Acht moties in debat over Staat van de rechtsstaat



Update: 17 maart, 12.30 uur

Dinsdag 10 maart debatteerde de Eerste Kamer over de Staat van de rechtsstaat met minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en minister Dekker (Rechtsbescherming). Het beleidsdebat wordt sinds 2014 met enige regelmaat gevoerd.

Over zes van de acht tijdens het debat ingediende moties zou dinsdag 17 maart worden gestemd (twee moties zijn aangehouden), maar in verband met het sluiten van het Eerste Kamergebouw en het schrappen van de vergaderactiviteiten tot en met 6 april is de stemming tot nader order uitgesteld.

De Kamer debatteerde met minister Grapperhaus onder meer over de balans in de trias politica, het systeem van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht waarop de rechtsstaat is gebaseerd, de ondermijning van de rechtsstaat door bijvoorbeeld zware criminaliteit en de personeelstekorten bij de politie. Met minister Dekker werd onder meer gesproken over de toegankelijkheid van de rechterlijke macht, de financiering van de gesubsidieerde rechtsbijstand en de verhouding tussen de rechterlijke en wetgevende macht.

Acht moties

Tijdens het debat zijn acht moties ingediend: over zes moties wordt dinsdag 31 maart gestemd, twee moties zijn door de indieners aangehouden.

Slachtofferbescherming

De motie van senator Baay (50PLUS) verzoekt de regering zorg te dragen voor betere voorlichting aan slachtoffers omtrent bestaande privacyrechten zodat deze zich daarop kunnen beroepen. Ook wordt de regering verzocht bij de Nederlandse Vereniging voor Journalisten en het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren erop aan te dringen om naar analogie van het "gentlemen's agreement" dat de media hanteert ter identiteitsbescherming van verdachten deze ook onverkort te hanteren voor slachtoffers tenzij slachtoffers zelf uitdrukkelijk toestemming verlenen tot publicatie van hun privacygegevens. De minister voor Rechtsbescherming liet het oordeel aan de Kamer, mits de indiener kon instemmen dat hij zich terughoudend zou opstellen en het Fonds Slachtofferhulp hierin het voortouw zou laten nemen. Senator Baay stemde hiermee in.

Onderzoek kwetsbaarheden financiële stelsel

De motie van senator Bikker (ChristenUnie) kreeg eveneens het predicaat 'oordeel Kamer', in dit geval van de minister van Justitie en Veiligheid. De motie verzoekt de regering ter bescherming van de integriteit van het financiële stelsel onderzoek te doen naar de kwetsbaarheden van dat financiële stelsel, naar de adviserende sectoren in brede zin en naar de gevoelige branches en deze daartoe op systematisch niveau zo door te lichten dat een eerste overzicht wordt verkregen welke kwetsbaarheden er zijn en of de huidige wetgeving en het beleid in afdoende mate hier een antwoord op de bestrijding van zware criminaliteit geven of dat actie op dit punt geboden is en de Kamer hierover te informeren.

Versterking kwaliteit rechtsbescherming

Senator Backer (D66) vraagt in een motie de Kamer zich uit te spreken dat het wenselijk is dat de Eerste Kamer voorlichting (advies) aan de Raad van State vraagt om aan te geven hoe - met in achtneming van de verschillende rollen in de trias politica - de kwaliteit van de rechtsbescherming voor de individuele burger door wetgever, bestuur en rechter gezamenlijk, kan worden versterkt.

Onafhankelijke financiering rechtspraak

De motie van senator Veldhoen (GroenLinks) - die in het debat net als senator De Blécourt haar maidenspeech hield - verzoekt de Algemene Rekenkamer in vervolg op hun eerdere bevindingen, een onderzoek te doen te doen en advies te geven hoe de onafhankelijkheid van de rechtspraak beter kan worden geborgd in de begrotingssystematiek.

Tijdelijk geen nieuwe regelgeving IND

De minister voor Rechtsbescherming ontraadde - namens staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid - een andere motie van senator Veldhoen. De motie verzoekt de regering om geen nieuwe regelgeving te introduceren die de Immigratie- en Naturalisatiedienst aanvullende taken geeft, totdat achterstanden bij de behandeling van asielaanvragen zijn ingehaald en de IND zich structureel aan de wettelijke beslistermijnen houdt.

Onderzoek invoering legaliteitsbeginsel

Senator Otten (Fractie-Otten) verzoekt in zijn motie de regering een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden in hoeverre de (gedeeltelijke) invoering van het legaliteitsbeginsel kan bijdragen tot een meer effectieve en snellere rechtspleging, lagere recidive en een hogere aangiftebereidheid zodat de misdaad effectief teruggedrongen kan worden in Nederland. Deze motie werd door de minister van Justitie en Veiligheid ontraden.

Onderzoek VN Vluchtelingenverdrag

Senator Otten (Fractie-Otten) verzoekt in een andere motie de minister voor Rechtsbescherming om de Kamer voor 1 juni 2020 schriftelijk uitsluitsel te geven over de status van het onafhankelijk onderzoek naar het VN Vluchtelingenverdrag en de inhoud van dit onafhankelijk onderzoek te delen met de Kamer. De minister liet weten dat dit niet binnen zijn portefeuille hoorde, maar dat de regering dit voorjaar met een dergelijk onderzoek komt. Hij verzocht de indiener de motie aan te houden. Daartoe besloot Otten. De motie is voor onbepaalde tijd aangehouden.

Slavernijverleden

Ten slotte verzoekt senator Nicolaï (PvdD) in een motie de regering om na te gaan of er reden bestaat om bij wet de slavernij en de slavenhandel die in het verleden heeft plaatsgevonden als een misdaad tegen de menselijkheid aan te merken, en om na te gaan of in diezelfde wet de oprichting en instandhouding van een Nationaal Monument Slavernijverleden, een Kenniscentrum Slavernijverleden en een Slavernijmuseum dient te worden gegarandeerd, en daarover uiterlijk binnen twee maanden aan de Kamer te rapporteren. De minister van Justitie en Veiligheid vroeg de indiener of hij zijn motie wilde aanhouden totdat minister Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die dit in zijn portefeuille heeft, een appreciatie van de motie heeft gegeven. De indiener stemde er mee in zijn motie vier weken aan te houden.

Impressie van het debat

Gelijke monniken, gelijke kappen

Senator Van Wely (FVD) trapte het debat namens de grootste oppositiefractie af. Hij zag in Nederland een staat in de staat, waarin wetteloosheid heerst. Hij gaf als voorbeelden motorbendes, woonwagenkampen, salafistische scholen en de veiligheidssituatie in de stad Amsterdam. Hij vroeg minister Grapperhaus hoe het komt het dat er de afgelopen jaren zo weinig vooruitgang is geboekt in de bestrijding hiervan. Van Wely zei dat de maatschappij verhard is dat een aantal mensen en beroepsgroepen beveiligd moeten worden. Hij vroeg voor één groep speciale aandacht omdat zij van binnenuit worden bedreigd: de klokkenluiders. Van Wely wilde van minister Dekker weten of hij zich gaat inzetten voor een cultuuromslag zodat klokkenluiders zich geen zorgen hoeven te maken over represailles. Tot besluit vroeg de FVD-senator naar het beginsel van de rechtsgelijkheid. Volgens Van Wely wordt het principe van 'gelijke monniken, gelijke kappen' in de praktijk verschillend toegepast. Als voorbeelden gaf hij het 'minder, minder'-proces tegen Geert Wilders en het proces tegen de zogenoemde blokkeerfriezen. Hij wilde weten wat minister Dekker van deze voorbeelden vond met betrekking tot de rechtsgelijkheid. Tot besluit vroeg hij of goed gemonitord wordt of rechters geen vreemde uitspraken doen waardoor maatschappelijke onrust kan ontstaan.

Perspectief van de burger centraal

PvdA-senator Recourt stelde dat de staat van de rechtsstaat over het perspectief van de burger gaat. Hij sprak zijn waardering uit voor de justitieketen: "Er wordt hard gewerkt en er gaat veel goed. Hart voor de zaak is heel groot." Volgens Recourt wordt de rechtsstaat bedreigd wanneer individuen en groepen zich eraan onttrekken. Als voorbeeld noemt hij - net als Van Wely - het rapport over de stad Amsterdam. De moord op advocaat Wiersum in september 2019 was volgens Recourt het dieptepunt. Volgens Recourt lijkt het OM een tot op het bot uitgeklede efficiënte uitvoeringsorganisatie van het ministerie. Daarom pleit de PvdA voor het onderbrengen van veiligheid bij twee ministeries. Recourt vroeg de minister wat hij vindt van het onderbrengen van de politie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Volgens de PvdA-senator betekent behoorlijk bestuur dat de overheid begroot wat nodig is voor rechterlijke bijstand. Het aspect bekostiging is echter te lang dominant geweest, aldus Recourt. Hij vroeg de regering rechtsstatelijk denken voorop te stellen, in plaats van het efficiency-denken. Als laatste ging hij in op alternatieve geschilbeslechting. Deze kan naar zijn mening alleen groeien in de schaduw van de rechtspraak. Recourt ging zelfs een stap verder: haal de rechtspraak in de geschilbeslechting, voor deelbeslechting, waarna de mediation verder kan gaan.

Advocaten voelen zich onveilig

Senator Baay (50PLUS) noemde de traditie van dit beleidsdebat niet alleen gewenst, maar zelfs noodzakelijk. Volgens Baay staat de rechtsstaat niet alleen onder druk, maar verdient zij onze voortdurende aandacht. Maar liefst 59% van de advocaten en driekwart van de strafrechtadvocaten voelt zich onveilig. Extra beveiliging voor hen is helaas noodzakelijk, aldus Baay. Zij vroeg de minister hoe de regering ervoor gaat zorgen dat togadragers hun werkzaamheden kunnen blijven verrichten zonder angst voor repercussies. Denkt hij daarbij wellicht aan weerbaarheidstrainingen? Baay vroeg hoe de minister de problematiek van de meer dan 23000 zaken die op afhandeling wachten, gaat oplossen. Wanneer denkt hij dat deze zijn afgehandeld en welke middelen gaat hij hiervoor inzetten? Ook de 50PLUS-senator sprak over de trias politica waarvan de drie onderdelen ieder apart elkaars tegenwicht vormen. Ze wilde weten waarom de minister niet eerder afstand heeft genomen van het beeld dat rechters op de stoel van de wetgever zijn gaan zitten, zoals volgens haar wordt betoogd door FVD. Ze vroeg welke mogelijkheden de minister ziet om het vertrouwen van mensen dat door deze uitspraken geschonden is, te herstellen. Tot besluit wilde Baay van de minister weten of hij op korte termijn in actie zal komen in voor de bescherming van slachtoffers.

APK van de rechtsstaat

Volgens VVD-senator De Blécourt, die haar maidenspeech hield tijdens het debat, is het mooie dat mensen in Nederland met elkaar van mening kunnen verschillen over de rechtstaat. Ze noemde het debat een soort APK van de rechtsstaat. De VVD-senator toonde zich voorstander van pilots om te onderzoeken of de toegang tot het recht laagdrempeliger vormgegeven kan worden. Ze wees er wel op dat het daarbij van belang is op gezette tijden te evalueren, ook om te kijken hoe de verschillende pilots zich tot elkaar verhouden. De Blécourt vroeg de minister of er al stappen zijn gezet voor een lange termijnvisie hoe de rechtspraak de juiste mensen uit 'de markt' aan zich kan binden en hen een veilige werkomgeving kan bieden. Ook zij ging in op de vaak ondermijnende georganiseerde criminaliteit. Criminelen hebben geïnvesteerd in bovengrondse activiteiten, aldus De Blécourt. Wat de VVD betreft mag de aanpak hiervan niet ten koste gaan van veiligheid en privacy, van zowel individu als samenleving. Zij betoogde dat dit informatietijdperk vraagt om op data gebaseerde manieren van bestrijding en opsporing van misdaad. Dat vraagt tegelijk om bescherming van burgers tegen schending van privacy, volgens De Blécourt. Zij wilde weten hoe de minister hier mee omgaat. De VVD-senator wilde weten of Justitie en het Openbaar Ministerie in staat zijn om de juiste mensen aan te nemen, op te leiden en te behouden. "De rechtsstaat verdient bescherming, zeker in een snel veranderende en gedigitaliseerde wereld", zo besloot zij haar bijdrage.

Genoeg bezuinigd op de rechtsstaat

ChristenUnie-senator Bikker vroeg de bewindslieden wat de rechtsstaat mag kosten en wat nodig is voor een goed basisniveau. Volgens Bikker zijn die vragen bij eerdere bezuinigingen op justitie en veiligheid niet gesteld. Volgens haar is nu wel genoeg bezuinigd. Het is nu tijd dat de rechtspraak weer op gezond gewicht komt en blijft. De ChristenUnie-senator vroeg minister Grapperhaus of hij kon toezeggen dat bij de uitvoering van de motie-Rosenmöller c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar versterking van de rechtsstaat ook terrorismebestrijding en de veiligheidsdiensten worden meegenomen. Bikker verzette zich tegen de suggestie dat rechters en hun uitspraken politiek zouden zijn. Volgens de ChristenUnie-senator mogen zware criminelen geen ogenblik het idee krijgen dat ze de overhand hebben. Ze vroeg de minister of hij kon onderstrepen dat inzet op andere terreinen niet ten koste gaat van inzet op ondermijning van de rechtsstaat. Volgens Bikker is investeren met materiele middelen een kernelement van het (terug)winnen van het vertrouwen van de burger in de rechtsstaat. Daarmee staan deze ministers voor een zware taak, aldus Bikker. Het dienen van die gerechtigheid is niet alleen een taak van hen, maar van ons allen, besloot zij haar betoog.

Speciaal commissaris aanpak drugscriminaliteit

CDA-senator Rombouts wilde weten hoe het staat met de uitvoering van de door de minister overgenomen motie-Rombouts c.s. over een Deltaplan tegen de ondermijnende drugscriminaliteit. Hij wilde weten of de indieners erop kunnen rekenen dat op alle vier de genoemde punten in de motie actie wordt ondernomen. Ook wilde Rombouts weten waarom er in de openbare ruimtes nog altijd geen billboards te zien zijn die waarschuwen tegen de schadelijke gevolgen van drugs. Hij vroeg de ministers of zij het inzicht deelden dat de aanpak van de ondermijnende drugscriminaliteit een aanpak vergt die over meerdere kabinetsperioden heen gaat. Is het kabinet bereid hiervoor een speciale commissaris aan te stellen, vroeg Rombouts. Volgens de CDA-senator zijn de politie, het OM en de rechterlijke macht thans onvoldoende uitgerust om dit aan te pakken. De rechtstaat is zo sterk als de pilaren waarop deze is gebaseerd, aldus Rombouts. Die pilaren moeten voortdurend gemonitord worden. Behoud van een solide rechtsstaat vergt ook iets van de wetgevende macht: terughoudendheid en vertrouwen in de andere pilaren. De rule of law staat in Nederland fier overeind en wordt nog helemaal ondersteund, besloot Rombouts zijn betoog.

Hellend vlak

PVV-senator Bezaan zei dat de afgelopen jaren onverantwoord bezuinigd is, onder andere op de rechtspraak. Op dit moment duurt het bijna veertien maanden voordat een strafzaak voorkomt, aldus Bezaan. Zij kaartte verder de gevolgen van persoonsbeveiliging aan voor de politieorganisatie. Honderden agenten zijn hiervoor vrijgemaakt. Daarnaast is berekend dat drie op de tien agenten niet dagelijks inzetbaar zijn in verband met bijvoorbeeld verlof en opleiding. Daarom moeten sommige eenheden het met nog minder mensen doen. Bezaan vroeg de minister wanneer de politie weer voldoende mensen en middelen krijgt. De PVV-senator betoogde dat regeren vooruitzien is: iedereen weet dat rechercheurs eerst moeten worden opgeleid, dus het gaat niet alleen om het beschikbaar stellen van middelen, aldus Bezaan. Het overhevelen van taken naar de nieuwe gemeentepolitie, waarbij bijzondere opsporingsambtenaren (BOA's) worden ingezet, die niet dezelfde opleiding hebben als politieagenten, creëert schijnveiligheid. Bezaan sprak ook over ondermijning door de handhavers zelf. Eigen wetgeving wordt bovendien willen en wetens genegeerd, zoals bij de volgens haar illegale dumping van granuliet. Volgens de PVV is Nederland steeds meer een dikastocratie geworden: het land wordt geregeerd door rechters. Senator Bezaan betoogde tot slot dat als het recht al zijn beloop moet krijgen, het vastloopt door gebrek aan middelen en mensen: "We zitten op een hellend vlak, onze rechtsstaat zal alleen maar verder worden ondermijnd."

Rechtsstaat constructivisme

Volgens D66-senator Backer heeft de trias politica tot doel om de vrijheid van de burger te beschermen. Recht gaat boven macht, dat is volgens hem de kern. De ondergeschiktheid aan het recht is altijd moeilijk voor politiek en voor bestuur, zo stelde Backer. "Rechtspreken is echter niet vrijblijvend. Voor de rechter is rechtspreken geen facultatieve bezigheid. Het is een plicht," zei de D66-senator. Punt van zorg is volgens Backer dat het parlement en het bestuur niet tijdig hebben gezorgd voor bescherming van de burger. Daarom heeft de rechter opgetreden en de burger beschermd, zoals in de Urgenda-uitspraak. Backer zei dat er immense druk is op de rechter. De oorzaken daarvan zijn allereerst dat er meer wordt geprocedeerd. Ten tweede worden zaken voorgelegd in domeinen waar de wetgever niet of niet tijdig inspeelt op ontwikkelingen. Ten derde doen burgers steeds vaker bij de rechter een beroep op hun grondrechten. Ten vierde wordt de regelsystematiek ook niet eenvoudiger. Ten vijfde is er de wens van de burger om in civielrechtelijke zin de overheid ergens aan te houden. De D66-fractie vroeg minister Grapperhaus stelling te nemen tegen uitspraken die beweren dat de rechtspraak ondeugdelijk is. Backer ging ook in op de bezuinigingen van de afgelopen jaren. Er zijn volgens hem ook andere manieren om uitgaven te beheersen. Hij vroeg de minister wat hij hieraan gaat doen. Backer riep tot slot op tot zogenoemd 'rechtsstaat constructivisme'. Hiermee bedoelde hij een discussie waarin wordt gekeken naar de trias politica waarbij ook het bestuur en de wetgever kritisch worden beschouwd.

Keihard uitspreken tegen aanvallen op de trias

GroenLinks-senator Veldhoen gaf in haar maidenspeech aan dat het piept en kraakt in de justitiële keten. Wijkagenten zijn onmisbaar, maar worden wegbezuinigd en ook het OM meldt een capaciteitstekort, aldus Veldhoen. Dat - samen met het op output-gerichte werken - betekent volgens haar dat alleen 'laaghangend fruit' wordt opgepakt. Als rechter heeft Veldhoen in haar dagelijkse werk de tweedeling tussen de can's en de cannot's de laatste jaren steeds groter zien worden. Naast het structurele probleem van een gebrek aan middelen zag Veldhoen nog meer bedreigingen voor de rechtsstaat: de wijze waarop politiek en bestuur zich tot de trias verhouden, de tanende onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de verslechterde toegang tot het recht en de georganiseerde misdaad. Met betrekking tot het eerste punt wees Veldhoen op de toename van aanvallen van de ene macht op de andere. Volgens haar zouden politici zich keihard moeten uitspraken tegen deze aanvallen. Veldhoen betoogde verder dat onafhankelijke rechtspraak onafhankelijke financiering vereist, en dat de rechterlijke macht geen uitvoeringsdienst van het ministerie mag zijn. Deze aanpassing acht zij noodzakelijk. Omdat de samenleving steeds verder juridiseert, is het voor de GroenLinks-fractie bovendien van belang dat toegang tot het recht laagdrempelig blijft. Veldhoen stelde dat zonder rechtsbijstand geen legitieme rechtspraak bestaat. Wat betreft de georganiseerde criminaliteit, zei de GroenLinks-senator dat die vooral om de enorme winsten gaat. Zij riep de regering daarom op bij de bestrijding daarvan vooral het geld te volgen, ook als het naar de financiële sector leidt. Tot slot stelde zij een vraag aan de Kamer: "Hoe gaan wij zelf om met onze rechtsstatelijke taak?" Volgens Veldhoen bestaat die taak voor de Eerste Kamer uit het waken over de deugdelijkheid van de voorgelegde wetgeving en niet het hoofd te veel laten hangen naar wat politiek wenselijk is.

Gevolgen Omgevingswet voor rechtspraak

Volgens SP-senator Janssenis de huidige slechte staat waarin de fundamenten van onze rechtsstaat zich bevinden ons niet overkomen, maar een keuze. Hij wilde weten hoe de ministers daar tegenaan kijken. Het is volgens Janssen niet de schuld van de mensen die het uitvoerende werk doen, maar die worden er wel op aangesproken. Ook hij sprak over de moord op advocaat Wiersum en riep de minister op hier stevig tegen op te treden: 'Wat nodig is, is nodig om dit te keren'. De SP-senator haalde daarnaast aan dat de Omgevingswet volgens hem tot een hogere belasting van de rechtspraak gaat leiden. Hij onderstreepte verder het belang van een onafhankelijke financiering van de rechtspraak. Janssen vroeg de minister voor Rechtsbescherming of het eigenlijk niet zo is dat de meeste burgers niet zelf een rechtszaak inspannen, maar dat de overheid een zaak tegen hen aanspant. Daarom is de sociale advocatuur ook zo belangrijk. Naar aanleiding van een interview dat minister Dekker had gegeven vroeg Janssen of de minister wil dat Nederland zijn handtekening onder het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens weghaalt. Dekker leek dat volgens hem te impliceren. De SP-senator vergeleek de rechtsstaat met gezondheid: lijkt vanzelfsprekend als er niets aan de hand is. Waarschuwingen worden genegeerd, waar je last van had viel wel mee te leven, tot het te laat is. Volgens Janssen is een ziekte soms meedogenloos, zowel bij de mens als bij de rechtspraak. In het geval van de rechtspraak dacht hij daarbij aan de moord op advocaat Wiersum: "Maar ik weiger me erbij neer te leggen dat onze rechtsstaat ongeneeslijk ziek is."

Ethos van de rechtsstaat onderhouden

SGP-senator Van Dijk sloot zich aan bij de eerdere sprekers met de vaststelling dat ondermijning van de rechtsstaat op allerlei manieren plaatsvindt. Volgens Van Dijk gebeurt het onder meer via mensenhandel en uitbuiting in de prostitutie, maar ook via de lokale politiek. Hij vroeg de minister of het aanvaardbaar is dat criminelen miljoenen verdienen aan de uitbuiting van vrouwen. Volgens Van Dijk is het verleidelijk om bij ondermijning te kijken naar de grote steden, maar moet ook in kleine gemeenten worden ingezet op het versterken van de lokale politie- en recherchekracht. Hij wees verder op het ethos van de rechtsstaat en vroeg de ministers wat het kabinet doet om deze ethos te onderhouden. Van Dijk bedoelt een ethos van vanzelfsprekende gedragingen en verwachtingen. Tot besluit citeerde hij minister Grapperhaus: 'Antisemitisme vloekt met onze samenleving'. Joden zijn oververtegenwoordigd als slachtoffer van discriminatie, aldus Van Dijk. Hij vroeg de minister om een eerdere oproep voor een 'Strijd tegen antisemitisme-vlag' actief te bevorderen via de VNG.

Legaliteitsbeginsel ipv opportuniteitsbeginsel

Senator Otten (Fractie-Otten) sprak zijn waardering uit voor het daadkrachtige optreden van minister Grapperhaus bij de opsporing en aanhouding van Ridouan T. Hij vroeg zich wel af of het niet beter zou zijn het Nederlandse stelsel van opsporing en vervolging waarbij een officier van justitie kan beslissen dat een strafbaar feit niet vervolgd wordt op grond van het algemeen belang (het opportuniteitsbeginsel) niet beter kan worden vervangen door een stelsel waarbij er altijd vervolging plaatsvindt tenzij het OM aangeeft waarom dat niet hoeft (legaliteitsbeginsel). Volgens Otten worden met die werkwijze bijvoorbeeld in Duitsland veel meer zaken opgelost. Misdaad loont te veel in Nederland, aldus Otten. Hij vroeg ook aandacht voor de verslechterde verhouding tussen de nationale overheid enerzijds en de provinciale en lokale overheid anderzijds, zoals in het geval van de aan Zeeland toegezegde marinierskazerne die daar nu toch niet komt. Otten: "Hoe Zeeland nu wordt behandeld, hoort niet in onze rechtsstaat." Hij wilde weten hoe de ministers dit zien. Ook Otten wees op de ondermijning van de rechtsstaat door bijvoorbeeld de Omgevingswet, stikstof- en PAS-problematiek. Dit levert volgens Otten alleen maar meer werk op voor de rechter. Hij sloot zijn betoog af met een oproep aan mede-Kamerleden om in de toekomst beter te letten op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van wetgeving: "Dat komt ook de rechtsstaat ten goede."

Slavernijverleden: zonder schuld toch verantwoordelijkheid

Senator Nicolaï (PvdD) riep de regering op tot het aanvaarden van verantwoordelijkheid ten aanzien van het Nederlands slavernijverleden. Hij noemde de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 een overwinning van de rechtsstaat. Voor veel mensen is het volgens hem nog een stap te ver om te spreken van slavernij van dieren. Net als bij elke afschaffingsbeweging lijkt een dergelijke erkenning alleen mogelijk wanneer de economie instort: "In die gevallen spreekt met over de staat van de economie in plaats van de staat van de rechtsstaat." Volgens Nicolaï is de rechtsstaat in de praktijk geen abstractie: mensen maken de rechtsstaat. Besef van moraal en rechtsbewustzijn vormen de basis van de rechtsstaat, aldus de PvdD-senator. Het rechtsbewustzijn ontwikkelt zich. Rekenschap afleggen betekent onrecht in de ogen zien, niet ervoor wegduiken, aldus Nicolaï. Deze opdracht te herdenken zal altijd van betekenis blijven. Historisch onrecht dat onderdeel uitmaakt van de geschiedenis van onze rechtsstaat, moeten we blijven herdenken. Hij vroeg minister Grapperhaus hoe het kabinet in de richting van 1 juli 2020, wanneer de afschaffing van de slavernij wordt herdacht, nadenkt over het aanbieden van excuses. Volgens Nicolaï moet er - in navolging van Frankrijk - wetgeving komen waarin definitief afscheid wordt genomen van dat verleden. Hij spoorde tot besluit iedereen aan het onrecht dat dieren wordt aangedaan op een lijn te stellen met het onrecht dat slaven, vrouwen, kinderen en minderheden in het verleden is aangedaan.

Over het beleidsdebat Staat van de rechtsstaat

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (nu Justitie en Veiligheid) heeft enkele jaren geleden op initiatief van haar toenmalige commissievoorzitter Ankie Broekers-Knol besloten de Kamer voor te stellen om eens per twee jaar een debat te voeren over dit onderwerp. Reden hiervoor is dat veel van de wetsvoorstellen die in de Eerste Kamer behandeld worden consequenties hebben voor de staat van de rechtsstaat. Bijvoorbeeld omdat het de toegang tot de rechter of grondrechtelijke aspecten raakt. Een dergelijk breed debat biedt de mogelijkheid om deze (reeds behandelde en toekomstige) wetsvoorstellen in onderlinge samenhang te bezien.

Voorgaande debatten over de Staat van de Rechtsstaat vonden plaats op 11 maart 2014, 22 mei 2018 en 19 februari 2019.


Deel dit item: