T02949

Toezegging Spreiding van belastingwetgeving (35.302)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Ester (ChristenUnie), Vendrik (GroenLinks) en Van Apeldoorn (SP) toe om een aantal fiscale wetsvoorstellen zo mogelijk al voor Prinsjesdag 2020 in te dienen bij de Tweede Kamer.


Kerngegevens

Nummer T02949
Status voldaan
Datum toezegging 10 december 2019
Deadline 1 januari 2021
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden prof. dr. E.B. van Apeldoorn (SP)
Dr. P. Ester (ChristenUnie)
C.C.M. Vendrik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Belastingplan 2020
belastingplannen
Pakket Belastingplan 2020
Kamerstukken Belastingplan 2020 (35.302)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 11, item 3, p.4

De heer Ester (ChristenUnie):

Het Belastingplan 2020 raamt de belastinginkomsten voor volgend jaar op een dikke 300 miljard. Een imponerend bedrag, maar Nederland krijgt daar een relatief hoge en brede welvaart voor terug. Via fiscale regelingen en subsidies wordt zo'n 110 miljard herverdeeld. Het Belastingplan 2020 is ook qua wetgeving omvangrijk. Maar liefst acht wetsvoorstellen liggen voor. De tijd om die te beoordelen is te krap. Veel te krap. De kwaliteit van onze parlementaire oordeelsvorming is daarmee in het geding. Ik zou de staatssecretaris heel graag willen vragen welke concrete mogelijkheden — met een streep onder "concrete"— hij ziet om vanaf volgend jaar de fiscale wetgeving meer over het jaar te spreiden.

Handelingen I 2019-2020, nr. 11, item 3, p.32

De heer: Vendrik (GroenLinks):

Collega's zeiden het al: iets minder gelukkig zijn wij met de omvang van dit pakket. In het bijzonder geldt dit voor de drie implementatiewetten die meteen meegezonden zijn met het hele pakket voor 2020. Ik begrijp dat ook de staatssecretaris dit inziet, getuige de memorie van antwoord. Ik onderstreep nog maar eens het belang hiervan. Deze oploop van wetgeving aan het einde van het jaar is niet echt goed voor de kwaliteit. Ik nodig de staatssecretaris uit om morgenochtend nogmaals te bevestigen dat hij werkelijk alles doet om herhaling te voorkomen.

Handelingen I 2019-2020, nr. 11, item 3, p.37

De heer Van Apeldoorn (SP)

Voorzitter. Belastingen raken de kern van de verhouding tussen overheid en burgers. Dat maakt parlementaire behandeling van het Belastingplan tot een serieuze taak. Maar, het is vanavond al eerder gememoreerd, het is de vraag of we deze taak nog wel naar behoren kunnen uitvoeren. We behandelen hier vandaag acht wetsvoorstellen. En nog meer dan in voorgaande jaren moet dat met stoom en kokend water. Ook verschillende woordvoerders in de Tweede Kamer beklaagden zich over de korte behandeltijd, maar bij ons was die nog veel korter. Onze rol als medewetgever komt zo echt in het gedrang en ons budgetrecht wordt de facto ondermijnd. Onze commissie Financiën heeft er zelf mee ingestemd om ook nog de separate wetsvoorstellen ATAD 2 en DAC6 tegelijkertijd met het eigenlijke pakket te behandelen, maar dit was onder grote druk van de implementatiedeadline van 1 januari aanstaande. Graag een reactie van de staatssecretaris.

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 3, p.1

Staatssecretaris Snel:

Laat ik beginnen met de omvang van het pakket. Het werd gisteren door verschillende sprekers aangehaald en ik ben het wel met hen eens: het is heel veel. Het was vorig jaar heel veel, het was het jaar ervoor heel veel, en dit jaar was het misschien nog wel weer meer dan in de jaren hiervoor. Terecht komt dan de wens van de Tweede Kamer, maar ook van uw Kamer, om te bekijken of wij deze wetsvoorstellen beter over het jaar kunnen spreiden. Wij hebben vorig jaar gezegd dat wij dat inderdaad zouden kunnen doen in plaats van alle wetsvoorstellen met een budgettair belang altijd te koppelen in een belastingplanpakket en dat wij zouden bekijken of wij sommige zaken eerder in het jaar naar voren zouden kunnen brengen. Dat ga ik ook doen. Aan het einde van het jaar komt er een wetgevingsoverzicht waaruit blijkt welke wetten voor komend jaar op de rol staan. Ik zal daar straks nog op ingaan en ik kan ook iets zeggen over de timing, want ik ben het met u eens dat het wat veel is.

Ik zal hieraan als eerste vervolg geven met het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2020-2021 dat wij in het eerste kwartaal van komend jaar aan de Tweede Kamer zullen aanbieden. Daarin wordt al een hele hoop zaken samengepakt die wij normaal gesproken naar een belastingplanpakket zouden hebben getild. Wij hebben besloten dit al eerder in het jaar aan beide Kamers aan te bieden.

Kortom, ik zal me ervoor blijven inzetten om wetsvoorstellen op het moment dat ze gereed zijn, zoveel mogelijk voor Prinsjesdag in te dienen bij de Tweede Kamer zodat de leden van uw Kamer ook meer tijd overhouden om de zaken en de wetsvoorstellen zorgvuldig en grondig te behandelen. Laat ik een aantal wetsvoorstellen noemen die separaat naar de Kamer zullen gaan. Het gaat bijvoorbeeld om de implementatie van de Richtlijn e-commerce; die komt in het eerste kwartaal van 2020 bij de Tweede Kamer en daarna zo snel mogelijk uw kant op. Verder noem ik de Wet gegevensverwerking Belastingdienst, de aanpassing in box 3 — we komen daar straks inhoudelijk over te spreken — de CO2 -heffing voor de industrie, en ook het belastingplanpakket 2020-2021. Deze zullen in de loop van het jaar volgordelijk naar de Kamer gaan. Volgens de planning komt een nieuwe concernregeling ter vervanging van de fiscale eenheid in 2020 of 2021 via de Tweede Kamer uw kant op. Ik zal later iets meer zeggen over de vraag welke ambities wij nog hebben en daarbij komt een aantal van deze wetsvoorstellen bij terug.


Brondocumenten


Historie