T03431

Toezegging Subsidiebeleid bij verplichte investeringen (35.788)



De minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe om aan de minister voor Klimaat en Energie te vragen in een volgende rapportage toe te lichten hoe er wordt omgegaan met bedrijven die subsidiegeld willen gebruiken voor achterlopende investeringen die ook kunnen worden opgelegd.


Kerngegevens

Nummer T03431
Status openstaand
Datum toezegging 15 februari 2022
Deadline 1 januari 2023
Verantwoordelijke(n) Minister voor Klimaat en Energie
Kamerleden mr. R.A. Janssen (SP)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen bedrijven
investeringen
klimaatplan
subsidies
verplichtingen
Kamerstukken Kabinetsformatie 2021 (35.788)


Uit de stukken

Handelingen I 2021/22, nr. 17, item 7 – blz 7.

De heer Janssen (SP):

Voorzitter. Het punt van het klimaat. Voor het klimaat worden gigantische fondsen ingesteld met het doel om via subsidies bedrijven te stimuleren tot minder uitstoot. Maar waarom meteen subsidies? Waarom wordt er niet beprijsd? Is het spoor van het aanscherpen van vergunningen verkend? Ik weet uit ervaring dat dat heel effectief kan zijn om een ongewenste uitstoot aan te pakken. Waarom zou je subsidiëren wat je via vergunningen kan verplichten of kan beprijzen? Is de minister-president het met mij eens dat bedrijven primair zelf verantwoordelijk zijn en dat het niet de bedoeling is dat er gesubsidieerd gaat worden wat via een vergunning kan worden verplicht of wat kan worden beprijsd?

Handelingen I 2021/22, nr. 17, item 7 - blz. 43-44

De heer Janssen (SP):

Even terug naar de praktijk van de grote vervuilende bedrijven. Ik heb er enige ervaring mee, acht jaar in het Rotterdamse Rijnmondgebied.

Minister Rutte:

Als gedeputeerde.

De heer Janssen (SP):

Als gedeputeerde. Vergunningverlening, toezicht en handhaving. Je ziet veel bij de grote bedrijven dat er al heel veel meer had moeten gebeuren, maar dat ze het niet doen. Dat kun je ook ambtshalve afdwingen. Bedrijven zijn verplicht om best beschikbare technieken toe te passen, maar zijn daar laks in, hebben er altijd een excuus voor. Ik zeg het even generaliserend, maar dat gebeurt heel veel. De minister zegt dat ze nu de golf voor moeten blijven. Ze moeten het al lang doen. Mijn zorg is dat nu gesubsidieerd gaat worden wat al verplicht zou kunnen worden en waar bedrijven zelf al voor aan de lat staan. Dat zijn de best beschikbare technieken. Als het gaat over "best beschikbare technieken plus", zeggen we: je doet meer dan waartoe je verplicht bent en daar kunnen we aan bijdragen. Mijn zorg is dat er te veel plannen bij dat fonds terechtkomen waar bedrijven eigenlijk al toe verplicht waren. Mijn vraag aan de minister-president, die ik ook al in de eerste termijn gesteld had, was of er bij een plan eerst gekeken wordt of je dit niet eigenlijk al lang had moeten doen. En als je meer doet dan je eigenlijk zou moeten doen, en waar we u toe kunnen verplichten, dan komen wij in beeld om u daarbij te helpen, maar niet eerder.

Minister Rutte:

Ik weet niet of het zo zwart-wit is. De heer Janssen heeft die vraag gesteld in zijn termijn. Kijk, wat we moeten gaan doen is per sector een heel precies samenhangend pakket van maatregelen maken, die toezien op de volgende zaken: wat is subsidiëring? Wat is beprijzing? Wat is normering? Want anders ga je de doelen van 2030 nooit halen. Ik ben het er helemaal mee eens dat als het beleid is met alleen maar subsidies, dat te vrijblijvend is. Zouden het subsidies zijn op technieken waarin ze toch al hadden moeten investeringen, is het helemaal te vrijblijvend. Tegelijkertijd, als je alleen zou normeren en alleen zou beprijzen, bestaat het risico dat ze weggaan, omdat simpelweg de lastendruk dan te groot voor ze wordt. Je zult dus een mix moeten vinden. De heer Janssen vraagt het volgende en ik ga Rob Jetten vragen dat mee te nemen in zijn volgende rapportage: hoe ga je nou om met bedrijven die evident achterlopende investeringen hebben en die nu denken "dat kan ik uit dat potje halen" versus bedrijven die in state-of-the-arttechnologie willen investeren en daarvoor die extra subsidiëring nodig hebben? Ik begrijp die gedachte. Ik ben een beetje overvraagd om daar nu zwart-wit op te antwoorden. Ik zeg toe dat ik via dit debat Jetten vraag om daar in een volgende rapportage op in te gaan

De heer Janssen (SP):

Het gaat mij nog niet eens zozeer om de precieze uitwerking, maar wel om het met elkaar delen van het uitgangspunt dat wat opgelegd kan worden, niet gesubsidieerd wordt, tenzij het meer is dan wat je kunt opleggen en je daarmee extra winst voor de leefomgeving kan bereiken. Dat zou heel goed zijn. En niet dat we op Chemelot een bedrijf als SABIC hebben dat zegt: we lopen al heel lang achter met investeringen. Eigenlijk moeten we alles vervangen, maar dat wordt hier met alle milieuregels te ingewikkeld. Weet je wat, we gaan naar Engeland toe. Dat is dan inderdaad een manier van werken waar wij ons niet voor moeten lenen.

Minister Rutte:

Ik moest even denken aan Dingeman, vanmorgen in de Trouw. Dat is mijn favoriete stripje, naast Kamagurka natuurlijk. In de Dingeman vanmorgen zie je al die grootindustriëlen in de club met een bel cognac bij elkaar zitten en zeggen: als nou niet al die Urgenda's zo in de weg hadden gelopen, hadden we allang de zaak kunnen vergroenen. En intussen zie je plaatjes van Tata en Shell die nog verre van vergroend zijn, wat extreem gesteld allemaal. Ik ga er nu niet zwart-wit op antwoorden. Ik vraag Jetten eens op dit punt te reflecteren, want ik weet niet exact waar die grens ligt. Ik ben daar gewoon niet deskundig genoeg voor. Ik heb sympathie voor de gedachte van meneer Janssen, maar ik moet even oppassen dat ik hier niet een fout maak.

De heer Janssen (SP):

Het is vanuit de gedachte dat geld schaars is en dat we dat niet onnodig willen uitgeven.

Minister Rutte:

Dat spreekt me zeer aan.

De heer Janssen (SP):

Dat dacht ik al. Dus daar sluit ik mee af.

Minister Rutte:

Zo weet ik ook van mijn partijgenoten dat de heer Janssen zo bestuurde in Zuid-Holland. Dat werd zeer gewaardeerd.

De voorzitter:

Minister-president, ik denk dat u met Rob Jetten minister Jetten bedoelde.

Minister Rutte:

Ik bedoelde minister Jetten voor Klimaat en Energie.

Handelingen I 2021/22, nr. 17, item 7 - blz. 68

De heer Janssen (SP):

Dank ook voor de toezegging van de minister-president, al moet dat nog wel een vervolg krijgen, dat als uitgangspunt er niet gesubsidieerd gaat worden wat verplicht kan worden. Ik ben altijd graag tot nadere duiding bereid.


Brondocumenten


Historie