E130009
  ruit icoon
Laatste revisie: 24-06-2020

E130009 - Voorstel voor een richtlijn ter voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme



De Europese Commissie heeft dit voorstel voor een richtlijn 'tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme' gelanceerd, om de bestaande Europese regels in de strijd tegen het witwassen van geld strenger te maken.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.

nationaal

De commissies voor Veiligheid & Justitie (V&J) en Financiën (FIN) hebben op 14 mei 2013 de brief van de minister van Financiën van 8 mei 2013 met antwoorden op de vragen van de fractie van de PvdA binnen de commissies FIN en V&J voor kennisgeving aangenomen.

Europees

Richtlijn 2015/849/EUPDF-document werd op 20 mei 2015 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en gepubliceerd in Pb EU L141 op 5 juni 2015. Lidstaten dienden uiterlijk 26 juni 2017 aan deze richtlijn te voldoen.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2013)45PDF-document, d.d. 5 februari 2013

rechtsgrondslag

artikel 114 van het VWEU

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen


Implementatie

Richtlijn 2015/849/EUPDF-document werd op 20 mei 2015 ondertekend door de Raad en het Europees Parlement en gepubliceerd in Pb EU L141 op 5 juni 2015. Lidstaten dienden uiterlijk 26 juni 2017 aan deze richtlijn te voldoen.

Het wetsvoorstel voor de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn is op 6 maart 2018 aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 juli 2018 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. Kamerstukdossier 34.808 geeft een volledig overzicht van de behandeling van de implementatiewet in zowel de Eerste als de Tweede Kamer.

Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten

De vierde anti-witwasrichtlijn wordt in verband met de implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten gewijzigd door middel van richtlijn 2018/843PDF-document.Bepaalde onderdelen van richtlijn 2018/843 kennen een uiterste implementatiedatum van 10 januari 2020. Nederland is op 13 februari 2020 voor die onderdelen in gebreke gesteld; de termijn voor herstel was in verband met de coronaepidemie verlengd tot 15 juni 2020. Omzetting van bedoelde onderdelen geschiedt via de Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn en de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten. De Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn (zie kamerstukdossier 35.179) is op 21 april 2020 door de Eerste Kamer aanvaard en op 21 mei 2020 in werking getreden. De Implementatiewe registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten is op 23 juni 2020 door de Eerste Kamer aanvaard en op 8 juli 2020 in werking getreden met uitzondering van de onderdelen die zien op het centraal registreren van uiteindelijk belanghebbenden welke op 27 september 2020 in werking zijn getreden. Artikel 31 van de richtlijn, dat ziet op de centrale registratie van uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies, is nog niet geïmplementeerd. De implementatiewet zal naar verwachting op 3 korte termijn aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden voorgelegd. De Kamer van Koophandel zal dit register realiseren en beheren.

Bron: stand van zaken implementatie richtlijnen derde kwartaal 2020


Behandeling Eerste Kamer

De commissies voor Veiligheid & Justitie (V&J) en Financiën (FIN) hebben op 14 mei 2013 de reactie van de minister van Financiën besproken en voor kennisgeving aangenomen.

De minister van Financiën heeft op 8 mei 2013 een antwoord verzonden op de vragen van de fractie van de PvdA binnen de commissies Financiën en Veiligheid & Justitie. Zo gaat hij onder andere in op de vraag of met dit nieuwe instrumentarium de zorgwekkende situatie in Cyprus voorkomen had kunnen worden.

Op 9 april 2013 werd een brief gestuurd aan de staatsecretaris van Financiën met een aantal vragen van de fractie van de PvdA binnen de commissies Financiën en Veiligheid & Justitie (de fracties van VVD en ChristenUnie hebben zich hierbij aangesloten). De leden van de PvdA-fractie vragen zich af of de concept-richtlijn naar het oordeel van de regering nog zaken bevat die niet zijn opgenomen in de aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF). Voorts vragen deze leden hoe de regering artikel 29 van het richtlijnvoorstel beoordeelt, waarin wordt gesteld dat "lidstaten er voor zorgen dat binnen hun grondgebied gevestigde rechtspersonen of juridische entiteiten toereikende, accurate en actuele informatie over hun uiteindelijke begunstigen (sic) inwinnen en bezitten". Ten slotte stellen de leden van de PvdA-fractie de vraag of de regering kan aangeven in welke mate en via welk instrumentarium met de introductie van deze vierde witwasrichtlijn de zorgwekkende situatie in Cyprus voorkomen had kunnen worden c.q. naar de toekomst toe kan worden bestreden.

Op 19 maart 2013 werd inbreng geleverd voor schriftelijk overleg met de regering door de fractie van de PvdA.

Op 5 maart 2013 hebben de commissies Financiën en V&J besloten om op 19 maart 2013 inbreng te leveren voor schriftelijk overleg.

De commissie voor Veiligheid en Justitie heeft op 26 februari 2013 ingestemd met het voorstel van de commissievoorzitter om - mede vanwege de Europese behandeling in de Raad Economische en Financiële Zaken (ECOFIN)- de behandeling van dit richtlijnvoorstel gezamenlijk te laten plaatsvinden met de commissie Financiën. Op 5 maart 2013 staat een gezamenlijke inbrengvergadering gepland.

De commissie voor Veiligheid en Justitie bespreekt naar verwachting op 12 februari 2013 de procedure van het richtlijnvoorstel ter bestrijding van witwassen van geld.


Behandeling Tweede Kamer

Op donderdag 6 juni 2013 vond er een gesprek plaats met de rapporteur namens het Europees Parlement (Mevrouw Sargentini) en de commissies voor Europese Zaken en Veiligheid en Justitie over het richtlijnvoorstel.

De commissie Financiën heeft het voorstel plus het BNC-fiche besproken tijdens de procedurevergadering op 13 maart 2013. Besloten werd dat men de rapporteur namens het Europees Parlement voor de anti-witwasrichtlijn wil uitnodigen voor een gesprek of videoconferentie en de minister van Financiën zal worden de Kamer elk kwartaal een brief te sturen over de voortgang van de onderhandelingen over dit voorstel.

De Tweede Kamercommissie voor Financiën heeft op 27 februari 2013 besloten de behandeling aan te houden tot na ontvangst van het BNC-fiche dat dit op 1 maart 2013 aan de Kamer werd aangeboden.


Standpunt Nederlandse regering

In het BNC-fiche van 1 maart 2013 laat de Nederlandse regering onder andere weten dat zij de door de Commissie gekozen lijnb steunt, en beoordeelt Nederland het voorstel positief ten aanzien van subsidiariteit en proportionaliteit, maar ten aanzien van enkele individuele onderdelen uit het omvangrijke voorstel plaatst Nederland kanttekeningen. Nederland laat zich bij de standpuntbepaling op dit dossier op hoofdlijnen leiden door drie belangen: ten eerste het belang van nauwe aansluiting bij de internationale standaard op dit terrein, de FATF-aanbevelingen; ten tweede het belang van de juiste balans tussen een level playing field in de interne markt en voldoende flexibiliteit om op nationaal niveau invulling te kunnen geven aan de verplichtingen; ten derde het belang van de risicogeoriënteerde benadering, op het niveau van de overheid, de toezichthouders en de private sector.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De Europese Commissie heeft dit voorstel voor een richtlijn 'tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme' gelanceerd, om de bestaande Europese regels in de strijd tegen het witwassen van geld strenger te maken. Als onderdeel van een pakket van maatregelen in de strijd tegen misdaad, corruptie en belastingontduiking is naast dit voorstel ook een verordeningsvoorstel gedaan inzake informatie die bij geldtransacties moet worden gevoegd om een vlotte traceerbaarheid te verzekeren.

De reikwijdte van het voorstel is bepaald in hoofdstuk 1, alsmede bepalingen omtrent de risicobeoordeling en de begripsdefinities. Hoofdstuk 2 bevat bepalingen omtrent het cliëntenonderzoek en in hoofdstuk 3 staat de zorgplicht van lidstaten opgenomen waar het gaat om informatie over de begunstigden. De meldingsplicht en in verband daarmee het mededelingsverbod, zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van het voorstel. Hoofdstuk 5 gaat over de bewaring van bewijsstukken en statistische gegevens. Gedragslijnen, procedures en toezicht zijn vastgelegd in hoofdstuk 6.

De rechtsgrondslag van dit voorstel is gelegen in artikel 114 WVEU. Het richtlijnvoorstel strekt mede tot vervanging van Richtlijn 2006/70/EC. De Europese Commissie is van plan om, op basis van artikel 83, lid e van het WVEU, ook strafrechtelijke harmonisatie voor te stellen voor witwassen.


Behandeling Raad

De Raad van de Europese Unie heeft op 20 april 2015 een standpunt in eerste lezing bepaald. Nu is de weg vrij voor het Europees Parlement om de tekst in tweede lezing vast te stellen tijdens een komende plenaire zitting.

De Raad van de Europese Unie heeft op 10 februari 2015 de bereikte overeenkomst met het Europees Parlement van 16 december 2014 goedgekeurd. De akkoord maakt de weg vrij voor een akkoord in tweede lezing in het Europees Parlement waarna de lidstaten twee jaar hebben om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.

Tijdens de Raad voor Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) op 14 en 15 november 2013 werd de stand van zaken in de onderhandelingen over dit voorstel besproken. Er is vooruitgang geboekt maar er zijn ook onderwerpen waarover nog discussie wordt gevoerd. Naar verwachting zal de planning van de verdere onderhandelingen aan de orde komen. Er is relatief weinig tijd om de onderhandelingen over het richtlijnvoorstel af te ronden voordat het Europees Parlement met reces gaat in verband met de verkiezingen van mei 2014.

De Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) heeft op 7 oktober 2013 een politiek akkoord bereikt ten aanzien van dit voorstel.

De informele Raad Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) heeft op 13-14 september 2013 gesproken over het onderhavige voorstel. De minister van Financiën laat in het verslag weten dat de positie van de Nederlandse regering vooralsnog weerklank vindt bij de andere lidstaten. Een van de standpunten die gedeeld wordt is dat het voorstel op onderdelen beter zou moeten aansluiten bij de aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF).

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 20 mei 2015 heeft het Europees Parlement tijdens een tweede lezing van het voorstel een wetgevingsresolutiePDF-document aangenomen waarmee het standpunt van de Raad in de eerste lezing is goedgekeurd. Hiermee is de procedure in het Europees Parlement afgerond.

Op 11 maart 2014 heeft het Europees Parlement tijdens een eerste lezing een wetgevingsresolutie en een standpuntPDF-document aangenomen over het voorstel.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 7 juni 2013 stuurde de Duitse Bundesrat een brief aan de Europese Commissie in het kader van een politiek dialoog over het voorstel.

Op 20 mei 2013 startte de Roemeense Kamer van Afgevaardigden een politiek dialoog met de Europese Commissie over het voorstel.

Op 2 mei 2013 startte de Tsjechische Senaat een politiek dialoog met de Europese Commissie over het voorstel.

Op 19 maart 2013 stuurde de Spaanse Cortes Generales een brief aan de Europese Commissie in het kader van een politiek dialoog over het voorstel.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Reacties Derden

Op 20 augustus 2013 publiceerde de Commissie Meijers een notitie die zij hebben aageboden aan de leden van de commissie voor Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement waarin zij onder andere hun zorg uitten over het gebrek aan bescherming tegen discriminatie op basis van nationaliteit of etnische origine in het huidige voorstel.


Alle bronnen