34.279

Wijziging Wet langdurige zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Jeugdwet en Zorgverzekeringswet



Op 1 januari 2015 zijn de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Jeugdwet in werking getreden. Na inwerkingtreding van deze wetten is gebleken dat zij op een aantal punten nog aanvulling behoeven.

In dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de overbruggingszorg te regelen in de Wlz, zodat verzekerden die in afwachting zijn van hun verblijf in een instelling niet zonder de voor hen noodzakelijke zorg zitten en tijdelijk thuis de benodigde zorg kunnen ontvangen. Overbruggingszorg betreft de zorg die wordt geleverd aan de cliënt in de periode vanaf de Wlz-indicatie tot het moment dat de tussen de Wlz-cliënt en Wlz-uitvoerder overeengekomen zorgvorm kan worden aangeboden.

Daarnaast is er een grondslag voor een subsidie voor orthocommunicatieve behandeling van autisme. Ook is een aantal wijzigingen met een meer technisch karakter in dit wetsvoorstel opgenomen, zoals het verduidelijken van de taken van het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) en technische aanpassingen van de Jeugdwet.

Ten slotte wordt voorgesteld in de Wmo 2015 en de Jeugdwet een grondslag op te nemen om zaken rond de overeenkomst tussen de cliënt of jeugdige en de derde die de voorziening levert, te kunnen regelen. Deze delegatiegrondslag zal in ieder geval gebruikt worden om, zoals op grond van de Wlz reeds geldt, te bepalen dat de contracten die de budgethouder met de aanbieder van zijn ondersteuning of jeugdhulp sluit, de goedkeuring van de Sociale verzekeringsbank (SVB) behoeven. De SVB zal in dat verband met name nagaan of de voorgelegde overeenkomsten voldoen aan het arbeidsrecht. Zo niet, dan zal de SVB de budgethouder verzoeken om de overeenkomst aan te passen. Daarnaast zullen overigens – net zoals dat onder de Wlz door de zorgkantoren gebeurt – de colleges van burgemeester en wethouders de contracten dienen goed te keuren.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het wetsvoorstel (EK 34.279, A) is op 5 april 2016 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, Van Vliet, Houwers, Groep Kuzu/Öztürk, Klein, VVD, SGP en ChristenUnie stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 7 juni 2016 als hamerstuk afgedaan. SP, PVV en PvdD is daarbij aantekening verleend.


Kerngegevens

ingediend

15 september 2015

titel

Wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister voor Wonen en Rijksdienst

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, waarbij de artikelen I, onderdelen A, C, E, G, H en I, en II, onderdelen A en C, kunnen terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum


Documenten

39