T01881

Toezegging Voornemen continuering dierrechten (33.322)



De Staatssecretaris van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Schaap, Schrijver, Vos en Koffeman, toe een brief te sturen met daarin het voornemen van de regering over het al dan niet continueren van dierrechten in de varkenssector en de pluimveesector, wanneer zij de Kamer informeert over de ex-ante-evaluatie van het PBL.

Daarnaast zal een besluit tot afschaffen van de dierrechten, conform artikel 77 van de Meststoffenwet, voorgehangen worden bij beide Kamers.


Kerngegevens

Nummer T01881
Status voldaan
Datum toezegging 10 december 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Economische Zaken (2012-2017)
Kamerleden drs. N.K. Koffeman (PvdD)
prof. dr. ing. S. Schaap (VVD)
Prof.mr. N.J. Schrijver (PvdA)
Ir. M.B. Vos (GroenLinks)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Continueren dierrechten
varkens en pluimvee
voorhang
Kamerstukken Invoering mestverwerkingsplicht (33.322)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 12, item 21 - blz. 84-85

Staatssecretaris Dijksma:

De heer Schaap en anderen hebben mij gevraagd -- ik zeg het maar in mijn eigen woorden -- of de Kamer haar rechten verspeelt om hier iets van te vinden als zij nu akkoord gaat met het voorliggende wetsvoorstel. Nee, die rechten verspeelt zij wat mij betreft niet. Ik heb aan de overkant, in de Tweede Kamer, natuurlijk ditzelfde debat gevoerd. Ik heb daar afgesproken dat ik op basis van de ex-ante-evaluatie van het PBL, die heel spoedig komt, een voorstel zal doen over de wijze waarop wij willen verdergaan met het fenomeen van dierrechten in de varkenssector en de pluimveesector en de wijze waarop we willen omgaan met de melkveesector. Dat debat zal in de Tweede Kamer worden gevoerd. Het Koninklijk Besluit zoals het nu voorligt in het kader van het wetsvoorstel, is niet mijn besluit, maar moet ook uw besluit zijn. Ik zou de Kamer dus willen voorstellen dat ik de brief die ik daarover zal sturen, niet alleen naar de Tweede Kamer zal sturen, maar vanzelfsprekend ook naar de Eerste Kamer. Daarmee maken wij eigenlijk dezelfde procedurele afspraak, namelijk dat de wijze waarop wij verder gaan met dierrechten in Nederland, niet mijn besluit is maar uw besluit. Dat lijkt mij eerlijk gezegd een faire afspraak.

De heer Koffeman (PvdD): Dat klinkt goed, maar ik zou de staatssecretaris willen vragen of zij bereid is om de ex-ante-evaluatie die voor november toegezegd was, voor de stemming van volgende week dinsdag aan ons te doen toekomen, opdat wij deze dan kunnen meewegen in de stemming.

Staatssecretaris Dijksma: Ik doe mij best om de evaluatie zo snel mogelijk bij u te krijgen, maar ik kan geen garanties geven. Dat zeg ik ten eerste. Ik kan u de garantie geven zoals ik zojuist heb gedaan. Die heb ik ook gegeven aan de Kamer aan de overkant, namelijk: op het moment dat er een besluit valt van de regering over het hele systeem, nemen wij dat besluit gezamenlijk.

(...)

Mevrouw Vos (GroenLinks): Op dat laatste punt heb ik een vraag. Het is zeer prettig dat de staatssecretaris zegt dat zij naar de Eerste Kamer komt. In welke vorm gaat zij dat echter doen? Gaat zij het besluit tot afschaffen van de dierrechten in de vorm van een wet gieten, die dan uiteindelijk ook in de Eerste Kamer behandeld gaat worden?

Staatssecretaris Dijksma: Als ik dat helemaal precies beantwoord, zou dat deels ook impliceren dat ik al weet wat ik ga doen, maar dat hangt er uiteindelijk vanaf. In de mestverwerkingswet zit een bepaling over het al dan niet continueren van dierrechten ten aanzien van de varkenssector en de pluimveesector. Daar is dus geen nieuw wetsvoorstel voor nodig. Dat gaat, zoals eerder gezegd, via een Koninklijk Besluit, waarvan is vastgesteld dat het niet eerder valt dan nadat de Kamer daarvan kennis heeft genomen en met mij over in debat heeft kunnen gaan. Daarbij zit de discussie over de vraag wat er te doen valt in de melkveesector. Indien daar iets zou moeten gebeuren, zal daar een wetsvoorstel voor nodig zijn. Vanzelfsprekend is een wetsvoorstel iets wat altijd in de Eerste Kamer wordt behandeld.

Mevrouw Vos (GroenLinks): Ik begrijp dat de staatssecretaris zegt dat voor het mogelijk afschaffen van de dierrechten voor de varkens en de kippen de huidige wet bepalend is. daar valt een Koninklijk Besluit over, maar zij komt met de Kamer spreken voordat zij dat besluit neemt. Ik zoek nog een beetje naar de wetstechniek waarin we gaan opereren. In welke vorm gaat de staatssecretaris dat besluit ook met de Eerste Kamer delen?

Staatssecretaris Dijksma: Zoals ik dat net heb gezegd. Ik zal daarover per brief een voornemen sturen. Die brief wordt, zoals ik ook aan de Tweede Kamer heb toegezegd, niet mijn besluit maar het besluit van het parlement. Dat betekent dat ik mij zal neerleggen bij de opvatting van de meerderheid van het parlement. Ik vind ook dat dat hoort als het om zulke fundamentele onderwerpen gaat.

De voorzitter: Tot slot, mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks): Betekent dat ook een meerderheid in de Eerste Kamer?

Staatssecretaris Dijksma: Een meerderheid is een meerderheid.

Handelingen I 2013-2014, nr. 12, item 21 - blz. 93

Staatssecretaris Dijksma: Voorzitter. Misschien is het goed om allereerst in te gaan op hetgeen de heren Schrijver en Schaap gevraagd hebben over de systematiek van het afschaffen van dierrechten. Zij hebben gevraagd of dat bij AMvB of bij KB gebeurt. Zij krijgen wat zij vragen. In artikel 77 van het wetsvoorstel is bepaald dat de afschaffing van de dierrechten bij Koninklijk Besluit gebeurt. Voorts is in dit artikel bepaald dat het Koninklijk Besluit moet worden voorgehangen in de Eerste Kamer en in de Tweede Kamer. Zij krijgen dus wat zij vragen. Op basis daarvan kunnen we dan later het debat voeren.


Brondocumenten


Historie