Debat samengevat: consumentenbescherming bij verkoop goederen



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 12 april met minister Weerwind voor Rechtsbescherming over een wetsvoorstel dat de invoering van verdere harmonisering van consumentenbescherming in alle lidstaten van de Europese Unie regelt, in het bijzonder bij de verkoop van goederen en bij de levering van digitale inhoud, zoals streamingsdiensten. De Eerste Kamer stemt dinsdag 19 april over deze zogeheten Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud en de ingediende motie van VVD-senator Meijer om voor levende dieren, in het bijzonder paarden, een andere regeling te treffen.

De aan het debat deelnemende fracties waren het eens met het doel van het wetsvoorstel, de verdere bescherming van de consument bij de aankoop van (digitale) goederen. Zo zei PvdA-senator Recourt, die mede namens GroenLinks en SP sprak, dat de consumentenbescherming met invoering van het wetsvoorstel verder wordt verbeterd en de Europese markt voor consumenten verder wordt geharmoniseerd. Ook D66-senator Dittrich en senator Nicolaï (PvdD) toonden zich voorstander van het voorstel zoals dat voorlag.

Het meest besproken onderwerp in het debat vormde echter het verlengen van de termijn voor de bewijslast door de verkoper van een half jaar, zoals die nu in Nederland geldt, tot een jaar om zo de consumentenbescherming in de hele Europese Unie gelijk te trekken. VVD-senator Meijer, die mede namens CDA en SGP sprak, en PVV-senator Bezaan bepleitten om een uitzondering voor de paardensector te maken. Volgens hen is het voor de verkopers in die sector een achteruitgang wanneer zij bijvoorbeeld tot een jaar terug moeten bewijzen dat het paard dat zij verkochten gezond was. Volgens PvdA, D66 en ChristenUnie komt de verlenging tot een jaar het dierenwelzijn juist ten goede. Senator Meijer diende uiteindelijk een motie in om voor de bewijslast voor levende dieren, waaronder paarden, de huidige in Nederland geldende termijn van zes maanden te handhaven.

Minister Weerwind voor Rechtsbescherming zei dat het wetsvoorstel de consumentenbescherming verbetert. De twee richtlijnen gaan uit van een maximale harmonisatie in de Europese Unie, waarbij lidstaten op kleine uitzonderingen na niet mogen afwijken bij de implementatie. Hij zei dat hij achter het wetsvoorstel - en dus ook de verlenging van de bewijslast naar een jaar - staat. De minister zegde wel toe dat als de motie wordt aangenomen, hij een reparatiewet zal indienen met betrekking tot de uitzondering voor de paarden. Weerwind waarschuwde de Kamer voor een geheel nieuw wetgevingstraject (een novelle) waarbij zowel de consumentenbescherming vertraging oploopt alsook Nederland een boete krijgt van de Europese Unie voor het te laat invoeren van de richtlijnen.

De Eerste Kamer stemt dinsdag 19 april eerst over de motie en vervolgens over het wetsvoorstel.



Deel dit item: