T03807

Toezegging Analyse globale evenwicht box 1, 2 en 3 (36.418)



De staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Heijnen (BBB) en Geerdink (VVD), toe om in de eerste helft van 2024 een analyse te maken met betrekking tot het globale evenwicht tussen box 1, 2 en 3. De bevindingen hiervan worden met de Kamer gedeeld en worden betrokken bij Belastingplan 2025.


Kerngegevens

Nummer T03807
Status openstaand
Datum toezegging 12 december 2023
Deadline 1 juli 2024
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst
Kamerleden Drs. P.W. Geerdink (VVD)
drs. E.H.J. Heijnen (BBB)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen aanmerkelijk belang
Belastingplan 2025
box 1
box 2
box 3
boxenstelsel
Kamerstukken Belastingplan 2024 (36.418)


Uit de stukken

Handelingen I 2023-2024, nr. 11, item 3 - blz. 3

De heer Heijnen (BBB):

(…)

“Voor wat betreft de verhoging van de tarieven in box 2 en 3 vragen we de volgende toezeggingen aan de regering. We verzoeken de regering om een nadere analyse te maken van alle effecten van beide tariefsverhogingen, en om deze analyse te delen met de Kamer. Vervolgens kunnen de uitkomsten van deze analyse meegenomen worden in het Belastingplan 2025, om op deze wijze het globale overzicht tussen de dga-ondernemer en de ib-ondernemer te herstellen, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de ondernemingsrisico's voor ondernemers in vergelijking met werknemers. We overwegen als BBB ook samen met andere partijen een aantal moties in te dienen, waarin we de regering zullen verzoeken om een uitgebreid onderzoek te doen naar alle gevolgen van deze maatregelen en vervolgens naar aanleiding daarvan aanpassingen op te nemen in het Belastingplan 2025. Waarschijnlijk zullen andere partijen ook nog om toezeggingen op onderdelen vragen. Laat ik hier helder zijn: dit zal dus wat BBB betreft kunnen leiden tot het terugdraaien van de via dit amendement voorgestelde maatregelen. Vervolgens kunnen deze maatregelen, voor zover gewenst en budgettair nodig, vervangen worden door andere, wel breedgedragen maatregelen, waarvan de belastingopbrengsten níét onzeker zijn.”

Handelingen I 2023-2024, nr. 11, item 3 - blz. 37

Mevrouw Geerdink (VVD):

(…)

“Dan naar het globale evenwicht, het derde pijnpunt vandaag. Bij de behandeling van het Belastingplan 2021 heeft de zeer gewaardeerde oud-collega Essers van het CDA bij motie verzocht om een onderzoek naar een meer neutrale behandeling van ondernemers in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting, omdat in het belastingrecht het uitgangspunt geldt dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden en ongelijke gevallen ongelijk, voor zover dat gerechtvaardigd wordt door de mate van het verschil. Uitgangspunt is tevens dat de aard van de activiteit bepalend dient te zijn voor bijvoorbeeld de rechtsvorm en dat de keuze voor de rechtsvorm zo min mogelijk wordt verstoord door de fiscaliteit. De brief van de staatssecretaris uit 2021 in reactie op de motie is helder. De gewenste neutraliteit, het gewenste globale evenwicht tussen ib-ondernemers en Vpb-ondernemers, wordt met name beïnvloed door de hoogte van de tarieven, de aanspraak op ondernemersfaciliteiten, verliesverrekening, belastinggrondslag, de fictieve of daadwerkelijke arbeidsbeloning en de mogelijkheden tot uitstel van het genieten van inkomsten.

Laat ik positief beginnen. Er is gelukkig dit jaar niet gedraaid aan de knoppen of aan de grondslag van de vennootschapsbelasting, ook al had dat misschien wel gemoeten in het licht van de 15% minimumwinstbelasting. Daarover later meer. Negatief in het licht van het globale evenwicht is de forse stijging van het belastingtarief van box 2. De belastingdruk, dus niet het tarief, voor Vpb-ondernemers — dga's — stijgt met 6%, terwijl in box 1 sprake is van een verlaging van de belastingdruk voor ib-ondernemers door tariefsverlagingen die deels weer teniet worden gedaan door de verlaagde mkb-winstvrijstelling en de verdere afschaling van de zelfstandigenaftrek. Graag verzoeken wij de staatssecretaris om reflectie op de effecten van de maatregelen in het voorliggende Belastingplan na amendering op het globale evenwicht tussen ib- en Vpb-ondernemers. Het is tijd voor een update van de brief. Kan de staatssecretaris dit toezeggen? Kan de staatssecretaris ook toezeggen dat in het Belastingplan 2025 wel rekening gehouden zal worden met het globale evenwicht tussen Vpb-ondernemers en ib-ondernemers?

Handelingen I 2023-2024, nr. 12, item 12 - blz. 4

Staatssecretaris Van Rij:

(…)

“Voorzitter. Er zijn een aantal vragen gesteld over het globale evenwicht, over box 1, 2 en 3. Met name de heer Heijnen en mevrouw Geerdink hebben daarover vragen gesteld. Wij hebben zowel vorig jaar als nu, ook nog in de tweede nota van antwoord, de bekende grafiek laten zien. We zien eigenlijk dat het in deze twee jaar dicht tegen elkaar gekropen is voor de hoogst verdienende werknemer, die in box 1 wordt belast met 49,5%, en degene die in box 2 zit. De ib-ondernemer zit daar nog iets onder. Maar wij vinden als kabinet dat het evenwicht nu een beetje uit het lood geslagen is, door het amendement dat in de Tweede Kamer is aangenomen. Wij waren daar niet voor. Dat hebben wij ook beargumenteerd. Nu zit de directeur-aanmerkelijkbelanghouder in box 2 op 50,3%, zoals we ook in die grafiek hebben laten zien. De vraag was: wilt u daar een onderzoek naar en verdere analyse van doen? Het antwoord is dat ik kan toezeggen om in de eerste helft van 2024 deze analyse te maken en met beide Kamers te delen, zodat de bevindingen daarvan betrokken kunnen worden bij het Belastingplan 2025.”


Brondocumenten


Historie

  • 12 december 2023
    toezegging gedaan