T02658

Toezegging Uitgangspunten aanstelling burgemeester (34.716)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Rombouts (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD) en Kuiper (ChristenUnie), toe haar een brief te sturen met een nadere duiding van de motie-Rombouts c.s. en een uiteenzetting van de conclusies die ze daaraan verbindt.


Kerngegevens

Nummer T02658
Status voldaan
Datum toezegging 13 november 2018
Deadline 16 november 2018
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden W.H. Huijbregts-Schiedon (VVD)
prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie)
Mr.dr. A.G.J.M. Rombouts (CDA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen aanstelling
burgemeesters
uitgangspunten
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Jetten Deconstitutionalisering benoeming commissaris van de Koning en burgemeester (34.716)


Uit de stukken

Handelingen I 2018-2019, nr. 7, item 4 - blz. 56

De heer Rombouts (CDA): Door de heer Kuiper en mevrouw Huijbregts is gesproken over een brief van de minister. Er is al wat in de Handelingen terechtgekomen door wat de initiatiefnemer heeft gezegd over de aspecten die in het dictum van de motie staan, maar die in het debat door mij in vraagvorm waren ingebracht, en waarover de minister ook gesproken heeft. Deze motie kan wel een statement zijn van deze Kamer: denk goed na wie het initiatief tot een nieuwe aanstellingswijze wil ondernemen, of dat nou van regeringswege is of van de Tweede Kamer; in de Eerste Kamer zullen ze, als deze motie wordt aanvaard, naar uw wetsvoorstel kijken met de bril van dit dictum.

(...)

Handelingen I 2018-2019, nr. 7, item 4 - blz. 66

Mevrouw Huijbregts-Schiedon (VVD): Voorzitter. Ik heb in deze tweede termijn graag van plaats op de sprekerslijst geruild met collega Rombouts van het CDA, zodat hij aan het begin van deze termijn de motie van CDA, D66, VVD en ChristenUnie kon indienen. Wij zijn natuurlijk benieuwd naar de reactie van de minister, maar ik wil voorstellen dat zij na deze intensieve behandeling — er is al over gesproken — en gezien het tijdstip waarop we zitten, haar reactie vastlegt in een brief aan deze Kamer en daarbij de aspecten betrekt die hier vandaag in de breedte zijn besproken. Daarover moet zij dan natuurlijk geen weken doen, maar het moet wel zo zijn dat zij, en ook wij, voldoende tijd en gelegenheid voor zorgvuldigheid hebben. Desgewenst willen wij voorstellen de stemming een week uit te stellen, tot 27 november.

(...)

Handelingen I 2018-2019, nr. 7, item 4 - blz. 70

De heer Kuiper (ChristenUnie): Ik zou het belangrijk vinden dat de minister daarbij aangeeft: wij hebben vandaag gesproken en wij zijn inderdaad tot een soort consensus gekomen over een set van voorwaarden en uitgangspunten die richtinggevend zijn voor het vervolg. Ik steun de suggestie van mevrouw Huijbregts om een brief daarover te vragen. Dat hoeft inderdaad wat mij betreft ook geen lap tekst te zijn. Het kan ook een soort samenvatting zijn van wat we vandaag hebben bereikt. Ik zou het wel heel belangrijk vinden dat die brief uitdrukt dat wat in de motie wordt gevraagd, ook inderdaad uitgevoerd wordt, en dat het dus ook echt politiek consequenties krijgt. Dan is het niet vrijblijvend, maar dan heeft het betekenis.

(...)

Handelingen I 2018-2019, nr. 7, item 4 - blz. 71-72

Minister Ollongren: Het leek mij toch logisch, omdat die zo centraal stond in de tweede termijn van de kant van de Kamer, om te beginnen met de motie onder letter I, die zonet door de heer Rombouts is ingediend. De motie spreekt uit dat het bij de uitwerking van een eventuele nieuwe aanstellingswijze wenselijk is om te kiezen voor een vorm die recht doet aan het hoofdschap van de raad, waar we zonet uitvoerig over hebben gesproken, en die waarborgen bevat voor een relatief onafhankelijke positie van de burgemeester, voor een eigenstandig pakket aan taken en bevoegdheden ten aanzien van de openbare orde, veiligheid en bestuurlijke integriteit en voor een positie als boven de partijen staand. Het moet dus een verbindend bestuurder voor alle burgers zijn. Ik herken deze uitgangspunten. Dat heb ik in mijn eerste termijn ook gezegd. Ik constateer dat er over deze uitgangspunten ook brede consensus bestaat. Dat leidt mij tot de conclusie dat ik deze motie kan omarmen.

(...)

Nu vroeg mevrouw Huijbregts, en ik heb de indruk dat de heer Rombouts, maar ook de heren Lintmeijer, Köhler en Kuiper zich daarbij aansloten, om hier ook nog een brief over te sturen. Dat wil ik uiteraard doen. De Kamer vraagt daarom en het lijkt mij goed dat ik in die brief dan nog eens uiteenzet, zoals ik het eigenlijk net heb samengevat in mijn reactie op de motie, de duiding die ik geef aan de inhoud van de motie en de conclusie die ik daaraan verbind. Ik zal in die brief nog eens aangeven welke waarden naar het oordeel van de regering gerespecteerd zouden moeten worden bij een eventueel toekomstig voorstel. Zoals ik daarnet zei, moet het gemeentelijk bestel zo ingericht blijven dat die uitgangspunten verdisconteerd worden.

(...)

De heer Kuiper (ChristenUnie): Zeer veel dank, ook voor de toezegging van de brief. Daarmee zouden we een toetsingskader hebben voor verdere ontwikkelingen. Dat is heel mooi. De vraag is op welke termijn die brief hier kan komen, want ik begrijp dat er hier fracties zijn die die brief ook zouden willen betrekken bij de eindafweging.

Minister Ollongren: Als dat zo is, neem ik daar kennis van en dan zal ik de brief zo snel als dat zorgvuldig mogelijk is deze kant op sturen. Ik heb het zojuist nadrukkelijk een brief genoemd waarin ik de reactie die ik zojuist namens het kabinet heb gegeven, nog eens zal weergeven. Het is dus het standpunt dat ik zojuist heb ingenomen naar aanleiding van de motie. U noemde het "een toetsingskader". U mag de brief natuurlijk gebruiken zoals u dat wilt, maar ik zal de brief zo snel mogelijk gereedmaken.

De voorzitter: Mag ik daar toch even wat concreter over worden? In principe is de stemming voorzien voor volgende week dinsdag. We zouden het op prijs stellen als de brief er vrijdag aanstaande voor 12.00 uur zou kunnen zijn.

Minister Ollongren: Daar zal ik mij zeer voor inspannen, voorzitter.


Brondocumenten


Historie