Algemene Financiële Beschouwingen 2019



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 19 november met minister Hoekstra en staatssecretaris Snel van Financiën tijdens de Algemene financiële beschouwingen. De Kamer stemt dinsdag 26 november over de tijdens het debat ingediende elf moties. De moties gingen onder meer over pensioenen, stikstofproblematiek, verduurzaming, het fiscale stelsel en het toeslagensysteem. De bewindslieden ontrieden alle moties.

Het jaarlijkse debat ging over het financiële deel van de Rijksbegroting voor 2020. Aan de orde kwamen onder andere de overheidsfinanciën, de situatie bij de Belastingdienst, de situatie met de pensioenen, inkomsten en uitgaven, het loslaten van de 'Zalmnorm' en het op Prinsjesdag gepresenteerde investeringsfonds. Waar sommige fracties het accent legden op belastingverlaging en -vereenvoudiging, riepen andere fracties het kabinet op om meer te investeren in (jeugd)zorg, onderwijs en energietransitie.

Moties

De Eerste Kamer diende tijdens het debat elf moties in: één in de eerste en tien in de tweede termijn. Alle moties zijn door de minister en staatssecretaris ontraden.

  • 1. 
    Tijdens het debat werd bekend dat het kabinet heeft besloten dat de meeste pensioenfondsen de pensioenen het komende jaar niet hoeven te verlagen. Mede naar aanleiding hiervan diende senator Van Rooijen (50PLUS) een motie in die de regering verzoekt de pensioenen de komende twee jaar niet te verlagen.
  • 2. 
    In de tweede motie verzoekt senator Vendrik (GroenLinks) het kabinet periodiek een groene houdbaarheidsstudie te laten uitvoeren die inzicht biedt in de impact van klimaatverandering op de (Nederlandse) economie en begroting.
  • 3. 
    In de derde motie verzoekt senator Vendrik (GroenLinks) het kabinet net als bij Invest-NL en de Europese Investeringsbank, het ondersteunen van fossiele projecten uit te sluiten van de exportkredietverzekeringen.
  • 4. 
    In de vierde motie verzoekt senator Vendrik (GroenLinks) het kabinet bij de nadere uitwerking van het investeringsfonds de duurzame economie en bevordering van brede welvaart centraal te stellen.
  • 5. 
    In de vijfde motie verzoekt senator Sent (PvdA) het kabinet met de gemeenten in overleg te treden over het gemeentefonds en de uitkomst hiervan reeds in 2020 mee te nemen om in 2020 al in de systematiek meer bestuurlijke rust te krijgen.
  • 6. 
    In de zesde motie verzoekt senator Koffeman (PvdD) de regering per direct nieuwe subsidieverlening voor biomassacentrales stop te zetten.
  • 7. 
    In de zevende motie verzoekt senator Koffeman (PvdD) bij maatregelen ter bestrijding van de stikstofcrisis symptoombestrijding van onbewezen kwaliteit zoals technische aanpassing van stallen en samenstelling van veevoer uit te sluiten van subsidieverlening en in te zetten op een warme sanering van de veehouderij gericht op blijvende vermindering van het aantal gehouden dieren.
  • 8. 
    In de achtste motie verzoekt senator Koffeman (PvdD) de regering sterk vervuilende oude dieselauto's uit te sluiten van de youngtimerregeling en in ruil daarvoor de youngtimerregeling open te stellen voor elektrische auto's die ouder zijn dan vijf jaar.
  • 9. 
    In de negende motie verzoekt senator Otten (fractie-Otten) de regering om in afwachting van een integrale vereenvoudiging van het fiscale stelsel het Belastingplan 2020 zodanig aan te passen dat de algemene heffingskorting per 1 januari 2020 wordt verhoogd van 2.711 euro naar 3.500 euro.
  • 10. 
    In de tiende motie verzoekt senator Otten (fractie-Otten) de regering om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor een vereenvoudiging van het toeslagensysteem en de Kamer daarover voor het volgende Belastingplan te informeren.
  • 11. 
    In de elfde motie verzoekt senator Van Rooijen (50PLUS) de regering tot het instellen van een commissie van deskundigen, met als taakopdracht het onderzoeken van een prudente rekenrentemethodiek, die voor een deel aansluit bij de risicovrije rente en voor een ander deel rekening houdt met de feitelijke rendementen van pensioenfondsen.

Over de Algemene financiële beschouwingen

Ieder najaar bespreekt de Eerste Kamer het financiële beleid zoals vastgelegd in de Rijksbegroting met de regering tijdens de Algemene financiële beschouwingen. De hoofdlijnen van het regeringsbeleid zoals verwoord in de Miljoenennota, worden tijdens de Algemene politieke beschouwingen (Apb) met de regering besproken. Ter voorbereiding op de Afb heeft de Eerste Kamercommissie voor Financiën (FIN) schriftelijk overleg met de minister van Financiën gevoerd en van dat overleg op 7 november 2019 een verslag uitgebracht (EK, N).

Impressie van het debat

Senator Frentrop (FVD) gaf het begrotingsbeleid van Nederland een onvoldoende, omdat er te veel geld wordt uitgegeven. Volgens Frentrop zit de regering in goede tijden 'de pot te verteren'. Hij betoogde dat iedere stimulans voor mensen om zichzelf te verbeteren wordt weggenomen door inkomstenbelasting. Hij riep de minister en de staatssecretaris op tot bezinning. FVD vindt dat de regering van haar inwoners, in zijn woorden 'ondernemers zonder personeel', werknemers maakt. Frentrop wil juist van ondernemers zonder personeel ondernemers mét personeel maken.

VVD-senator Wever gaf het kabinet complimenten voor de begroting. Hij ziet een verbetering, met name voor middeninkomens en mkb'ers. Hij riep het kabinet op het vestigingsklimaat te verbeteren. Ook vroeg hij het kabinet een aantal regio's te zoeken voor kansrijke grensoverschrijdende samenwerking. Ook toonde hij zich voorstander van vereenvoudiging in de toeslagen, met een voorkeur voor verminderen van aantal toeslagen. Wever zei dat het kabinet moet blijven streven naar verlaging van de regeldruk.

GroenLinks-senator Vendrik, die tijdens het debat zijn maidenspeech hield, vroeg het kabinet om met het denken verder te gaan naar het zogenoemde breder welvaartbegrip. Bij brede welvaart wordt ook gekeken naar bijvoorbeeld welzijn en sociale vooruitgang. Het kabinet zou zich volgens Vendrik jaarlijks op Prinsjesdag consistent en consequent moeten richten op verbeteren van prestaties op gebied van brede welvaart. Vendrik stelde vast dat het opvallend was dat het aangekondigde investeringsfonds tot stand kwam vlak nadat het klimaatakkoord was gesloten. Toeval of niet, vroeg hij de minister. Aan de staatssecretaris vroeg de GroenLinks-senator wat het perspectief is bij de hervorming van het belastingstelsel. De uitvoering door de Belastingdienst hoort het visitekaartje te zijn van een actieve overheid die de brede welvaart van de Nederlanders bevordert, en dat is nu niet het geval, besloot Vendrik.

Senator Van Kesteren (CDA) noemde de Nederlandse economie de sterkste van Europa, maar onderhoud eraan is nodig. Hij noemde het uitstellen van de verlaging van de vennootschapsbelasting een 'slecht signaal'. Volgens Van Kesteren zal veel geld nodig zijn om de problemen met stikstof en Pfas aan te pakken. Het investeringsfonds kan volgens hem hierbij een rol spelen. Veel sectoren zullen moeten veranderen. Die verandering moet niet alleen leiden tot een beter klimaat, aldus de CDA-senator, maar ook tot een structureel betere economie. Als het pensioenakkoord in gevaar komt, zou dat een slag zijn voor het overlegmodel, zo betoogde Van Kesteren, die aangaf dat bij het CDA duidelijk is dat sociale zekerheid voorop moet staan.

PvdA-senator Sent vroeg in haar bijdrage onder andere aandacht voor de netelige financiële positie van veel gemeenten, de publieke sector en het loslaten van de Zalmnorm. De gemeenten hebben sinds de start van het kabinet honderden miljoenen minder gekregen dat afgesproken, aldus Sent. Terwijl de decentralisaties in het zogenoemde sociale domein juist om voldoende financiële middelen vragen. Ook vroeg zij de minister wat hij gaat doen om te investeren in bijvoorbeeld de rechtspraak, het onderwijs en defensie. Sent wilde verder weten waarom de minister de Zalmnorm heeft losgelaten, die voorschrijft dat kabinetten in hoogconjunctuur hun uitgaven matigen om buffers op te bouwen voor mindere tijden.

Senator Backer (D66) juichte de combinatie van lastenverlichtingen en investeringen toe. Hij riep de minister op te komen met een toekomstpakket te komen, in plaats van het voorliggende investeringsfonds. Het moet wat D66 betreft niet weer een topsectorenbeleid worden. Volgens Backer blijkt het uitvoeren van gewenste en vaak breed gedragen beleidsvoornemens ingewikkelder dan tevoren gedacht. Hij vroeg de minister of op de afzonderlijke begrotingen voldoende voorzieningen zijn voor noodzakelijke hervormingen. Tot besluit miste de D66-fractie een gevoel van urgentie bij de renovatie van de financiële sector.

Voor PVV-senator Van Strien staat de vraag centraal 'hoe lang houden de minister en dit kabinet vol om de euro te blijven verdedigen?' Volgens Van Strien wordt de Nederlandse deelname aan de EU betaald door Henk en Ingrid. Hun beschikbare gezinsinkomen blijft sterk achter. De oplossing van de PVV is om terug naar de gulden te gaan. Verder zou het verhogen van het lage btw-tarief van 6% naar 9% teruggedraaid moeten worden. Tot besluit pleitte Van Strien om zo snel mogelijk over te stappen van een kapitaaldekkingsstelsel naar een omslagrekening voor pensioenen. Dan wordt het mogelijk de 15% achterstand van gepensioneerden uit te betalen. En voorts maakt dit mogelijk om een welvaartsvast pensioen uit te keren, zoals de meeste gepensioneerden beloofd is, aldus de PVV-senator.

ChristenUnie-senator Ester stelde vast dat Nederland voor het vijfde achtereenvolgende jaar een begrotingsoverschot heeft. Volgens hem is een nieuwe economische crisis niet ondenkbaar. Volgens Ester wordt dit debat gehouden tegen de achtergrond van de stikstof- en bouwcrisis. Hij vroeg de minister in hoeverre deze Miljoenennota nog actueel is. Met betrekking tot het loslaten van de Zalmnorm wilde de ChristenUnie-senator weten welke nieuwe norm gehanteerd zal worden, omdat begrotingskaders wel nodig zijn, aldus Ester. Spaarders voelen zich volgens hem verlamd door dreigende negatieve tekorten. Met betrekking tot het pensioenakkoord, noemde de ChristenUnie-senator intergenerationele rechtvaardigheid tot slot een 'groot goed'.

Senator Van Apeldoorn (SP) zei dat in de huidige situatie niet het lenen geld kost, maar juist het aflossen. Dan is aflossen toch dom, aldus Van Apeldoorn. Hij vroeg aandacht voor volkshuisvesting. Een op de drie kinderen woont in een ongezond huis. Senator Van Apeldoorn vroeg de minister waarom het kabinet niet bereid is te investeren in volkshuisvesting. Volgens hem vergroot dit kabinet alleen maar de kloof. Zo is de loonkloof tussen mannen en vrouwen alleen maar toegenomen. Dit kabinet weigert iets te ondernemen tegen grote vermogensongelijkheid, aldus Van Apeldoorn. De situatie bij de Belastingdienst kwalificeerde Van Apeldoorn als een 'beschamende puinzooi'. Hij vroeg de staatssecretaris of het geen tijd wordt voor een fundamentele stelselherziening en schoon schip te maken binnen de dienst.

Senator Koffeman (PvdD) droeg drie oplossingen aan om uit de impasse rondom de stikstofproblematiek te komen. Hij vroeg de minister of het kabinet bereid is niet langer aanvragen voor nieuwe biomassacentrales te honoreren en om dat ook te laten gelden voor nieuwe aanvragen. De tweede oplossing van de Partij voor de Dieren voor de stikstofproblematiek is het niet langer verstrekken van subsidies aan onbewezen methodes, zoals milieuvriendelijke stallen, maar alle gereserveerde middelen voor een sanering van de veehouderij in te zetten. Koffeman vroeg ten derde aan de staatssecretaris hoe hij erover denkt de meest vervuilende auto's uit te sluiten van de zogenoemde youngtimerregeling en die regeling vervolgens open te stellen voor elektrische auto's die ouder zijn dan vijf jaar.

Senator Otten (fractie-Otten) riep zijn collega's op de naar zijn mening nieuw herwonnen dynamiek van de Eerste Kamer voort te zetten. Hij verwees daarbij onder andere naar de motie-Koffeman over houtgestookte centrales die 12 november 2019 is aangenomen. De fractie-Otten noemt de voorliggende maatregelen van het kabinet 'too little too late'. Volgens Otten blijven investeringen achter, omdat het besteedbaar inkomen van miljoenen mensen achterblijft. Ondernemers gaan niet investeren als mensen niet consumeren, aldus Otten. Volgens hem voert het kabinet een jojobeleid en dat wekt geen vertrouwen. Met betrekking tot het belastingstelsel vroeg hij de staatssecretaris wanneer die het stelsel versimpeld zal hebben. Tot slot is volgens Otten de bestuurlijke dichtheid in Nederland erg hoog. Zijn fractie stelt voor te bezuinigen op de post openbaar bestuur. Het is de enige sector die gegroeid is onder Rutte, ten koste van de private sector, aldus senator Otten.

50PLUS-senator Van Rooijen bepleitte vier maatregelen, te beginnen bij het van tafel halen van de kortingen op de pensioen voor de komende 2 jaar. Verder vond hij dat de huidige rekenmethodiek voor de pensioenen van tafel moet en de ouderenkorting met 400 euro omhoog moet. Tenslotte wilde Van Rooijen toepassing van het rendement op het gehele spaarbedrag in plaats van op tweederde daarvan. Van Rooijen vroeg de minister waarom de 1000 euro extra arbeidskorting voor werknemers verantwoord is. Van Rooijen sprak verder van fiscale leeftijdsdiscriminatie. Hij vroeg de minister tot besluit hoe hij dit verdedigt.

SGP-senator Schalk vroeg aandacht voor de koopkracht van eenverdieners. Hij wees op de extra inkomstenbelasting voor eenverdieners. Hij vroeg de minister of die deze kloof rechtvaardig vindt en of hij bereid is om volgend jaar stappen te zetten om de kloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen. Met betrekking tot de voorgestelde lastenverlichting vroeg Schalk of daarmee de conclusie correct is dat de Zalmnorm wordt losgelaten. De SGP-fractie deed ten slotte ook een voorstel om inkomsten te genereren, door bij festiviteiten waarvoor consumenten betalen, en waar inzet van politie wordt gevraagd, de kosten daarvan te verhalen op de organisatie.

Senator Gerbrandy (OSF) bepleitte dat ook mensen met een laag inkomen moeten kunnen profiteren van de financiële voorspoed, niet alleen de middeninkomens. Gerbrandy toonde zich voorstander van het investeringsfonds, mits het goed beheerd wordt. Hij vroeg aandacht voor investeringen in onderwijs, wetenschap, innovatie en zorg. Gerbrandy vroeg de minister geld vrij te maken voor (digitale) infrastructuur, zoals de Lelylijn en de lijn Heerlen-Aken, maar vroeg daarnaast ook aandacht voor ontoereikende glasvezelkabelnetwerk op het platteland. De OSF-senator hield tot slot een pleidooi voor het invoeren van een basisinkomen. Hij vroeg de minister om een breed onderzoek naar de mogelijkheden hiertoe.



Deel dit item: