T02953

Toezegging Monitoring effecten van de aanpassing van de SDE+-regeling en ODE (35.304)



De Staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe om de minister van EZK te verzoeken de Eerste Kamer binnen een week te informeren over de effecten van de wijziging in de ODE-tarieven bij de verbreding van de SDE+-regeling voor de glastuinbouwsector.

Vervolgens zegt de staatssecretaris van Financiën de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone, toe dat de minister van EZK in februari rapporteert over het overleg met de sector en de impact van de maatregel.

Daarnaast zegt de Staatssecretaris van Financiën de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Huffelen (D66) en Vendrik (GroenLinks), toe de minister van EZK te verzoeken de Eerste Kamer in 2020 in afschrift te informeren over de monitoring van de effecten van de wijziging in de ODE-tarieven bij de verbreding van de SDE+-regeling voor de glastuinbouwsector, voor de heringebruikname van WKK-installaties en voor het hergebruik van CO2 (CCU) in deze sector.

Zie ook de motie-Essers (CDA) c.s. over de ODE-heffing (EK 35.304, F).


Kerngegevens

Nummer T02953
Status voldaan
Datum toezegging 10 december 2019
Deadline 1 juli 2020
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden drs. F.J.M. Crone (GroenLinks-PvdA)
Drs. A.C. van Huffelen (D66)
C.C.M. Vendrik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen glastuinbouw
klimaatakkoord
opslag duurzame energie
Pakket Belastingplan 2020
SDE+
Stimulering van Duurzame Energie
Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord
Kamerstukken Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord (35.304)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 11, item 3, p. 17.

Mevrouw Van Huffelen (D66):

[…]

Er is nog een aantal andere thema's dat ik aan de orde zou willen stellen rondom het belastingpakket. Dat is onder andere de verhoging van de ODE. Het is ook al door een aantal andere leden van deze Kamer genoemd. Ondanks de discussie daarover in de Tweede Kamer en de toezegging van de staatssecretaris om te monitoren zijn er vanuit vele sectoren, niet alleen de glastuinbouw, maar vooral daarvan, zorgen op dit punt. Het is helder dat het kabinet heeft gekozen voor een verschuiving van de ODE van burgers naar bedrijven, maar de lasten bij bedrijven die al investeringen hebben gedaan, lijken hierdoor sterk verhoogd te worden. Mijn vraag aan de staatssecretaris is of hij, in lijn met eerder gestelde vragen, ons meer kan inlichten over twee dingen. Zou hij willen ingrijpen wanneer op basis van monitoring zou blijken dat er dingen niet goed gaan? Heeft hij, samen met de minister van LNV, inmiddels ook al een instrument ontwikkeld voor het eventueel toevoegen van SDE-middelen?

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 12, p. 12

Staatssecretaris Snel:

[…]

Ik maak het even af, voorzitter, want er zijn een aantal onderwerpen die allemaal op dit punt terechtkomen, ook als het gaat om de monitoring. Mevrouw Van Huffelen vroeg hoe het staat met het voorstel van de monitoring en de effecten op de aanpassing van de SDE+-regeling. De heren Ester en Essers deden soortgelijke verzoeken. De heer Schalk vroeg ook naar het overleg met de sector op dit specifieke punt. Het kabinet gaat op korte termijn met onder andere Glastuinbouw Nederland om tafel om invulling te geven aan de monitoring van de effecten, zoals gevraagd in de motie-Lodders. Het kabinet heeft daarnaast ook een impacttoets mkb aangevraagd, die het bureau KPMG op dit moment voor ons uitvoert. Deze informatie kan ook worden meegenomen in de toekomstige besluitvorming over de ODE. Daarbij zijn ook een aantal mogelijkheden aan de orde gekomen om de sector te bedienen in de vorm van een subsidiëring. Aan de andere kant van de belasting is er natuurlijk ook de SDE-subsidiëring. Op dit moment wordt de glastuinbouw fiscaal gestimuleerd door de Milieu-investeringsaftrek, dat is de MIA. Op bepaalde milieubedrijfsmiddelen kan onder voorwaarde maximaal 36% Milieu-investeringsaftrek worden verkregen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de groene kassen. Daarnaast kan er ook op bepaalde milieu-investeringen versneld worden afgeschreven. Bij de verbrede SDE+-regeling zal worden bezien of extra opties, die gunstig zijn voor bijvoorbeeld de glastuinbouw, zoals de daglichtkas en de benutting van de restwarmte, kunnen worden meegenomen.

De minister van EZK zal hierover in het voorjaar van 2020 een brief aan de Tweede Kamer sturen. Ik zal hem verzoeken deze brief ook aan uw Kamer te sturen, zodat u daar ook zicht op krijgt. De minister van LNV, die voor dat andere beleidsterrein verantwoordelijk is, is met de sector in gesprek over de inzet van een deel van de extra klimaatgelden voor 2020 voor de sectoren die aan de ene kant die verhoging van de ODE-middelen krijgen. Dat is het totaal aan maatregelen wat het kabinet voor ogen had om aan de ene kant wel degelijk extra verbruik zwaarder te belasten, maar ook rekening te houden met de effecten van deze maatregelen op de verschillende sectoren.

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 12, p. 46.

Staatssecretaris Snel:

[…]

Wel heeft het kabinet na Prinsjesdag, dus na het indienen van het Belastingplan inclusief de aanpassingen in de derde en vierde schijf, meerdere malen gesproken met onder andere Glastuinbouw Nederland. Daarbij is afgesproken om op korte termijn, in januari, verder met deze partijen om de tafel te gaan om invulling te geven aan de monitoring van de effecten zoals ik ze benoemde bij de motie-Lodders.

Het kabinet heeft daarnaast een impacttoets mkb aangevraagd, die KPMG op dit moment uitvoert. We verwachten ook hiervan de resultaten in het voorjaar. Deze informatie kan worden meegenomen in de toekomstige besluitvorming over de ODE, dus over de opslag duurzame energie. Bovendien is bij het opstellen van de wetgeving met betrekking tot de verbrede SDE+-regeling ook afgesproken om te bezien of er extra opties te vinden zijn die gunstig zijn voor de glastuinbouw, zoals bijvoorbeeld de daglichtkas en de benutting van de restwarmte. De minister van EZK zal hierover in het voorjaar van komend jaar, dus in 2020, een brief naar de Tweede Kamer sturen. Ook de minister van LNV is met de sector in gesprek over de inzet van extra klimaatgelden voor 2020. Ik zeg dit even om de precieze tijdlijn vast te houden.

[…]

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 12, p. 47.

Staatssecretaris Snel:

[…]

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de opname van afvang en benutting van CO2 in bijvoorbeeld de glastuinbouw of met CCS nader wordt onderzocht in de SDE+-regeling. Dat zei ik zojuist al. Binnenkort zal de heer Wiebes u een brief sturen over de verbreding van de SDE+-regeling en of dat gelukt is. Hij schrijft waarschijnlijk ook namens zijn collega van LNV over de uitkomst van dat beraad. Dat klopt dus.

De heer Crone (PvdA):

Dank voor de uitvoerige uitleg. Op basis van wat ik heb gehoord, herken ik dat de processen zo gaan. We kunnen het elkaar niet verwijten, maar we zitten nog wel met het probleem dat de tarieven zo dadelijk vaststaan en men moet gaan betalen. Er zijn serieuze analyses die laten zien dat een aantal bedrijven gewoon kopje-onder gaat, of in de resultatenrekening van plus naar min gaat. Ik kijk vooral naar de collega's, maar ik vind het de moeite waard om te kijken of we dit binnen een week iets kunnen versnellen. We stemmen namelijk pas over een week over die motie. De minister van EZK of misschien de minister van LNV zal dan toch nog met de sector moeten overleggen. Er gebeurt in een week vaak heel veel, zeker als het onder druk een beetje vloeibaar wordt. Daarbij is uw collega meer aan bod dan uzelf. Dit is ook een vraag aan onszelf. Ik zou eigenlijk wel een brief of iets anders willen, al komt die de avond voor de stemming, waarin aan ons gemeld wordt wat de situatie is.

Staatssecretaris Snel:

Ik kan het verzoek om die brief zeker bij mijn collega's neerleggen. Dat zal in eerste instantie denk ik de minister van EZK zijn. Tegelijkertijd moet hier niet het beeld ontstaan dat ik namens hem heb gezegd dat er helemaal niks gebeurt. Er wordt gekeken of de effecten inderdaad zo groot zijn. Ook is de motie-Lodders aangenomen. Een deel van de effecten is natuurlijk bedoeld. Er zijn namelijk hogere kosten. Een aantal van u zegt vandaag dat een deel van die effecten wel heel groot lijkt te zijn. Was dat nou de bedoeling? Ik heb daarbij gezegd dat we een aantal zaken gaan onderzoeken om aan de subsidiekant al in 2020 maatregelen te kunnen treffen. Aan de fiscale kant lijkt het me slecht mogelijk om in dit jaar nog nieuwe maatregelen te treffen. Dat is eigenlijk wat we hier vandaag vaststellen. Ik sluit niet uit dat er maatregelen mogelijk zijn die per volgend jaar ingaan. Als u denkt dat het helpt om een brief te krijgen die nog een keer samenvat wat ik hier zeg, wil ik dat verzoek doorgeleiden, met daarbij het verzoek om die brief tijdig te sturen omdat u nog moet stemmen.

De heer Crone (PvdA):

Ja, want dat kan ons helpen om een nog iets completer beeld te krijgen. Ook geeft dat de sector uiteraard nog even de kans om daar in de komende dagen op in te spelen. Ik denk dat dan kan blijken of het probleem te groot is om door te bijten, of dat we moeten zeggen: het moet dan toch maar anders. Anders nemen wij een beslissing met een beetje mist. Nogmaals, het is voor iedereen snel gegaan. Zo'n brief zou ik willen vragen.

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 12, p. 48.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Na wat de heer Essers naar voren heeft gebracht, haast ik me dan te zeggen dat het hele Klimaatakkoord op één punt draagvlak dreigde te verliezen. Dat is namelijk de indruk dat de industrie van Nederland bezig was om een rekening bij de burgers neer te leggen. Dat was nou echt funest voor het draagvlak. Dat is gelukkig gerepareerd. Deze schuif in de ODE strekt daartoe. Dat is voor het draagvlak uitermate veel waard. Ik moedig het kabinet aan om niet van dat pad af te wijken. Dat neemt niet weg dat je goed moet kijken naar effecten. Daar gaan we dit voorjaar over horen. Begrijp ik het goed dat de inrichting van het ODE-tarief in de derde en vierde schijf voor elektriciteit in de glastuinbouw misschien nét contraproductief werkt? De afspraak in het Klimaatakkoord was dat wkk-installaties eigenlijk uit productie moeten worden genomen. Moedigt het extra tarief op elektriciteit in combinatie met de vrijstelling voor gas de tuinders juist aan om oude installaties weer in bedrijf te nemen? Krijgen we er in de brief van de minister van dit voorjaar meer informatie over of dat reëel is, of dat gebeurt en zo ja, wat gaat er dan gebeuren?

Staatssecretaris Snel:

Zo is het precies .

[…]

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik heb nog één korte vraag over CO2-opslag en de hernieuwde SDE++ die daar straks voor open gaat. Ik vraag de staatssecretaris of ik ervan uit mag gaan dat ook het kabinet vindt dat hergebruik van CO2, dus CCU, eigenlijk preferent is ten opzichte van opslag. Mag ik ervan uitgaan dat de nieuwe regeling daar ook op wordt ingericht? Dat voorkomt dat bijvoorbeeld bestaande projecten in Rotterdam en omstreken, waar CO2 wordt herbenut door tuinbouweigenaren, in stand blijven en dat die businesscase niet onderuit getrapt wordt door subsidiëring voor opslag.

Staatssecretaris Snel:

Hier komen we weer op het punt dat de heer Vendrik mij wat overvraagt als hij vraagt naar de precieze weging tussen CCS en CCUS in Rotterdam. Ik denk dat dit wat verder afstaat van de ODE-regeling als zodanig. Ik denk dat het zeer interessante vragen zijn. Ik heb daarnet aangegeven dat in het Klimaatakkoord is afgesproken dat de opname van afvang en benutting van CO2 in de glastuinbouw in de SDE+-regeling nader wordt onderzocht. We hebben het dan over CCUS. Als de heer Vendrik vraagt of hij ergens van uit mag gaan, is het antwoord nee. Dat wordt namelijk nog nader onderzocht.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dat snap ik wel. Ik wil het niet heel groot maken, maar het is toch fijn. Dit heeft wel degelijk een relatie met het vorige punt: het per ongeluk aanzetten van wkk-installaties. Daarmee gaan de tuinders namelijk weer hun eigen CO2 produceren, terwijl het aanbod uit Rotterdam vervolgens onder de grond wordt gestopt. Dan doen we iets geks. Dat is mijn punt. Is die zin is er een relatie. Ik zou het fijn vinden als de minister van Economische Zaken en Klimaat dit expliciet aan de orde stelt in zijn brief ter aanbieding van de SDE++ met de openstelling voor CCS-projecten. Dat is een praktische vraag.

Staatssecretaris Snel:

Dat is een goede vraag. Ik heb zojuist al gezegd dat ik denk dat het goed is als hij dit meeneemt. Dat zeg ik nog een keer: ik denk dat het goed is als hij dit meeneemt. Ik zal dit ook doorgeleiden naar de heer Wiebes.

Handelingen I 2019-2020, nr. 13, item 3, p. 4 en 5.

De heer Crone (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik had zelf vorige week in tweede termijn gevraagd om een brief van het kabinet en ik wil erg raag op reageren, nu die brief er is. Toen had ik al gezegd dat er misschien een heropening zou komen en dat is het geval. Allereerst dank ik de staatssecretaris en via hem natuurlijk ook de minister van Economische Zaken voor het antwoord. Ik vind het een beetje onthutsend, omdat er weinig urgentie uit lijkt te spreken, zoals de heer Essers ook zei. Het is zo van "nou ja, we leggen nog eens uit hoe het zat". Wat ze niet uitleggen is een van de vragen die hier breed in de Kamer was, namelijk of er wel goed is overlegd met de sector. Dat is niet het geval. Er wordt wel bevestigd dat dat niet is gebeurd.

Het hoofdpunt blijft dat de sector ook snapt dat er een lastenverschuiving is van de burgers naar het bedrijfsleven. Dat zou een gemiddelde verschuiving van 34% zijn en nu wordt deze schijf 3 met 177% verhoogd. Dat is nog wel een verschil. Ik vraag het kabinet hoe men heeft kunnen denken dat dit op draagvlak zou kunnen rekenen, want dat is natuurlijk buiten alle verwachtingen. Is niet overwogen om een andere verdeling te doen?

En dan dring ik aan op meer urgentie, want er komt een onderzoek conform de motie-Lodders maar pas in de loop van het volgend jaar. Dat moet toch veel sneller kunnen? Als er al geen overleg heeft plaatsgevonden, terwijl de sector overleg wil, zou ik willen vragen om in februari een eerste rapportage te krijgen over de impact en de mogelijke alternatieven. De impact, omdat het toch wel bizar is dat we zo'n maatregel nemen zonder impactstudie vooraf; dat had al moeten gebeuren en zo moeilijk is het niet. Volgens mij moet dat in februari kunnen plaatsvinden, inclusief de door het kabinet toegezegde mogelijkheden van compensatie, deelcompensatie, via subsidie op energiebesparing of whatever.

[…]

Staatssecretaris Snel:

Dank u wel, voorzitter. Laat ik met het laatste beginnen, het verzoek van de heer Crone. Hij heeft de brief ontvangen van de minister van Economische Zaken en Klimaat, waarin een aantal zaken worden herhaald die wij ook al eerder hadden gedeeld. Ik begrijp van de heer Crone en van anderen dat er weinig urgentie wordt uitgestraald. Ik kan me dat best voorstellen als je de brief in de techniek leest. Ik denk dat die bedoeld was om feitelijk weer te geven wat er wel of niet gebeurt. Ik zie dat u heel specifiek vraagt, via mij aan de daarvoor verantwoordelijke minister, om dit serieuzer te nemen dan de toon van de brief.

U vraagt volgens mij ook of er al in februari een overleg kan zijn, waarna u kan horen hoe het gaat en of die mensen zijn uitgenodigd. Ik doe hier namens mijn collega de toezegging dat ik geen reden zie waarom hij dat niet in februari zou willen doen. Er is overleg gepland, het is belangrijk dat hierover gesproken wordt, we hebben al een aantal maatregelen voor 2020 aan de niet-fiscale kantgenomen en vastgelegd. Maar het moet zeker niet zo zijn dat als er problemen zouden ontstaan, die urgentie niet gevoeld zou worden. Ik wil dit eigenlijk gewoon onderschrijven, dus bij dezen zeg ik dit toe.


Brondocumenten


Historie