Herdenking van de heer R.F.M. Lubbers



Verslag van de vergadering van 6 maart 2018 (2017/2018 nr. 21)

Aanvang: 13.37 uur

Status: gecorrigeerd


Aan de orde is de herdenking van de heer R.F.M. Lubbers.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Aan de orde is de herdenking van de heer R.F.M. Lubbers. Ik verzoek u allen te gaan staan.

Op woensdag 14 februari jongstleden overleed op 78-jarige leeftijd Ruud Lubbers, minister van staat en oud-minister-president van Nederland. In het laatste kwart van de twintigste eeuw werd de politiek van ons land in belangrijke mate bepaald door zijn zakelijke no-nonsenseaanpak. Tegelijkertijd was hij ook zeer betrokken en verbindend, tot in het diepst van zijn wezen ervan overtuigd dat het alleen lukt "als we samen aan de slag gaan". Dat laatste was destijds zeker niet altijd vanzelfsprekend.

Rudolphus Franciscus Marie Lubbers werd op 7 mei 1939 geboren in Rotterdam in een katholiek ondernemersgezin. Hij volgde de middelbare school bij de jezuïeten aan het Canisiuscollege te Nijmegen en studeerde vervolgens van 1957 tot 1962 economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool in Rotterdam. Hij studeerde cum laude af. Na diens plotselinge overlijden in 1963 nam hij met een broer de leiding van de constructiewerkplaats en machinefabriek van zijn vader in Krimpen aan den IJssel over. Binnen de Katholieke Volkspartij behoorde hij tot de vleugel van de christen-radicalen, maar bij de afsplitsing van de PPR in 1968 bleef hij trouw aan de KVP.

Nederland leerde de heer Lubbers kennen in de jaren zeventig van de vorige eeuw als jonge, flamboyante minister van Economische Zaken tijdens de oliecrisis. In 1977 werd hij lid van de Tweede Kamer, in 1978 plotseling fractievoorzitter voor zijn partij, het CDA. In die hoedanigheid moest hij de verschillende stromingen waaruit het CDA was voortgekomen, met elkaar verbinden en ook bruggen slaan tussen de regeringsgezinde meerderheid en een dissidente geleding binnen zijn fractie. De acrobatiek die dat vergde, zou ertoe hebben bijgedragen dat zijn taalgebruik enige wolligheid ontwikkelde.

Enkele jaren later, in 1982, werd Ruud Lubbers minister-president tijdens de ernstigste economische crisis in decennia. Het werkloosheidspercentage lag bij zijn aantreden rond de 10%. De bezuinigingsmaatregelen die hij en zijn ministers namen, stuitten op grote protesten. Buschauffeurs en vuilnismannen staakten, en de brandweer spoot uit protest het Binnenhof wit.

Politiek en samenleving waren zeer verdeeld over de maatregelen die voortvloeiden uit het Akkoord van Wassenaar. Werkgevers en werknemers sloten dit, maar Lubbers was nauw betrokken. Een jaar later trok de economie aan, waarna de werkgelegenheid begon te groeien. De rol van Ruud Lubbers bij dit "Dutch miracle" is onmiskenbaar groot geweest. Internationaal werd hij "Ruud Shock" genoemd.

In een interview in 2011 blikte hij terug op die periode: "Voor mij is het belangrijkste de beslissing om in 1982 (...), na een aantal jaren van economisch zigzagbeleid, het probleem van de economie goed aan te pakken en het begrotingstekort en de werkloosheid terug te dringen. (...) Ik zie dit ook als een revanche op mijzelf om standvastig te zijn en te blijven, iets waar het mij als jong minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl wel eens aan ontbroken heeft."

Vanuit de internationaal-politieke context verkeerde Nederland in de jaren tachtig eveneens in zwaar weer. Het voornemen van het eerste kabinet-Lubbers om kernwapens te plaatsen op Nederlands grondgebied leverde massale demonstraties op. Zijn moed in het aangaan van de discussie met tegenstanders en zijn standvastigheid dwongen respect af, evenals zijn streven om internationaal tot een acceptabele oplossing te komen. Het naderende einde van de Koude Oorlog maakte dat de plaatsing uiteindelijk geen doorgang hoefde te vinden.

De heer Lubbers kwam graag in de Eerste Kamer, onderstreepte hij tijdens het afscheid in september 1983 van toenmalig Kamervoorzitter de heer Thurlings, vanwege de "traditie van hoofsheid, wijsheid en zorgvuldigheid". De drie kabinetten-Lubbers, twee van CDA en VVD, en één van CDA en PvdA, beschikten in de Eerste Kamer over ruimere steun van politiek verwante fracties dan zich de laatste jaren voor kabinetten wel heeft voorgedaan. Desalniettemin was het meermalen zeer spannend of een wetsvoorstel het wel of niet zou halen.

Memorabel zijn de aanvaringen die hij tijdens zijn derde regeerperiode had met de Eerste Kamer. Waar veel van de premiers voor en na hem te maken kregen met tegenstanders in de oppositie, had Lubbers te maken met zijn eigen partij, waarbij fractievoorzitter Kaland zich opwierp als controleur van de macht. Zo stemde de Eerste Kamerfractie van het CDA ternauwernood in met de verhoging van het huurwaardeforfait. Daarvoor was een machtswoord van de minister-president nodig.

Deze aanvaringen ontlokten Lubbers in januari 1990 de opmerking dat de Eerste Kamer wetsvoorstellen niet op politieke gronden zou moeten verwerpen. De Eerste Kamer moest niet de neiging krijgen het werk van de Tweede Kamer over te doen. In de beste traditie van de Eerste Kamer werd hij daarop geïnterpelleerd door senator Schuurman van de RPF. Lubbers gaf aan dat hij de positie van de Eerste Kamer niet als problematisch zag. Hij ontzegde de Kamer niet het recht om alles afwegend nee tegen een wetsvoorstel te zeggen. Er moet, concludeerde hij, sprake zijn van een gezonde vorm van dualisme. De vraag of een kabinet slechts één keer per periode de portefeuillekwestie zou kunnen stellen, wilde hij niet graag bevestigend beantwoorden. "Maar" — ik citeer — "het is toch een gezamenlijke verantwoordelijkheid om die epineuze situaties zoveel mogelijk te voorkomen."

Het premierschap van Ruud Lubbers duurde tot 1994. In die ongekend lange periode verwierf hij ook internationaal veel aanzien. Groot was zijn invloed bij de totstandkoming van het Verdrag van Maastricht. Zowel in de nationale als de internationale politiek was hij zeer inventief in het doen van compromisvoorstellen en het vinden van oplossingen voor netelige problemen. Zijn internationale optreden en omgang met andere regeringsleiders heeft ertoe bijgedragen dat de positie van de Nederlandse minister-president in het internationale verkeer, in weerwil van het Nederlandse staatsrecht, blijvend sterk aan betekenis heeft gewonnen.

De overdracht van de macht binnen zijn eigen partij verliep in 1994 niet geheel vlekkeloos. Er kwam een toen unieke coalitie van andere politieke samenstelling, maar in de doelgerichte aanpak van maatschappelijke vraagstukken bleef de stijl van Lubbers nog herkenbaar. Zelf bleef Lubbers in de jaren na zijn premierschap zeer actief, onder meer als VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, hoogleraar globalisering, voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek, van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en van Clingendael. In 2010 zagen we hem aan het Binnenhof terug als informateur.

Ruud Lubbers was een zeer getalenteerd, uniek en gedreven politicus, wiens bijdrage aan de Nederlandse samenleving en de plaats van Nederland in de wereld van bijzonder grote waarde is geweest. Wij herdenken hem vandaag dan ook met het grootste respect. Moge dit respect en de grote waardering voor zijn verdiensten voor ons land tot steun zijn voor zijn vrouw, kinderen, kleinkinderen, verdere familie, en vrienden.

Ik geef het woord aan de minister-president.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Minister Rutte i:

Mevrouw de voorzitter. Oud-premier Lubbers zei ooit: "Om je te verplaatsen in de mensen heb je zowel je hoofd en je hart nodig. En in de Nederlandse verhoudingen heb je ook de instelling nodig om overeenstemming te willen vinden, met een plechtig woord: consensus te bereiken." In deze korte passage beschrijft hij zichzelf hier treffend. Ruud Lubbers was een man van het hoofd én van het hart. Een man die de consensus en het compromis zozeer geïnternaliseerd had dat het een tweede natuur was geworden. Een man bovendien met een waarachtige en diepgaande belangstelling voor de samenleving.

Ruud Lubbers is van een niet te overschatten betekenis geweest voor Nederland en voor Europa. Zijn politieke carrière ontwikkelde zich razendsnel: van piepjonge minister, naar fractievoorzitter van het CDA, naar minister-president. Dat kon omdat hij een geboren bestuurder was, met een energieke creativiteit voor het vinden van oplossingen voor vraagstukken, maar ook die authentieke interesse voor de publieke zaak. De route van bewindspersoon naar de Kamerbanken is niet voor ieder ego even gemakkelijk af te leggen, maar voor hem was het vanzelfsprekend. Hans van Mierlo zei daarover: "Hij was aangeraakt door de publieke zaak, door het spannende, het boeiende, het verantwoordelijke."

Ruud Lubbers werd daarna de premier die Nederland toen nodig had. De hoge werkloosheid en het grote financieringstekort maakten vergaande bezuinigingen en hervormingen onontkoombaar. Hij was daarin doortastend en dat veranderde het beeld dat tot dan toe van hem bestond. Hij kon daar zelf met enige relativering naar kijken. Ik citeer: "Dan draait het beeld om. De wollige man wordt een te harde man. Maar was die man nou echt zo anders geworden? Nee, ik geloof het niet. Hij zat alleen in een andere positie."

Naar buiten toe was Ruud Lubbers een rationeel mens. Maar van binnen woelde het idealisme. In zijn jeugd bij de jezuïeten ontwikkelde hij een wereldbeeld, namelijk van mensen die samen onderweg zijn en van politiek als onderdeel van een grotere geschiedenis. Het werd de leidraad — die geschiedenis, dat wereldbeeld — in zijn politieke leven. Het maakte dat hij kon relativeren, dat hij de grotere perspectieven bleef zien en dat het compromis uiteindelijk belangrijker was dan het eigen gelijk. Zelf zei hij daarover: "Het gaat niet alleen om het voorkomen van ruzies, het gaat ook om te zeggen: ja ik zie uw zorg, uw woede, uw wrevel dat er iets niet in orde is. Maar u moet ook de andere kant zien, wat anderen ervan zeggen en de weerbarstigheid van de materie. En laten we dan samen kijken wat we er met elkaar aan kunnen doen."

Wat kunnen we met elkaar doen en hoe komen we er dan samen uit? Die vraag speelde het allerhoogst op bij de protesten — mevrouw de voorzitter, u refereerde er al aan — tegen de kruisraketten. Hij zag het zelf als een van de belangrijkste kwesties van zijn ambtsperiode, waarbij hij er uiteindelijk in slaagde om een scheuring in de samenleving te voorkomen

Ruud Lubbers werd de langstzittende Nederlandse minister-president. Toch zag hij zichzelf ook na twaalf jaar in het Torentje nog als een passant. Hij was en bleef een man die altijd relativering zocht, ook als het over hemzelf ging. Hij zei ook wel: "Ik heb Nederland saaier gemaakt." Als hij daarmee stabieler bedoelt, geef ik hem gelijk. Maar Lubbers heeft Nederland ook verrijkt. Ja, met zijn creatieve taalgebruik. Met de schoonheid van het compromis. Met zijn onuitputtelijke bron aan oplossingen voor kleine en grote problemen. Ruud Lubbers was, zo schreef iemand, de ongekroonde koning van de synthese.

Mevrouw de voorzitter. Vandaag herdenken wij een groot staatsman. Een man die was aangeraakt door de publieke zaak en deze voluit zijn hele leven heeft gediend. Een man die dat leven in dienst stelde van het grotere geheel. Een man die ons land onnoemelijk veel heeft gebracht. Wij gedenken hem met het diepste respect. Zijn vrouw, kinderen, kleinkinderen, verdere familie, vrienden wens ik de kracht toe dit grote verlies te dragen.

De voorzitter:

Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.