Afbouw salderingsregeling kleinverbruikers: debat samengevat



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 6 februari met demissionair minister Jetten voor Klimaat en Energie over een voorstel om de zogeheten salderingsregeling voor kleinverbruikers af te bouwen. De Kamer stemt volgende week, dinsdag 13 februari, over het wetsvoorstel. Ook zal dan over zes moties worden gestemd.

Alle deelnemers aan het debat waren het erover eens dat de salderingsregeling een succes is: van hekkensluiter op het gebied van de energietransitie is Nederland wereldwijd koploper geworden met het hoogste aantal zonnepanelen per inwoner. De woordvoerders verschilden echter van mening over de afbouw van de regeling.

Voorstanders van de afbouw vinden dat het tijd is voor nieuwe, meer gerichte alternatieven, terwijl tegenstanders van mening zijn dat zolang die alternatieven niet (goed) geregeld zijn de regeling gehandhaafd moet blijven zodat meer mensen gebruik kunnen maken van deze financiële prikkel om de eigen (huur)woning te verduurzamen. De minister zegde toe om nog voor de stemmingen een brief naar de Kamer te sturen waarin hij onder meer zal ingaan op het stimuleren van investeren in zonnepanelen voor huurders en manieren om mensen te stimuleren om geproduceerde stroom zelf te gebruiken.


Over het wetsvoorstel

De salderingsregeling is een aantal jaar geleden ingevoerd als stimuleringsmaatregel zodat mensen bijvoorbeeld zonnepanelen zouden aanschaffen om zelf elektriciteit op te wekken. Het deel van de opgewekte elektriciteit dat over is, gaat naar het energienet. Als een huishouden, of kleinverbruiker, meer elektriciteit teruggeeft dan het afneemt, dan geeft de energieleverancier hiervoor een vergoeding.

Het idee achter de regeling was dat mensen eerder bereid zouden zijn relatief dure zonnepanelen aan te schaffen, omdat het door de vergoeding van de leveranciers mogelijk zou worden om zo de investering terug te verdienen. Echter, het verlies dat energiebedrijven lijden op klanten die energie terugleveren, compenseren zij door het elektriciteitstarief het hele jaar voor iedereen te verhogen.

Met het huidige wetsvoorstel wil het demissionaire kabinet de regeling daarom afbouwen over een periode van zes jaar, omdat het van mening is dat de regeling zijn waarde bewezen heeft, maar in de woorden van minister Jetten inmiddels "achterhaald, duur en een onrechtvaardige herverdeling" is.


Moties

Er zijn zes moties ingediend.

De motie-Visseren-Hamakers constateert dat de minister overweegt 100 miljoen euro uit het Klimaatfonds beschikbaar te stellen voor zonnepanelen op huurwoningen en constateert dat hij dit alleen overweegt als de salderingsregeling wordt afgebouwd; en roept de minister daarom op de 100 miljoen euro uit het Klimaatfonds zo spoedig mogelijk en uiterlijk vanaf 2025 beschikbaar te stellen voor zonnepanelen op huurwoningen. De minister ontraadde de motie.

De motie-Visseren-Hamakers roept de minister op te onderzoeken op welke wijze meer dan 100 miljoen euro vrijgemaakt kan worden en hierover uiterlijk in het derde kwartaal van 2024 te berichten aan de Eerste Kamer. De minister gaf de motie het advies 'oordeel Kamer', mits het wetsvoorstel wordt aangenomen.

De motie-Visseren-Hamakers constateert dat het risico op netcongestie toeneemt door het toenemend gebruik van zonnepanelen; overweegt dat het elektriciteitsnet minder belast wordt wanneer kleinverbruikers de door hen opgewekte stroom gebruiken op momenten dat het stroomnet minder vol is; en verzoekt de regering daarom een overheidscampagne te ontwikkelen waarmee kleinverbruikers van zonnepanelen over het nut van deze gedragsverandering worden geïnformeerd. Ook deze motie kreeg het advies 'oordeel Kamer' mee.

De motie-Visseren-Hamakers verzoekt de minister te onderzoeken of subsidie voor thuisaccu's op zoutwater per 1 januari 2025 mogelijk is en daarover uiterlijk in het derde kwartaal van 2024 aan de Kamer te rapporteren. In afwachting van een nader oordeel van de minister, is de motie door senator Visseren aangehouden.

De motie-Schalk verzoekt de regering enkele varianten op te stellen waarbij de investeringsdrempel voor zonnepanelen door huishoudens verlaagd wordt, maar waarbij er wel een prikkel komt om geproduceerde stroom zoveel mogelijk direct zelf te gebruiken en waarbij financiële overstimulering voorkomen wordt, en deze varianten binnen drie maanden met de Kamer te delen. Deze motie is door de minister ontraden.

De motie-Dessing verzoekt de minister - indien het wetsvoorstel wordt aangenomen - de opbrengsten van deze afbouw te oormerken en te besteden aan verlaging van de energiebelasting voor alle Nederlanders; en verzoekt de minister vóór 1 maart 2024 met een voorstel te komen om dit te bewerkstelligen. Ook deze motie is door de minister ontraden.


Impressie van het debat

BBB: In strijd met een rechtvaardige overheid

Senator Panman wees er op dat het stroomnet steeds vaker uitvalt, dat nieuwe woonwijken en bedrijven niet kunnen worden aangesloten en dat de energieprijzen steeds dynamischer zijn. Zonneweides en windmolens zorgen bovendien voor horizonvervuiling. Volgens Panman is er sprake van een grote disbalans tussen vraag en aanbod op het elektriciteitsnet. Het energienet loopt vol, ook wel netcongestie genoemd. Elektriciteit is een basisvoorziening die voor iedereen beschikbaar zou moeten zijn, aldus Panman. Hij vroeg de minister waarom deze wet voorligt, wat de urgentie ervan is en welk probleem de wet gaat oplossen.

Bij de energietransitie hebben de burgers, bedrijven en overheid ieder hun aandeel. En juist nu de gewone burger met een lager inkomen kan meedoen in de energietransitie wil het kabinet ermee stoppen. Het zou volgens de BBB goed zijn als de overheid meer sturing geeft aan de markt. Hoe mooi zou het zijn als alle bedrijven en woningen zelfvoorzienend zijn, vroeg Panman. Dat betekent wel minder belastinginkomsten voor de overheid. Hij noemde het wetsvoorstel in strijd met een rechtvaardige overheid omdat de spelregels tijdens de wedstrijd worden aangepast. Bovendien kunnen minder vermogende burgers eindelijk zonnepanelen aanschaffen en dan wil het kabinet de regeling afschaffen. Panman riep het kabinet tot besluit op om te zorgen voor een integrale visie op de energietransitie.

GroenLinks-PvdA: Onrealistische rekensommetjes

Volgens senator Crone zijn mensen in grote twijfel wat de afbouw gaat betekenen. Daarom durven mensen momenteel ook niet te investeren, en dat is zonde. Huurders lopen nog achter met zonnepanelen op het dak. Ze worden bijvoorbeeld wel geconfronteerd met hogere servicekosten als zonnepanelen worden aangeschaft. Als dan de salderingsregeling wegvalt, missen ze ook nog het geld van de terugleververgoeding. Er zijn nog steeds geen nieuwe oplossingen, aldus Crone. Hij betoogde dat het geluid van de drie grote energieleveranciers te veel doorklinkt in het wetsvoorstel. Het terugverdienvermogen dat de minister en TNO hanteren in hun berekeningen, is volgens hem zeer optimistisch. Hij vroeg hoe de minister aan die hoge terugleververgoeding komt.

Een alternatief zou kunnen zijn om de subsidie af te toppen op een maximaal aantal panelen, of wanneer een verbruiker meer produceert dan een bepaald aantal KWh, dat hij dat niet meer terugkrijgt. Crone zou overheveling het liefst ook afkappen op een grens. Hij maakt zich ook zorgen of er wel voldoende toezicht is op het gedrag van leveranciers. GroenLinks-PvdA zou graag de markttransparantie vergroot zien. Nu is het voor de burgers volstrekt onoverzichtelijk wat hun contract waard is. De minister gaat uit van onrealistische rekensommetjes en er is geen wettelijk kader voor toezicht op de contractvormen, besloot Crone.

ChristenUnie: Mensen stimuleren eigen energie te gebruiken

Senator Holterhues noemde de huidige regeling erg royaal en leidend tot ongelijkheid tussen de rijkere huishoudens mét panelen en de armere huishoudens zonder panelen die wel betalen via de doorberekening van de energieleveranciers. Vanaf het begin was duidelijk dat de regeling eindig zou zijn. De terugverdientijd staat of valt met de energieprijs. Hoe hoger de energieprijs, hoe langer de terugverdientijd. De minister heeft volgens de ChristenUnie rekening te houden met burgers die wantrouwend zijn over de afbouw. Het past de overheid daarom om op een gegeven moment te zeggen: de regeling heeft zijn werking heeft gedaan, dus afbouwen.

De uitvoering van het wetsvoorstel is er volgens Holterhues bij gebaat als huishoudens de door hen opgewekte stroom zelf gaan gebruiken, in plaats van terug te leveren aan het net. Huishoudens zijn gebaat bij meer voorlichting op dit punt. Zelfgebruik zorgt ervoor dat mensen minder snel hoeven terug te vallen op bijvoorbeeld gas, betoogde hij. Holterhues vroeg hoe de minister ervoor gaat zorgen dat huishoudens meer adequate kennis hierover hebben. De salderingsregeling heeft gezorgd voor toename van opwekking van duurzame energie. Afbouw van deze regeling zal dan ook zorgvuldig moeten gebeuren, benadrukte hij.

VVD: Tijd voor afbouw

Senator Van Ballekom wees erop dat al zeven jaar geleden de eerste voorstellen zijn gedaan om de regeling af te schaffen. Het is een zeer succesvolle regeling geweest, want Nederland is van hekkensluiter voorloper geworden. Daarom is het volgens hem nu tijd voor afbouw. De VVD is voorstander van zonnepanelen, maar zonder aanpassingen gaan ook huishoudens zonder panelen betalen voor de kosten die worden doorberekend door de energieleveranciers. Van Ballekom vroeg of het correct is dat de gehele budgettaire omvang wordt geschat op 2,8 miljard euro en structureel op 700 miljoen per jaar als de regeling niet zou worden afgeschaft. Het zou volgens hem goed zijn om zo veel mogelijk stroom zelf te gebruiken of op te slaan als je die niet nodig hebt. Dat helpt de transitie en ontlast het overbelaste energienetwerk, aldus Van Ballekom.

Sommige energiebedrijven zijn er al toe overgegaan om aparte kostenposten in te voeren voor mensen met panelen, waardoor de terugleveringsvergoeding de facto wordt verlaagd. Worden deze kosten blijvend in rekening gebracht, ook bij stapsgewijze afbouw van de salderingsregeling? Is de minister in staat om daar wat aan te doen, vroeg Van Ballekom. Tot aan 2026 blijft sprake van een terugleveringsvergoeding van 80%. Daarna is het aan de toezichthouder om de prijs te bepalen. Van Ballekom vroeg of de minister enig zicht heeft op de manier waarop dit gaat gebeuren met het belang van de consument centraal.

PvdD: Waarom niet eerst fossiele subsidies afbouwen?

Volgens senator Visseren-Hamakers lijkt het kabinet de regeling bijna té succesvol te vinden. De regeling heeft zijn werk gedaan, is verouderd, en kan dus worden afgebouwd, zegt het kabinet in feite, aldus Visseren. Wat zou het goed zijn als ze dat bij andere subsidies ook zouden doen, zoals fossiele subsidies, zei zij. Waarom kiest het kabinet niet voor het in stand houden van deze regeling en het stoppen met andere subsidies. Zonnepanelen op daken hebben de voorkeur, maar de stimulering om dit te regelen wordt afgeschaft. Is de minister het eens met de PvdD dat op elk beschikbaar dak zonnepanelen zouden moeten komen, vroeg Visseren.

Welke oplossingen ziet de minister om netcongestie op korte termijn te voorkomen? Welke mogelijkheden ziet de minister om de wildgroei in energiecontracten aan te pakken, vroeg zij verder. Het is volgens de PvdD niet rechtvaardig dat mensen zonder zonnepanelen meebetalen aan de salderingsregeling. Visseren wees erop dat de minister ervoor kiest om de investering 100 miljoen euro voor zonnepanelen op huurwoningen te koppelen aan de afbouw van de regeling. Maar is 100 miljoen niet te weinig, vroeg zij. Met het afschaffen van de fossiele subsidies komt daarvoor geld vrij en kan de succesvolle regeling worden voortgezet.

CDA: Huurders blijven achter

Senator Prins stelde vragen over de uitvoerbaarheid, effectiviteit en impact van het wetsvoorstel. Ze vroeg de minister om toe te zeggen ervoor te zorgen dat bij aanvaarding van deze wet wordt geregeld dat leveranciers zichtbare en verborgen kosten stopzetten. Het is volgens haar niet eerlijk dat dit wordt doorberekend. Ook Prins wees erop dat huurders achterblijven bij de aanschaf van zonnepanelen. In hoeverre is de minister bereid voor de woningbouwcorporaties extra geld vrij te maken zodat meer mensen voordeel hebben, vroeg zij. Ook wilde ze weten of het niet aan te bevelen is dat potentiële kopers van zonnepanelen door leveranciers worden gewaarschuwd als teruglevering op hun locatie niet mogelijk is.

Prins heeft er begrip voor dat de overheid adviseert om zoveel mogelijk van de eigen opgewekte energie te gebruiken, maar noemde dit wel mager. Ze vroeg de minister meer in te zetten op innovatie. Ze vroeg verder aandacht voor de huidige zonnepaneelhouders: ook zij worden geconfronteerd met de afbouw. Velen zullen niet bekend zijn geweest met het voornemen voor afbouw. Heldere communicatie is daarom van belang. Verder wilde ze weten wat de gevolgen zijn voor de houders en niet-houders van zonnepanelen als de wet niet wordt aangenomen. Als je meer energie opwekt, is het nodig dat je zorgt voor gepaste infrastructuur. Regeren is vooruitzien, besloot Prins.

SP en OPNL: We zijn er nog niet in de huursector

Senator Van Apeldoorn sprak namens beide fracties. Wat hen betreft kunnen er meer zonnepanelen bij, vooral ook in de huursector. We zijn er nog niet, als we het hebben over verduurzaming van de huursector, zei Van Apeldoorn. Waarom dan toch afschaffen? De salderingsregeling is voor Van Apeldoorn niet een doel op zich, maar een middel. Maar de minister komt niet met alternatieven, zei hij. Als de minister zijn zin krijgt, is de gedane investering voor mensen minder rendabel geworden. Dat is voor hen een onaangename verrassing. Het is natuurlijk niet wenselijk dat hogere inkomens meer profiteren dan lagere. Maar behalve dat we de precieze cijfers hierachter niet kennen, zou het niet beter zijn als meer mensen gaan profiteren, vroeg Van Apeldoorn.

Hij wilde weten wat de consequentie is voor de terugverdientijden voor de klanten van de leveranciers die andere contracten hebben opgesteld en of de aannames op zijn minst niet gedateerd zijn. Hoe weten we dat bij het afschaffen er ook daadwerkelijk een lagere energierekening voor alle huishoudens zal zijn? Vertrouwt de minister niet te veel op de marktwerking, vroeg hij. Kunnen we erop vertrouwen, zoals de minister doet, dat het terecht komt bij de huishoudens? Wie wordt er beter van de afschaffing? Misschien wel alleen de energiebedrijven, zei Van Apeldoorn. Als het ook ten goede komt van de verduurzaming van de huursector, waarom zijn die belangengroepen, zoals woningcorporaties, dan niet enthousiaster over het afschaffen, besloot hij.

SGP: Regeling kan eigenlijk niet blijven

Senator Schalk filosofeerde dat geld een bijzonder middel is als het gebruikt wordt als prikkel om mensen tot iets aan te zetten dan wel om ze ergens mee te laten stoppen. In dit geval is het een middel geweest om mensen te stimuleren om aan de zonnepanelen te gaan, maar het succes leidt tot een hele hoge prikkel. Hoe meer huishoudens wel zonnepanelen krijgen hoe zwaarder dit zal doordrukken op de huishoudens zonder panelen, zei Schalk. Sommige huishoudens kunnen zonnepanelen in de verste verten niet betalen, omdat ze voor hen te duur zijn. Toch blijven zij meebetalen aan de regeling.

Hij vroeg of de minister mogelijkheden ziet om een regeling te verstrekken die ook betaalbaar is voor de armere huishoudens. De salderingsregeling zoals die nu is, kan eigenlijk niet blijven bestaan. Moet er niet een nieuwe regeling worden ingezet die wel de prikkel in zich heeft, maar niet leidt tot oversubsidiëring, vroeg Schalk. Hoe aantrekkelijk blijft het nu voor huishoudens om te investeren in zonnepanelen op de lange termijn? Zijn andere varianten mogelijk en zijn die overwogen? Tot slot wees hij nog op stimulering achter de meter: bijvoorbeeld door thuisaccu's te subsidiëren zodat mensen geprikkeld worden de eigen opgewekte energie op te slaan en te gebruiken.

D66: Ruimte maken voor nieuw beleid

Senator Aerdts zei dat de salderingsregeling zijn doel heeft gediend en zeer succesvol is geweest. Het is volgens haar tijd om afscheid te nemen en ruimte te maken voor nieuw innovatief beleid. Er wordt soms zelfs gezegd dat deze regeling innovaties tegenhoudt, aldus Aerdts. De Tweede Kamer heeft een amendement aangenomen over de evaluatie van de wet. Ze vroeg of de minister daarin ook kan worden gekeken naar de prijzen zodat die actief worden gemonitord. Hebben in het buitenland vergelijkbare regelingen bestaan? Wat zijn de ervaringen daar geweest bij afbouw, wilde Aerdts weten.

Het is belangrijk dat er nu duidelijkheid komt voor de burgers, betoogde zij. Ook Aerdts sloot zich aan bij de oproep van eerdere sprekers dat duidelijke communicatie nodig is. Ze vroeg of de minister kon aangeven hoe hij de concrete consequenties en het daarbij horende tijdspad bekend wil maken en welke bijdrage hij kan leveren aan de communicatie van de energieleveranciers. Tot slot wilde zij weten hoe de minister mensen tot gedragsverandering wil aanzetten, zoals van nachtstroom naar dagstroom, en mogelijk andere manieren.

FVD: Stoppen met mechanisme van subsidiëring

Senator Dessing zei dat zijn partij niet per se tegen het gebruik en de plaatsing van zonnepanelen in de bebouwde omgeving is, maar dan wel zonder mechanisme van subsidiëring. Volgens Dessing is de regeling gebaseerd op klimaatdoelen die onhaalbaar en onbetaalbaar zijn. Hij ziet vier perverse effecten van de energietransitie. Allereerst de prijsstijging: een toenemend aantal gezinnen leeft in energiearmoede. Ten tweede het risico op blackouts : de druk op het stroomnet is vergroot op een manier waarvoor het nooit bedoeld was.

Ten derde: door de netwerkcongestie en stagnering van uitbreiding van het net is de strategie van overheid en leveranciers gericht op gedragsverandering. Bijvoorbeeld door stroom duurder te maken tijdens piekuren, gas zwaarder te belasten en slimme meters gebruiken voor verdere gedragssturing. Dessing noemde dit onaanvaardbaar. Ten vierde: mensen die geen zonnepanelen hebben, betalen voor mensen die wel panelen hebben en stroom terug leveren. Het staat iedereen volgens FVD vrij om zonnepanelen op zijn dak te leggen, maar de buurman hoeft daar niet voor te betalen. De afbouw van de salderingsregeling moet wat Dessing betreft staan in het bredere kader van de afbouw van de energietransitie, die top-down, totalitair, aan de samenleving wordt opgelegd.

Minister Jetten: Achterhaald, duur en onrechtvaardig

Volgens demissionair minister Jetten (Klimaat en Energie) heeft de regeling zijn waarde bewezen, maar is deze nu achterhaald, duur en is er sprake van onrechtvaardige herverdeling. Als de salderingsregeling in stand wordt gehouden, lopen de kosten op tot 2,8 miljard in 2031, en structureel 700 miljoen euro per jaar. Dit geld kan maar een keer worden uitgegeven. In antwoord op de vraag om een eventueel plafond in de salderingsregeling, zei Jetten dat die grens er eerst wel was. Maar volgens hem zou de financiële impact van het plafond ook hier naar 500 miljoen euro per jaar zijn. Bovendien levert zo'n plafond uitvoeringsproblemen op voor de energieleveranciers en de Belastingdienst. Het kabinet geeft daarom de voorkeur aan afbouw van de regeling en een nieuwe, aparte regeling voor huurwoningen.

Jetten zegde verder toe dat er een serieuze evaluatie komt in 2025 en 2028 of de berekeningen zoals nu voorgesteld nog kloppen. Hij wees er op dat 1 op de 5 woningen in de huursector momenteel zonnepanelen heeft, tegen 1 op de 3 woningen van de koopwoningen. Hij heeft daarom laten onderzoeken hoe dit omhoog kan. Op basis van dat onderzoek heeft hij samen met minister De Jonge 100 miljoen euro gereserveerd om woningcorporaties te ondersteunen om meer in zonnepanelen te investeren, mits het wetsvoorstel voor de afbouw van de salderingsregeling wordt aangenomen. Hij zei verder dat we met een eventuele verwerping van het wetsvoorstel de kans mislopen om een van de oorzaken van netcongestie weg te nemen. De minister verwacht ook dat leveranciers dan door zullen gaan met zelfbedachte regelingen om dit door te berekenen. Dit wetsvoorstel biedt de mogelijkheid om daar iets aan te doen, besloot hij zijn betoog.



Deel dit item: