Debat pakket Belastingplan 2019 c.a.



Dinsdag 11 december debatteerde de Eerste Kamer over het pakket Belastingplan 2019 c.a. (in totaal negen wetsvoorstellen), waaronder de Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten. In verband met dit laatste wetsvoorstel was naast staatssecretaris Snel van Financiën ook minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Van Engelshoven aanwezig voor de behandeling van de wetsvoorstellen. De stemming over de acht tijdens het debat ingediende moties en één aangehouden motie van de Algemene Politieke Beschouwingen, en de negen wetsvoorstellen is voorzien voor dinsdag 18 december a.s.

De leden van de Eerste Kamer spraken tijdens het debat vooral over de gevolgen van de voorgestelde vereenvoudiging van het belastingstelsel, de vergroeningsmaatregelen en de Europese richtlijn om belastingontwijking tegen te gaan. Waar de ene fractie de vergroeningsmaatregelen bekritiseerde (o.a. PVV), vond de andere fractie die niet ver genoeg gaan (PvdD). Ook het voorstel om de fiscale aftrek voor eigenaren van rijksmonumenten te veranderen in een subsidie kreeg kritiek (onder meer van VVD en CDA).

Bij het wetsvoorstel Belastingplan 2019 zijn vier moties ingediend. Senator Ester (ChristenUnie) diende een motie in waarin hij de regering verzocht om met ingang van 1 januari 2020 de maximaal onbelaste vrijwilligersvergoeding jaarlijks te indexeren. Senator Sent (PvdA) diende een motie in waarin zij de regering verzocht de gevolgen van de voorliggende verhoging van de btw in kaart te brengen voor de verschillende inkomensgroepen. Een tweede motie van senator Sent verzocht de regering het pakket Belastingplan voortaan te voorzien van een separate doenvermogentoets. Senator Van Leeuwen (PvdD) diende een motie in waarin zij de regering verzocht te onderzoeken wat de mogelijkheden en effecten van een zwaardere belasting op dierlijke producten zouden zijn van dergelijke maatregelen en de Kamer daarover binnen drie maanden te rapporteren. Staatssecretaris Snel ontraadde deze vier moties, al tekende hij bij de motie van Ester aan dat bij een gewijzigde formulering hij de motie wel zou kunnen overnemen.

Senator Binnema (GroenLinks) diende een motie in bij het Wetsvoorstel fiscale vergroeningsmaatregelen waarin hij de regering verzocht in 2019 de lastenverzwaring te compenseren en de Kamer hierover uiterlijk bij de Voorjaarsnota te informeren. Ook senator Van Leeuwen (PvdD) diende een motie in bij dit wetsvoorstel waarin zij de regering verzocht een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid elektrische auto's van vijf jaar en ouder onder de youngtimer-regeling te laten vallen. Deze twee moties werden eveneens door staatssecretaris Snel ontraden.

Over de gevolgen van de verlaging van de vennootschapsbelasting waren met name de oppositiepartijen niet te spreken, vooral vanwege de gevolgen die dit heeft voor woningcorporaties. Zij houden onvoldoende financiële mogelijkheden over om te investeren in nieuwbouw en duurzame bouw, zo betoogden de fracties van onder andere GroenLinks en PvdA. Tijdens het debat diende senator Köhler (SP) daarom een motie in bij de Wet implementatie EU-richtlijn antibelastingontwijking waarin hij de regering verzocht met aanvullende maatregelen te komen zodat deze bouwprojecten alsnog gerealiseerd kunnen worden. Deze motie werd ontraden door de staatssecretaris van Financiën.

Senator Bruijn (VVD) diende een motie in bij het wetsvoorstel Fiscale maatregel rijksmonumenten waarin hij de regering verzocht in de nieuwe regeling op te nemen dat eigenaren bij ingrepen van meer dan 70.000 euro in een jaar een beoordeling kunnen opvragen welke kosten in aanmerking komen. Minister Van Engelshoven liet het oordeel over deze motie aan de Kamer. Tot slot vroeg senator Binnema of op 18 december ook over de aangehouden motie van zijn collega Strik, ingediend tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op 30 oktober jl., kon worden gestemd. In die motie verzocht Strik (GroenLinks) de regering de klimaatmaatregelen zodanig uit te werken dat ze leiden tot een evenredige lastenverdeling naar inkomen voor burgers en tot een evenredige lastenverdeling naar verbruik tussen industriële grootverbruikers en burgers.

Over de wetsvoorstellen

Belastingplan 2019

Dit wetsvoorstel bevat maatregelen die beogen vanaf 1 januari 2019 budgettair effect hebben, zoals maatregelen die raken aan de koopkracht van burgers door een verlaging van de lasten op arbeid.

Overige fiscale maatregelen 2019

Dit wetsvoorstel bevat maatregelen die geen budgettaire gevolgen hebben, noodzakelijk zijn ten behoeve van het onderhoud van het fiscale stelsel en andere maatregelen die meer technisch van aard zijn. Dit betreft onder andere een aantal maatregelen in de invordering tegen verhaalsconstructies en een maatregel met betrekking tot het verwerken van kentekengegevens.

Wet bedrijfsleven 2019

Dit wetsvoorstel bevat een pakket maatregelen gericht op belastingontwijking en op het behouden en verstevigen van een aantrekkelijk ondernemings- en investeringsklimaat voor ondernemingen. Oorspronkelijk maakte afschaffing van de dividendbelasting onderdeel uit van dit (toen nog Wet bronbelasting 2020 geheten) wetsvoorstel. Het pakket maatregelen omvat onder andere de verlaging van het hoge tarief in de vennootschapsbelasting naar uiteindelijk 20,5% in 2021 en de verlaging van het lage tarief naar 15% in 2020.

Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019

Dit wetsvoorstel bevat een aantal wijzigingen in de milieubelastingen om het belastingstelsel verder te vergroenen, zoals een verhoging van het tarief van de eerste schijf in de energiebelasting voor aardgas, een verlaging van het tarief van de eerste schijf voor elektriciteit en een verhoging in de afvalstoffenbelasting voor het storten en verbranden van afvalstoffen. Verder bevat het wetsvoorstel een heffingsvermindering voor de verduurzaming van huurwoningen. Ook wordt voorgesteld de teruggaafregeling in de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 voor taxi's en openbaar vervoer af te schaffen. De milieudifferentiatie in de Wet belasting zware motorrijtuigen wordt geactualiseerd als gevolg waarvan de meer vervuilende zware motorrijtuigen uit binnen- en buitenland meer belasting gaan betalen. Verder worden de energie-investeringsaftrek, de milieu investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen voor een periode van vijf jaar gecontinueerd.

Wet aanpassing kansspelbelasting voor sportweddenschappen

Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet op de kansspelbelasting voor landgebonden weddenschappen op de sport. In dit voorstel wordt een fiscaal gelijke behandeling geregeld van de aanbieders van op afstand aangeboden en van landgebonden sportweddenschappen door ook de aanbieders van landgebonden sportweddenschappen belastingplichtig te maken in plaats van de speler, met als belastinggrondslag het brutospelresultaat in plaats van de prijs. Ook wordt geregeld dat promotionele kansspelen aangemerkt blijven worden als landgebonden kansspelen in plaats van als kansspelen op afstand.

Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel

Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968. Met dit wetsvoorstel wordt artikel 1 van de Europese richtlijn (richtlijn 2017/2455 van 5 december 2017) wat betreft bepaalde btw-verplichtingen voor diensten en afstandsverkopen van goederen (richtlijn elektronische handel), die het verrichten van grensoverschrijdende digitale diensten aan consumenten vereenvoudigen voor ondernemers, met ingang van 1 januari 2019 geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving.

Wet modernisering kleine ondernemersregeling

Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968. Met dit voorstel wordt een facultatieve omzetgerelateerde vrijstellingsregeling van omzetbelasting bij een omzetgrens van € 20.000 geïntroduceerd. Met de modernisering wordt een regeling gecreëerd die beter bij het beoogde doel moet aansluiten: een vereenvoudigde vrijstellingsregeling voor kleine ondernemers, ongeacht de rechtsvorm, om daarmee hun administratieve lasten te verlichten. De modernisering van de kleineondernemersregeling levert een vereenvoudiging van het fiscale stelsel en de uitvoering daarvan op.

Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking

Dit wetsvoorstel implementeert de Europese Anti Tax Avoidance Directive (ATAD1) in de Nederlandse wetgeving. Deze richtlijn (2016/1164) tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt dateert van 12 juli 2016.

Wet fiscale maatregel rijksmonumenten

Dit wetsvoorstel beoogt de omzetting van een belastinguitgave op de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het betreft de fiscale aftrek van uitgaven voor rijksmonumentenpanden in de inkomstenbelasting. In de brief 'Erfgoed telt' die de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) op 22 juni 2018 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd zijn de overwegingen genoemd om de fiscale aftrek van uitgaven voor monumentenpanden af te schaffen en te vervangen door een subsidieregeling. De overwegingen zijn dat met een subsidieregeling de kwaliteit van de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden beter gewaarborgd wordt en er geen subsidiëring meer plaatsvindt van niet-monumentaal onderhoud waardoor budgettaire ruimte ontstaat om de bestaande Subsidieregeling Instandhouding Monumenten (SIM) te versterken.


Deel dit item: