33.573

Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming



Dit wetsvoorstel regelt de mogelijkheid om tijdens de komende verkiezingen te experimenteren met een nieuw model stembiljet voor kiezers buiten Nederland en met een centrale opzet van de stemopneming. Het nieuwe model stembiljet is er op gericht dat de kiezers die vanuit het buitenland deelnemen aan de verkiezingen, het stembiljet eerder kan worden toegezonden alsook van de elektronische weg gebruik kan worden gemaakt. Daarmee krijgen ze meer tijd hun stembiljet terug te sturen.

Het voorstel om de stemopneming centraal op te zetten, houdt in dat de officiële stemopneming plaatsvindt op één of enkele locaties binnen een gemeente. Hierdoor wordt het mogelijk de stemopneming uniform en efficiënt uit te voeren. De controleerbaarheid en de transparantie van de stemopneming worden bevorderd, omdat kiezers en politieke partijen beter zicht kunnen hebben op het verloop van de stemopneming.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 33.573, A) is op 30 mei 2013 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 juni 2013 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

12 maart 2013

titel

Tijdelijke regels voor experimenten met stembiljetten en een centrale stemopneming (Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet, met uitzondering van artikel 7, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2018.
  • 2. 
    Artikel 7 treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Documenten

19