T02843

Toezegging Verhouding omslag- en kapitaaldekkingsstelsel (32.043)



De minister van SZW zal, naar aanleiding van vragen van de leden Van Strien, De Vries en Frentrop, de studie van het CPB naar de betekenis van langjarige lage rente voor de verhouding tussen kapitaal- en omslagstelsel rond de zomer van 2020 naar de Kamer sturen.


Kerngegevens

Nummer T02843
Status voldaan
Datum toezegging 10 maart 2020
Deadline 1 juli 2020
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Dr. P.M.L. Frentrop (Fractie-Frentrop)
ir. drs. G.A. van Strien (PVV)
J.W.E. de Vries (Fractie-Otten)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie brief/nota
Onderwerpen kapitaaldekkingsstelsel
omslagstelsel
renten
Kamerstukken Toekomst pensioenstelsel (32.043)


Uit de stukken

32043, AB, p. 5-6

De heer Van Strien (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb eigenlijk één fundamentele vraag. We hebben op dit moment een kapitaaldekkingsstelsel waarmee mijn partij -- dat moet nadrukkelijk gezegd worden -- zeer tevreden is. Maar een kapitaaldekkingsstelsel functioneert alleen met een rente, een rekenrente groter dan 0%. Een kapitaaldekkingsstelsel met een rente van 0% of zelfs negatief is een waardeloos stelsel. Mijn fundamentele vraag is: hoe kijken de ministers daartegen aan? En hoe beoordelen zij de oplossing om geleidelijk over te stappen op een omslagstelsel wanneer je voortdurend met een kapitaaldekkingsstelsel en een rekenrente van nul of kleiner blijft werken? Dan heb je een paar honderd jaar de tijd, waarbij je de gepensioneerden gewoon normaal kunt uitbetalen, waarbij je hun kunt uitbetalen waar ze recht op hebben. En in de tussentijd heb je de gelegenheid om na te denken over de wijze waarop het uiteindelijk werkt met dat omslagstelsel, want zo lang duurt het wel eer je die 1.600 miljard op hebt. Dat is mijn vraag.

[…]

De heer De Vries (Fractie-Otten): De heer Otten is nog in debat. Onze vraag was eigenlijk vrijwel dezelfde als die van de heer Van Strien. Ik sluit me dus graag aan bij die vraag.

32043, AB, p. 7

De heer Frentrop (FvD):

Ik heb een hele korte vraag, omdat ik me eigenlijk wil aansluiten bij wat de heer Van Strien al heeft gevraagd. Dat is de vraag: wordt er ook gedacht over de overgang op termijn van een kapitaaldekkings- naar een omslagstelsel? Daar voeg ik aan toe: past dat ook niet beter bij het monetaire beleid dat binnen de Europese Unie wordt gevoerd? Kun je binnen het eurobeleid nog wel met een kapitaaldekkingsstelsel doorgaan?

Dank u wel.

32043, AB, p. 11

Minister Koolmees:

De heer Van Strien heeft terecht een meer fundamentele vraag gesteld over de verhouding tussen omslag- en kapitaaldekkingsstelsel.[…] De fundamentele vraag is of de verhouding tussen kapitaaldekking en omslag nog goed is. Dat vind ik een terechte vraag. Die hebben we ook uitgezet bij het Centraal Planbureau, om voor de zomer een studie te laten doen wat een langjarige lage rente betekent voor de verhouding tussen kapitaal- en omslagstelsel. Dat komt ook richting de zomer uw kant op. Een opmerking die ik bij deze discussie wil maken, is dat vaak wordt gedaan alsof we die 1.600 miljard euro in de komende 30 jaar zouden kunnen uitkeren. Dat is gewoon niet waar. De deelnemers aan de pensioenfondsen hebben rechten opgebouwd, premie opgebouwd en een aanspraak op die collectieve pot. Het is geen omslagstelsel, dus wij moeten ook niet doen alsof het dat is. Het is een makkelijke uitleg: per jaar gaat er 30 miljard premie in en er gaat ongeveer 30 miljard euro uit, dus dat loopt ongeveer rond. Maar dat is niet de waarheid. De waarheid is dat er rechten of aanspraken worden opgebouwd voor alle deelnemers in ons stelsel, ook de actieve deelnemers. Het is geen omslagstelsel. De juridische onderbouwing ervan is het ook niet. Mensen kunnen er rechten aan ontlenen, omdat ze verplicht deelnemen aan het pensioenfonds. De heer De Vries en de heer Frentrop hadden dezelfde vraag als de heer Van Strien.


Brondocumenten


Historie