T03410

Toezegging Verslag ERK Rechtsstaat Westelijke Balkan (35.295)



De Minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Ballekom (VVD), toe de Kamer uitvoeriger te informeren over de kabinetsreactie op het speciaal verslag van de Europese Rekenkamer inzake de EU-inzet op rechtsstaatsterrein in de Westelijke Balkan.


Kerngegevens

Nummer T03410
Status voldaan
Datum toezegging 8 februari 2022
Deadline 1 juli 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden W.T. van Ballekom (VVD)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
commissie voor Europese Zaken (EUZA)
commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Europese Rekenkamer
rechtsstaat
Westelijke Balkan
Kamerstukken EU en de rechtsstaat (35.295)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 16, item 3- blz. 6

De heer Van Ballekom (VVD):

[…] Meer dialoog, meer uitleg, meer transparantie, maar wat levert dat op, zo vraag ik de minister, als het toch overduidelijk is dat er sprake is van een dialogue de sourds? Dit kan ik overigens met een litanie van voorbeelden onderbouwen. Laat ik beginnen met een recent rapport van de Europese Rekenkamer. Ik hoop dat de minister de rapporten van de Europese Rekenkamer in zijn nieuwe functie ook even belangrijk vindt als in zijn vorige functie. In dat rapport wordt het programma becommentarieerd van 700 miljoen euro, uitgetrokken om de rechtsstatelijkheidsbeginselen beter te verankeren in de samenleving. De constatering is dat deze 700 miljoen euro nauwelijks enig effect hebben opgeleverd vanwege het ontbreken van de politieke wil hervormingen door te voeren. Op het terrein van de vrijheid van meningsuiting is tenminste voortgang geboekt. Het maatschappelijke draagvlak voor hervormingen ontbreekt en de regimes zijn eerder autoritair geworden dan meer democratisch, zo constateert de Rekenkamer.

Nu zult u zeggen, minister: ja, maar Van Ballekom, dat rapport gaat over toekómstige toetreders. Dat klopt, maar als er in de fase van toetredingsonderhandelingen al sprake is van politieke onwil om de rechtsstatelijkheidsbeginselen te verankeren in het rechtssysteem en daarnaar te handelen, dan vraag ik me af wat de intenties van deze regeringen en lidstaten zijn wanneer ze zijn toegetreden. Het wordt er meestal niet beter op. Het zet de voortgang en de duurzaamheid van het toetredingsproces onder druk, volgens mij. Dat baart mijn fractie grote zorgen. Ik zou graag een reactie van de zijde van de regering krijgen op dit rapport van de Rekenkamer. Deelt de regering onze zorgen? Welke politieke en beleidsconsequenties zou dit moeten hebben? Want voordat we het weten, laten we nieuwe leden tot de club toe die zich op dezelfde wijze gaan gedragen als bijvoorbeeld Polen en Hongarije. Dan wordt die viervijfdemeerderheid die noodzakelijk is om artikel 7 te activeren, helemaal onhaalbaar, laat staat dat de Europese Raad bij unanimiteit kan besluiten om die beslissing te bekrachtigen. Dat gaat nooit gebeuren, want de ene lidstaat houdt de andere uit de wind, terwijl het gedrag van de genoemde lidstaten in de ogen van mijn fractie onaanvaardbaar is.

[…]

Handelingen I 2021-2022, nr. 16, item 11 - blz. 18

De heer Van Ballekom (VVD):

Ik zou de minister naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer het volgende willen vragen. Daarin wordt met zoveel woorden gezegd dat de 700 miljoen die we hebben uitgetrokken, nauwelijks enig effect heeft gehad. Ik herinner de minister aan zijn eigen woorden: als je eenmaal binnen bent, dan hebben we heel weinig instrumenten om alsnog corrigerend op te treden. Moet het niet conditioneel gesteld worden om eerst het eigen huis op orde te hebben voordat je als nieuwe lidstaat wordt toegelaten? Anders wordt het instrument dat nu al bot is, nog botter dan het al is. Over die conditionaliteit heb ik u nog niet gehoord.

Minister Hoekstra:

Het stuk van de Rekenkamer en de aanbevelingen sluiten goed aan bij de Nederlandse inzet. Er zijn ook vragen gesteld — ik dacht door de heer Van Dijk en anderen — die ik op zeer korte termijn zal beantwoorden. Dan zal ik er uitvoeriger op ingaan.


Brondocumenten


Historie