T01957

Toezegging Toezending bouwstenennotitie erf- en schenkbelasting (33.752 / 33.753 / 33.754 / 33.755)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Bröcker (VVD), toe een aan de Tweede Kamer toegezegde bouwstenennotitie rondom de erf- en schenkbelasting ook aan de Eerste Kamer te zullen zenden. In deze notitie zal hij de consequenties van het schuiven binnen deze belasting in beeld zal brengen.


Kerngegevens

Nummer T01957
Status voldaan
Datum toezegging 16 december 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Mr. W.L.J. Bröcker (VVD)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen erf- en schenkbelasting
Kamerstukken Wet wijziging percentages belasting- en invorderingsrente (33.755)
Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit (33.754)
Overige fiscale maatregelen 2014 (33.753)
Belastingplan 2014 (33.752)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 13, blz. 29

De heer Bröcker (VVD):

Laat ik beginnen met het eerste uitgangspunt: eenvoudige fiscale wetgeving. Het is al vaker gezegd in dit huis: burgers moeten in staat zijn om aan de hand van fiscale wetgeving op eenvoudige wijze vast te stellen wat hun belastingschuld is. Uiteraard maakt eenvoud ook de uitvoering en handhaving door de Belastingdienst een stuk eenvoudiger en efficiënter. Laat ik een voorbeeld uit dit belastingpakket nemen. Wij steunen de eenmalig verhoogde vrijstelling in de schenkbelasting, waarbij deze fiscale faciliteit wordt ingezet als instrument om de woningmarkt te stimuleren en de hypotheekschulden te verminderen. Toch willen wij daar wat kanttekeningen bij maken. Bij de eenvoud van de schenk- en erfbelasting in het algemeen en dit soort eenmalige maatregelen in het bijzonder, kunnen in het kader van de fiscale agenda natuurlijk wel wat opmerkingen worden gemaakt. De Successiewet is vrij recent nog herzien, maar toch zou deze wat mijn fractie betreft nóg eenvoudiger en rechtvaardiger kunnen worden hervormd. In plaats van de gebruikelijke jaarlijkse vrijgestelde schenkingen aan kinderen en anderen en de eenmalig verhoogde vrijstelling in verband met de eigen woning, kan in de wet ook gedacht worden aan één bedrag dat gedurende het leven mag worden geschonken. Zo hoeft men schenkingen niet expliciet te plannen en is het stelsel bovendien rechtvaardiger omdat het niet afhankelijk is van het moment waarop iemand al dan niet in de gelegenheid is om te schenken. Die opmerking is ook bij de behandeling in de Tweede Kamer gemaakt over het voorstel van de regering. Hoewel de tariefstructuur in de schenk- en erfbelasting aanmerkelijk is vereenvoudigd, kan zulks nog verder worden doorgevoerd door de progressie naar verwantschap als factor bij de bepaling van het tarief af te schaffen. Dat maakt het niet alleen eenvoudiger, maar ook rechtvaardiger. Hoe kijkt de staatssecretaris hiertegenaan?

Handelingen I 2013-2014, nr. 14, blz. 15

Staatssecretaris Weekers:

[...]

De heer Bröcker vraagt hoe ik aankijk tegen een levenslange vrijstelling en tegen het afschaffen van progressie naar verwantschap in de schenk- en erfbelasting. Daarover kunnen wij een hele discussie voeren. Ik heb de Tweede Kamer toegezegd met een bouwstenennotitie te komen rondom de erf- en schenkbelasting waarin dit element aan de orde zal komen. Daarin zal ik niet met voorstellen komen namens het kabinet, want hierover wordt heel verschillend gedacht. Ik heb de heer Ester gisteren nog horen bepleiten dat de erf- en schenkbelasting omhoog moet. Ik weet dat de partij waarvan de heer Bröcker in deze Kamer vertegenwoordiger is liever zou zien dat deze belasting op termijn verdwijnt. Op korte termijn hebben wij daar geen geld voor, dus dat betekent dat je gaat schuiven binnen de belasting en dat je ook winnaars en verliezers hebt. Ik heb de Tweede Kamer toegezegd dat ik de consequenties daarvan in beeld zal brengen in een soort bouwstenennotitie, die ik dan ook graag aan de Eerste Kamer ter informatie zal zenden. Wij kunnen daarover het gesprek voeren en dan ook zien of er meerderheden bestaan om tot een alternatieve vormgeving over te gaan. Ik sta hier zelf in elk geval niet geharnast in.


Brondocumenten


Historie