitwerking in kabinetsreactie op enquêtecommissie (35.603/36.094)



De staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Otten (Fractie-Otten) en Kluit (GroenLinks), toe dat er een oplossing komt voor schrijnende gevallen, bij sprake van willekeur, en dat hierop in wordt gegaan bij de reactie op de enquêtecommissie.


Kerngegevens

Nummer T03603
Status voldaan
Datum toezegging 11 april 2023
Deadline 1 juli 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Mijnbouw
Kamerleden drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA)
Mr.drs. H. Otten (Fractie-Otten)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen gaswinning
Groningen
versterking
Kamerstukken Novelle verbetering uitvoerbaarheid (36.094)
Versterking gebouwen in de provincie Groningen (35.603)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 1.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

“Tot op de dag van vandaag worden dorpen en buren uit elkaar gedreven door de regels die de overheid in de schade- en versterkingsoperatie gebruikt. Vorige week vertelde een burgemeester mij nog het verhaal van een blok met 40 woningen, waarvan er bij 38 bevingsschade werd erkend; bij 2 was er sprake van thermische schade. Bij deze twee woningen komt het schadeherstel voor eigen rekening van de bewoners, omdat het thermische schade zou betreffen. Technisch zal het best kloppen, maar ik ben een politica, en ik kan het niet helpen om me af te vragen hoe de bewoners in deze twee woningen zich wel niet moeten voelen: al je buren worden door de overheid geholpen, ook bij de immateriële schade, maar jou rest niets anders dan een negatief bouwkundig stempel op je woning, met alle gevolgen voor de verkoopbaarheid daarvan van dien.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 2.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

(…)

“Voor de PvdA in de Tweede Kamer is het voortbestaan van die onnatuurlijke scheiding tussen schade- en versterkingsoperatie een belangrijke reden geweest om tegen het oorspronkelijke voorstel van de versterkingswet te stemmen. Kan de staatssecretaris daarom nog eens toelichten waarom die keuze gemaakt is en waarom die scheiding blijft bestaan? Hoe gaat hij ervoor zorgen dat de burgers hier echt geen overlast van krijgen en dat zich geen afstemmingsproblemen zullen voordoen?”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 11

De heer Otten (Fractie-Otten):

(…)

“Voorzitter. Niet alleen gaat de schadeafwikkeling tergend langzaam en is die in het verleden op onbegrijpelijk incompetente wijze uitgevoerd, er is ook nog eens sprake van willekeur. In dorpen en in straten in het gaswinningsgebied komt het voor dat iedereen in de straat een ander bedrag ontvangt. Op nummer 1 krijgt men €150.000, op nummer 3 €50.000, op nummer 5 helemaal niks, al naar gelang welke formulieren wel en niet tijdig zijn ingeleverd. Op nummer 7 is het dossier zoekgeraakt bij de overheid et cetera et cetera. Het is totale willekeur. Ik verwijs ook naar het NRC-artikel van 22 februari 2023 over de Vinkenstraat in het Groningse dorpje 't Zandt, waarin staat dat iedereen in de Vinkenstraat anders behandeld werd. Dat is een straat met tien huizen, geloof ik. Werkelijk iedereen kreeg een andere behandeling. Het was volstrekte willekeur en chaos. Ongetwijfeld is dit ook bekend bij de staatssecretaris.

Voorzitter. Dit geeft aanleiding tot nog meer spanning en onzekerheid in Groningen, terwijl het heel eenvoudig opgelost kan worden, namelijk met een oplossing die ook in handelsverdragen wordt toegepast: de meestbegunstigingsclausule, of, zo u wilt, de most-favoured-nation clause, in het Engels. Deze zogenaamde MFN-clausule staat bijvoorbeeld in het General Agreement on Tariffs and Trade en andere handels- en belastingverdragen. De beste deal geldt dan automatisch ook voor alle anderen. Dat kost wel wat meer, maar dat lost een heleboel uitvoeringsproblemen op en vermindert heel snel de aanzienlijke spanning en onzekerheid in de Groningse dorpen. De provincie Groningen heeft inmiddels ook al 30 miljard euro schadevergoeding geclaimd — dat is al door meerdere sprekers gememoreerd — en dat is volkomen terecht. Het zou goed zijn om dit geld hiervoor aan te wenden, zodat de spanningen snel teruglopen. Wij overwegen hierover een motie in te dienen in tweede termijn.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 26, item 6 - blz. 22

Staatssecretaris Vijlbrief:

(…)

“De heer Otten noemde de willekeur in de schadevergoeding. Net als bij het versterken is mij dat een doorn in het oog. De heer Otten noemde de "most favoured nation"-clausule. Hij zei: eigenlijk moet je bij iedereen doen wat je in het ruimste geval doet. Nou ja, tot op zekere hoogte, voorzitter. Mijn lijn bij de schade en bij het versterken is dat ik, als er verschillen optreden, de verschillen moet kunnen uitleggen op basis van objectieve gronden. Die moeten niet te maken hebben met willekeurig overheidsoptreden. Ik denk dat de heer Otten het met mij eens is dat dat uiteindelijk de leidraad moet zijn. Het moet objectief zijn wat je doet. Zoals iedereen hier in de Kamer weet, ben ik bezig om heel veel van die verschillen in de praktijk al weg te nemen. Ik heb een commissie ingesteld, de commissie-Van Geel, die mij nader gaat adviseren om hier zo consistent mogelijk in te opereren.

De heer Otten vroeg hoe het staat met de schadevergoeding. Ik geef hem even heel snel de getallen. Die zijn te vinden op de website van het IMG, maar ik kan ze eventueel ook op papier verstrekken. Fysieke schade nu in behandeling: bijna 19.000, op een totaal afgehandeld van bijna 200.000. Immateriële schade: rond de 5.000 in behandeling, op een totaal van 65.000. De waardedalingsregeling: rond de 1.500 in behandeling, op een totaal afgehandeld van 115.000.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Ik vroeg me af of in het antwoord aan de heer Otten ook mijn vraag was beantwoord over hoe om te gaan met sociale gevallen, zoals het geval van dat woningbouwblok met 40 woningen waarvan 2 woningen anders worden beoordeeld dan de rest.”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Goede vraag. Hetzelfde geldt voor huurwoningen. Het geldt ook voor sociale koopwoningen. Ik ben zelf heel veel in het gebied geweest en heb er heel veel gekeken. Samen met de wethouders uit de betrokken gemeenten bekijken we in hoeverre de verschillen binnen de "gespikkelde bestanden" uitlegbaar zijn. Zo heet dat in het jargon in Groningen; het zijn bestanden waarin sommige woningen wel gedaan zijn en andere niet. Anders ga je een beetje naar de "most favoured"-clausule waar de heer Otten het over had. Dan ga je iedereen het beste aanbieden. Dat zal de lijn gaan worden.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Ik ben iets minder thuis in dit soort terminologie. Zoals ik het begrijp, kan het dus mogelijk zijn dat als een gemeente zegt "dit kunnen wij niet uitleggen", er geld beschikbaar komt om deze woningen toch aan te pakken. Komt dat geld dan van het Rijk, of hoe komt het er dan?”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Nu gaat mevrouw Kluit vragen naar de reactie op het enquêterapport. Wij geen het zo regelen dat zowel IMG, NCG als de gemeentes in Groningen voldoende budget hebben om dit soort dingen structureel aan te pakken. Zo willen we het gaan regelen, zodat het daar gebeurt. Ik kan het niet vanuit Den Haag. Meestal is het bij schade de combinatie van IMG en gemeente, eventueel. Bij versterken is het altijd de combinatie van NCG en gemeente.”

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

“Vat ik het dan goed samen als ik zeg dat in antwoord op de vragen de staatssecretaris toezegt dat er een regeling komt voor dit soort schrijnende gevallen en dat de uitwerking daarvan in de reactie op de enquêtecommissie staat?”

Staatssecretaris Vijlbrief:

“Ja, als het aan mij ligt, maar ik ben, nogmaals, aan het ontwerpen. Ik weet niet of ik een regeling ga maken of dat ik het gewoon mogelijk maak voor de betrokken instituties om het te regelen door ze financiële middelen te geven. Dat is, denk ik, de betere oplossing. Zoiets, ja.”


Brondocumenten


Historie