Algemene financiële beschouwingen 2014



De Algemene financiële beschouwingen in de Eerste Kamer op dinsdag 18 november 2014 stonden in het teken van de Miljoenennota 2015 en de Begrotingsstaten Financiën en Nationale Schuld 2015. Het kabinetsbeleid werd verdedigd door minister Dijsselbloem en staatssecretaris Wiebes van Financiën. In het debat werden twee moties ingediend, waarvan er één werd aangehouden. De stemming over de motie is op 25 november 2014. Het Belastingplan 2015 zal naar verwachting in december door de Kamer worden besproken.

Senator Postema (PvdA) diende een motie in die de regering verzoekt om de solvabiliteitsvereisten van zorgverzekeraars meer in lijn te brengen met hun feitelijke risico's en de Kamer hierover uiterlijk kwartaal 2015 te informeren. Minister Dijsselbloem stelde dat de toezichthouder DNB op basis van Europese regelgeving (Solvency II) een onafhankelijke positie krijgt en dat de regering op dit punt dus een andere positie krijgt en niet kan ingrijpen. De minister stelde voor dat hij een brief stuurt aan de Kamer over de positie van de toezichthouder en dat de motie wordt aangehouden totdat de Kamer met DNB heeft gesproken. Hierop besloot senator Postema de motie aan te houden.

Senator Koffeman (PvdD) diende een motie in die de regering verzoekt het PBL Netherlands Environmental Assessment Agency een instrument te laten ontwikkelen dat naast het BNP een geïndexeerd beeld van de kwaliteit van welzijn en de houdbaarheid van de inrichting van de economie kan leveren. Minister Dijsselbloem stelde dat deze waarden niet in één instrument zijn te vangen en ontraadde deze motie.

Visie op internationale ontwikkelingen

Senator Terpstra (CDA) merkte op dat zijn fractie verheugd is over de 0,5 miljard lastenverlichting, maar dat verdere lastenverlichting nog steeds nodig is. Terpstra stelde dat het CPB nog nooit zoveel vraagtekens heeft geplaatst bij het kabinetsbeleid en dat er nu al kritiek wordt geuit op de mogelijk desastreuze gevolgen hiervan. Hij vroeg de visie van de minister op internationale ontwikkelingen en de nieuwe machtsverhoudingen in de wereld. Terpstra merkte op dat de rente over de Nederlandse staatsschuld vrij snel hoger uit kan vallen en dat dus voorzichtig moet worden gedaan met extra uitgaven om de werkgelegenheid te stimuleren. In dat kader verwacht de CDA-fractie veel van de Participatiewet en op innovatie gericht beleid. De senator wees een Alleingang van ons land binnen Europa op allerlei gebied af en vroeg waarom de minister aanvullend nationaal beleid over de bankensector toch nodig vindt. De senator ondersteunde het plan om over te gaan op het Trendmatig Begrotingsbeleid. Hij vroeg verder naar de grenseffecten van een aantal belastingmaatregelen en de visie van de minister op inkomens- en vermogensverdeling.  

Het dichten van de kloof

Senator Postema (PvdA) vroeg of Bank Recovery and Resolution Directive ver genoeg gaat in het voorkomen van een bankencrisis en of het Nationaal Hypotheek Instituut en de Nederlandse Investerings Instelling voldoende perspectief bieden voor langetermijnkredietverlening. Ook vroeg hij of de aanbevelingen van de commissie De Wit en de commissie Wijffels ten aanzien van het beloningsbeleid in de bankensector. Postema pleitte voor verdere harmonisatie van belastingen binnen Europa, het vrijmaken van beklemd vermogen en voor ex ante grenseffect-toetsen van wet- en regelgeving. Hij vroeg ook of het kabinet wil inzetten op verplichte goedkeuring van EU-uitgaven door de Europese Rekenkamer. Verder benadrukte de senator de emanciperende en verbindende werking van werk en bepleitte hij herziening van het belastingstelsel om de groeiende kloof tussen werk en vermogen en tussen arbeid en kapitaal te dichten. Hiertoe moet volgens Postema onder andere de arbeidslasten worden verlicht.

Interpretatie van statistiek

Senator De Grave (VVD) noemde het tegenstrijdig dat Nederland enerzijds slecht scoort op het aantal personen dat in armoede leeft en anderzijds hoog scoort op individuele welvaart en geluk. De senator waarschuwde voor het eenzijdig interpreteren van statistiek en het trekken van conclusies over vermogensverdeling. Volgens De Grave lijkt de vermogensongelijkheid in Nederland groot omdat de gemiddelde Nederlander veel collectief bezit heeft dat niet wordt meegenomen in vermogensplaatjes, zoals pensioen. De Grave merkte op dat het CPB zelfs op haar eigen site waarschuwt voor verkeerde interpretatie van de cijfers. De senator vroeg of de Algemene Rekenkamer en rol zou kunnen vervullen bij de doorrekening van inkomens- en vermogensvraagstukken. Volgens De Grave moet krediet voor het MKB ook komen uit particulier vermogen. Hij vroeg verder of een laag niveau van inflatie niet ook voordelen heeft voor een land met collectieve besparingen.

Beperkte koopkracht

Senator Van Strien (PVV) betoogde dat de koopkrachtontwikkeling in Nederland er ook dit jaar niet op vooruit is gegaan. De ontwikkelingshulp en het financieel ondersteunen van Zuid-Europese landen hebben hier volgens de senator een negatieve invloed op.  Van Strien bepleitte dat Nederlandse ondernemers goedkoper krediet moet worden verstrekt en dat pensioenfondsen een hogere rekenrente mogen hanteren. "De gepensioneerden van vandaag die hun hele leven pensioen betaald hebben worden grotelijks belazerd door het niet indexeren van pensioenen." Dit heeft grote economische effecten, waardoor de economische groei in Eurolanden schril afsteekt bij de rest van de wereld, aldus de senator. Verder trok de senator het WRR-rapport 'Hoe ongelijk is Nederland?' sterk in twijfel en vroeg hij hoe het energieakkoord de duurzame groei bevordert, de schatkist blijvend orde brengt en voor een evenwichtiger inkomensverdeling zorgt.  Tot slot bekritiseerde Van  Strien de per 1 januari 2014 verhoogde accijns op diesel en lpg.

Ook senator Nagel (50PLUS) betoogde dat de koopkracht in Nederland in 2015 wederom achteruit gaat, mede vanwege het niet indexeren van pensioenen, de hogere zorgpremies, de verlaging van de ouderenkorting en de verhoging van de AOW-leeftijd. Verder vroeg de senator of Nederland op 1 december de naheffing van 642 miljoen euro zonder strubbelingen aan Brussel gaat betalen.  Nagel refereerde ook aan de zogeheten brievenbusfirma's die in Nederland gevestigd zijn en stelde dat de regering hier onevenredig mild en gul mee om gaat. De senator vroeg of er met spoed kan worden gekeken naar de feitelijke uitwerking van het 100.000 euro belastingvrij schenken en wat de actuele stand van zaken is rond de herziening van het belastingstelsel.

Definitie van vermogen

Senator Reuten (SP) wees op de scheve inkomens- en vermogensverdeling in Nederland en stelde dat het kabinet zich hierin helaas niet sterk laat beïnvloeden door de EU en de Raad van Europa.  Reuten stelde dat de topvermogens zich in hoge mate hebben kunnen onttrekken aan de crisismalaise en dat de crisis de verdelingsscheefheid tot en met 2012 zelfs aanzienlijk heeft verhevigd. Een verdere verhoging van omzetbelastingen betekent volgens de senator per saldo dat de verdeling nog schever wordt. Reuten merkte op dat Nederland er internationaal gezien qua BBP-groei slecht voor staat. Hij vroeg het kabinet om het door haar beoogde investeringsklimaat verder uit te rekenen en om op korte termijn te komen met een tijdelijke algemene arbeidstijdverkortingsmaatregel zodat de financiële en sociale pijn van werkloosheid kan worden beperkt.  

Evenwicht tussen prestatiebeloning en welvaartverdeling

Senator Backer (D66) noemde het cruciaal dat de Nederlandse economie en staatsfinanciën bestand zijn tegen externe schokken, gezien de onderlinge afhankelijkheid in de Eurozone. De senator haalde aan dat de Raad van State heeft gesignaleerd dat concrete maatregelen of hervormingen hiertoe ontbreken in de Miljoenennota 2015. Backer stelde dat de verlaging van arbeidskosten in 2015 weliswaar hoopvol stemt maar nog geen fundamentele omslag betekent. De senator merkte op dat het belonen van prestatie en het verdelen van welvaart met elkaar in evenwicht moeten zijn. Hij stelde dat in de Picketty-discussie een antwoord mist op de vraag waar in het komende decennium in ons land de nieuwe economische groei vandaan komen die ervoor zorgt dat er wat te verdelen blijft. Backer vroeg onder andere wat het kabinet gaat doen om het belastingstelsel aan te passen op een gelijkmatiger spreiding over de levensloop, welke keuzes in zorguitgaven maatschappelijk aanvaardbaar zijn, wat de inbreng wordt van het kabinet bij de evaluatie van het SGP en hoe Europa om moet gaan met zijn energie-afhankelijkheid. Ook vroeg de senator of er voor het structurele begrotingsbeleid nog taboes zijn en hoe er sterker kan worden ingezet op een leven lang leren.

Verduurzaming, vergroening en belasting

Senator De Boer (GroenLinks) vroeg of gemeenten nog wel voldoende geld hebben om de hen toebedeelde taken uit te voeren en de broodnodige zorg te leveren aan de mensen die het nodig hebben. Ook stelde zij dat het kabinet in de Miljoenennota onvoldoende aangeeft hoe er wordt ingezet op verduurzaming en vergroening van de economie.  De Boer vroeg hoe kan worden voorkomen dat Europees geld ondoelmatig wordt besteed als gevolg van frictie tussen gezamenlijk belang en nationaal belang en hoe landenspecifieke aanbevelingen beter kunnen worden nageleefd. De senator vroeg wanneer bijvoorbeeld de aanbeveling tot het beperken van de hypotheekrenteaftrek wordt nageleefd. Ook vroeg zij of er een begin kan worden gemaakt met de verlaging van arbeidslasten en de verhoging van lasten op het reële rendement op vermogen en welke maatregelen Nederland neemt om belastingontwijking van internationale ondernemingen tegen te gaan. Tot slot vroeg De Boer of de minister vindt dat er voldoende is gedaan aan het indammen van risico's in de financiële sector.

Toekomstbeeld

Senator Ester (ChristenUnie) vroeg de minister hoe hij de ontwikkelingen in de Eurozone weegt en of hij de inschattingen deelt van het IMF (grote kans op terugglijden in recessie) en de ECB (structurele hervormingen worden te traag doorgevoerd). Ester betoogde dat het begrotingstekort volgende jaar oploopt tot 14,6 miljard euro en onze EMU-schuld tot 470 miljard euro en vroeg welk toekomstbeeld dit brengt voor de jongste generatie Nederlanders. Ook vroeg hij naar de financiële ambities op defensiegebied, het boetevrij herfinancieren van hypotheken en de aandacht voor de positie van alleenverdieners met kinderen. Ester betoogde dat de financiële sector ook na de stresstest van de ECB  nog lang niet gezond is en dat er een cultuuromslag moet plaatsvinden. Verder vroeg de senator hoe het kabinet concreet inzet op 'groene groei', hoe beginnende bedrijven financieel kunnen worden gestimuleerd en waar de kabinetsprioriteiten liggen bij de herziening van het belastingstelsel. Tot slot vroeg Ester naar de concrete maatregelen en hervormingen die het kabinet in de tweede helft van haar regeringstermijn wil inzetten.

Duurzaam omgaan met de natuur

Senator Koffeman (PvdD) stelde dat het moeilijk uit te leggen is aan Nederlandse ondernemers dat zij 25 % vennootschapsbelasting moeten betalen, terwijl grote multinationals zoals Starbucks dat niet hoeven te doen. Ook stelde de senator dat Nederland haar natuurlijke bodemschat aardgas er doorheen gejaagd heeft zodat er op korte termijn veel aan kon worden verdiend. Koffeman vroeg om openheid over de opbrengst en verdeling van aardgasbaten en welke plannen er zijn om het restant uit te baten. Volgens de senator zijn biodiversiteit, tropisch regenwoud, een stabiel klimaat, de beschikbaarheid van water en de voorraden fossiele brandstoffen te lang omgezet in kleingeld en moet hier duurzamer mee om worden gegaan. Koffeman betreurde dat het BNP het economisch Leitmotiv blijft, zelfs wanneer dat deels is opgebouwd uit zaken waar we allemaal aantoonbaar minder van worden. Koffeman: "Het uitblijven van een radicale koerswijziging zal leiden tot meer hongersnoden, vluchtelingenstromen, oorlogen en uiteindelijk kunnen leiden tot het onbewoonbaar worden van deze planeet in de eeuw waarin wij leven."

Europese verplichtingen nakomen

Senator De Lange (OSF) betoogde dat het ECB-beleid desastreus is voor spaarders en pensioenfondsen en dus ook voor de huidige en toekomstig gepensioneerden. De senator vroeg of de regering denkt dat Nederland met de 'one-size-fits-all' euro nog steeds op het goede spoor zit. De Lange noemde de naheffing van de ECB een politieke blunder en stelde dat de bezwaren van de Nederlandse regering daartegen uitsluitend zijn ingegeven door politiek opportunisme. De Lange vroeg waarom Nederland haar Europese verplichtingen zou nakomen als de grotere economieën in Europa dat aantoonbaar niet doen en welke beleidsconclusies de regering verbindt aan de frustrerende en stagnerende Europese ontwikkelingen. De senator vroeg de regering om te garanderen dat de Nederlandse spaarders, gepensioneerden, belastingbetalers en de bankensector niet opnieuw de klos worden van het overhevelen van zeggenschap van de DNB naar de ECB.

Behoedzaam en voorzichtig

Minister Dijsselbloem stelde dat de begroting uit oogpunt van de internationale onzekerheid bewust behoedzaam en voorzichtig is. Mochten er volgend jaar tegenslagen zijn, dan hoeft het kabinet op basis van het uitgavenkader niet onmiddellijk radicaal te bezuinigen. Dijsselbloem stelde dat ook Nederland volgend jaar weer gebruikmaakt van de flexibiliteit in het Stabiliteits en Groei Pact en daarmee maar nipt voldoet aan de verbetering van het structurele saldo.  Het zou niet verstandig zijn om het instabiele houdbaarheidsoverschot direct in te zetten. Volgens de minister trekken de private investeringen op dit moment aan en zijn de grote publieke investeringen in Nederland gedurende de crisis ontzien en op niveau gebleven. De minister stelde dat hij beseft dat gemeenten als gevolg van de decentralisaties op onder andere het sociaal domein taken moeten overnemen met minder geld dan er nu voor beschikbaar is. Het kabinet beschouwt het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid om dit goed te laten verlopen. Het terugdringen van de staatsschuld vergt prudent begrotingsbeleid, maar vooral herstel van economische groei.

Verder stelde de minister dat het Nederlandse inflatieniveau op het Europees gemiddelde zit en dat hij zich het meest zorgen maakt over de discussie over deflatie, aangezien dit kan leiden tot uitstel van investeringen en bestedingen. Dijsselbloem merkte op dat Europa en de euro voortdurend de schuld krijgen van de woningmarktcrisis, maar dat Nederland het zichzelf moet aanrekenen dat de eigen woningmarkt zo lang zo in disbalans heeft voortbestaan.  De werkloosheid is in Nederland inderdaad fors opgelopen, maar is in andere Europese landen nog steeds vele malen hoger. De minister beaamde dat de koopkracht van alleenverdieners er op achter uit zal gaan, maar stelde dat er diverse maatregelen worden genomen om dit te compenseren. De minister is geen voorstander van een grootschalige invoering van arbeidstijdsverkorting aangezien er eerst moet worden ingezet op economisch herstel en het loskrijgen van investeringspotentieel. Wel kunnen gerichte maatregelen per sector bijvoorbeeld jongeren beter laten instromen en ouderen bijscholen.

Minister Dijsselbloem is geen voorstander van eurobonds omdat governanceafspraken in de eurozone zich eerst moeten bewijzen voordat de vrij fundamentele stap wordt gezet naar een gezamenlijke financiering van een deel van de schuld. Het kabinet is het niet eens met de Europese Commissie dat de hypotheekrenteaftrek moet worden afgeschaft omdat het uiteindelijk aan de lidstaten zelf is om fundamentele beslissingen te nemen over ingrijpende ingrepen in hun collectieve stelsels of de inrichting van hun samenleving. De minister vindt de cultuur in de financiële sector zowel op nationaal gebied als op internationaal gebied nog op lang niet alle onderdelen sterk genoeg verbeterd en dat dit het best kan worden opgelost door de wetgeving op dit punt gelijk te trekken.

Belastinghervorming

Staatssecretaris Wiebes gaf aan dat het onderzoek naar vermogensrendementsheffing loopt en dat de regering voor de zomer van 2015 met een voorstel komt voor een stelselherziening. De staatssecretaris merkte daarbij op dat er al twintig jaar geen wezenlijke groei van een kloof in vermogen, zeker niet als hierin ook de pensioenen worden meegenomen. Het kabinet kiest ervoor om pensioen ook aan te merken als vermogen, omdat het een reserve is voor moeilijke situaties en de oude dag. Voor uitspraken over de inkomens- en vermogens positie van zzp'ers wacht het kabinet de uitkomsten af van het interdepartementaal beleidsonderzoek zelfstandigen zonder personeel (IBO zzp). De staatssecretaris stelde dat ook Nederland niet wil dat internationale ondernemingen systematisch nauwelijks belasting betalen door allerlei ingewikkelde constructies, omdat het niet goed  is voor de belastingmoraal en de overheidsinkomsten. Nederland staat vooraan in het werken aan oplossingen voor het vraagstuk van de multinationals die door verschillen in belastingstelsels hun belastingdruk weten te beperken. De Europese Commissie heeft de Nederlandse ruling praktijk helemaal bekeken en haar zeer solide bevonden. De Algemene Rekenkamer noemde de ruling vorige week in haar eindrapport niet alleen zeer solide en deskundig, maar ook in overeenstemming met de Nederlandse wet en met internationale standaarden. De staatssecretaris betoogde dat er in 2015 geen extra belasting wordt geheven op vakantiegeld, maar dat het inkomensafhankelijk maken van de heffingskortingen ertoe heeft geleid dat er te weinig belasting werd ingehouden zodat er nu een bijbetaling nodig is.  


Deel dit item: