T00961

Toezegging Verschuiving genietingstijdstip (31.459)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Essers (CDA), toe, voor zover het thans bestaande situaties betreft, venture capital fondsen in zijn algemeenheid de mogelijkheid te bieden, dat het genietingstijdstip op verzoek kan worden verschoven naar de daadwerkelijke realisatie.


Kerngegevens

Nummer T00961
Status voldaan
Datum toezegging 9 december 2008
Deadline 1 januari 2014
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Kamerstukken Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen (31.459)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 13 - blz. 597

De heer Essers (CDA): Soortgelijke ficties als toegepast in de eerste twee onderdelen van dit wetsvoorstel ontbreken in het derde onderdeel, de belastingheffing over carried interest of carried interestachtige beloningen. Dit onderdeel ziet op slechts enkele honderden vooral private equity managers die naast hun reguliere salaris vaak de mogelijkheid krijgen om deel te nemen in de verworven investeringen van het fonds waarvoor zij actief zijn.

Handelingen I 2008-2009, nr. 13 - blz. 599

De heer Essers (CDA): Nuancering is echter wel op zijn plaats, omdat de voorgestelde regelgeving inzake carried interest niet slechter is dan het grote geheel waarvan zij deel uit gaat maken, namelijk de Wet IB 2001. De kritiek die dit onderdeel van het wetsvoorstel oproept, is in wezen kritiek op de feilen van de Wet IB 2001. De paradox doet zich voor dat deze wetgeving in het leven is geroepen vanwege die feilen, maar uiteindelijk zelf ook niet ontkomt aan die gebreken. Het gaat hier om voordelen die bij een goed werkend stelsel van inkomstenbelastingheffing zouden moeten worden belast als inkomsten uit arbeid. Door het gebrekkig werkende boxenstelsel van de Wet IB 2001, waarbij sprake is van boxen met volstrekt uiteenlopende tarieven en systematieken, blijkt het in de praktijk lastig te zijn om dit soort beloningen op de gewenste wijze te belasten. Ook de heer Biermans sprak van een rechtvaardigheidsvraagstuk. De kern van het probleem zit hem daarbij in het feit dat de waarde van een verkregen belang op het moment van verwerving kan worden belast als inkomsten uit arbeid, maar dat het na die verwerving optredende waardeverloop moeilijk in de box 1-heffing kan worden betrokken. Om te vermijden dat die waardestijging terecht komt in box 3, werden daarom in de praktijk tussen belastingplichtige en de Belastingdienst afspraken gemaakt omtrent inbreng van die belangen in een bv, zodat het waardeverloop ervan in ieder geval in box 2 aan de heffing kon worden onderworpen. In het huidige wetsvoorstel wordt een dappere poging ondernomen om de bestaande praktijk zo veel mogelijk te codificeren en te specificeren, maar aangezien ook de voorgestelde regeling onderdeel uitmaakt van de Wet IB 2001, blijft zij behept met alle oude gebreken. Zo is het verwijt dat zij te veel open normen hanteert en derhalve op gespannen voet staat met de rechtsbescherming in feite te herleiden tot het verwijt dat het in de Wet IB 2001 voorkomende loonbegrip en het begrip ″resultaat uit overige werkzaamheden″ onvoldoende duidelijk zijn en de afbakening tussen box 1 en box 3 vaak moeilijk is te realiseren. Een meer op een vermogensaanwasheffing gebaseerde inkomstenbelastingheffing zou dit soort problemen vermijden.

Handelingen I 2008-2009, nr. 13 - blz. 617

Staatssecretaris De Jager: Overigens heb ik ten aanzien van technostarters en seed capital in de nota naar aanleiding van het nader verslag voor de Tweede Kamer al toegezegd dat voor bestaande situaties het genietingstijdstip op verzoek kan worden verschoven naar de daadwerkelijke realisatie. Ik zeg hierbij toe dat ik bereid ben - met name de heer Essers heeft daarnaar gevraagd - om alle andere venture capitalfondsen in zijn algemeenheid diezelfde mogelijkheid te bieden, voor zover het thans bestaande situaties betreft. Die toezegging kan deze Kamer incasseren. Voor de toekomst ga ik ervan uit dat de praktijk deze situatie kan vermijden.

(...)

Handelingen I 2008-2009, nr. 13 - blz. 622

De heer Essers: Mevrouw de voorzitter. Ook ik dank de minister en de staatssecretaris voor de antwoorden. Ik dank hen ook voor de toezeggingen, waaronder die over het voorkomen van belastingheffing over phantominkomen. Ook dank ik hen voor de toezeggingen die gedaan zijn in de schriftelijke voorbereiding.


Brondocumenten


Historie