T02044

Toezegging Solvabiliteit zorginstellingen (33.891)



De staatssecretaris van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Barth, toe ten aanzien van de solvabiliteitsproblematiek van zorginstellingen zo nodig in overleg te treden met de banken. 


Kerngegevens

Nummer T02044
Status voldaan
Datum toezegging 25 november 2014
Deadline 1 juli 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Drs. M.A.M. Barth (PvdA)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen banken
solvabiliteit
zorginstellingen
Kamerstukken Wet langdurige zorg (33.891)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr.9, item 8, blz. 42

Staatssecretaris Van Rijn:

Mevrouw Barth vroeg mij hoe ik aankijk tegen de solvabiliteit van instellingen en welke eisen banken daaraan stellen. Ik neem waar dat als gevolg van de crisis en de beperktere kredietmogelijkheden die de banken hebben, soms ook hogere eisen worden gesteld aan de solvabiliteit van instellingen. Dat is niet alleen zo bij zorginstellingen, maar ook bij andere organisaties. [...] Het is wel zaak, daarover ben ik het met mevrouw Barth eens, dat wij moeten bekijken wat een redelijke manier van kijken is naar de solvabiliteit van instellingen. Hierbij gelden enkele zaken. Ik noem de eisen die het waarborgfonds voor de zorg aanhoudt om te bekijken wat de vuistregel is voor het weerstandsvermogen, meestal15% of iets meer. Verder speelt het een rol of een instelling van plan is om een grote verandering of renovatie van het gebouw te plegen waarvoor een reservering moet worden gemaakt. Het is correct dat er echt balans moet zijn tussen de hoogte van het weerstandsvermogen en de solvabiliteit aan de ene kant en de personeelssamenstelling en de deskundigheid aan de andere kant. Ik heb met de sector afgesproken dat ik zowel ten aanzien van de overhead als ten aanzien van het weerstandsvermogen bij de invulling van het plan van aanpak voor de kwaliteit van de verpleeghuiszorg, dit onderwerp nadrukkelijk meeneem omdat ik ook met de sector wil spreken over de vraag wat een redelijke en aanvaardbare norm is. Hierbij zal ik uiteraard ook rekening houden met eisen die andere partijen stellen. Zo nodig zullen wij bij dat punt ook overleg met banken betrekken.

Handelingen I 2014-2015, nr.9, item 8, blz. 53

De staatssecretaris is ook uitgebreid ingegaan op de solvabiliteit van de instellingen. Het is waar dat er als gevolg van de financiële crisis hogere eisen worden gesteld. Dat is ook logisch. Tegelijkertijd heb ik de staatssecretaris horen zeggen dat wij ervoor moeten oppassen dat wij niet doorschieten. De staatssecretaris heeft ons in de memorie van antwoord gemiddelden aangereikt in sectoren in de langdurige zorg waarbij het weerstandsvermogen op 39% zit. Wij hebben echt het gevoel dat het daar doorschiet en dat wij op een punt zijn beland waarbij er sprake is van te veel dood geld in de langdurige zorg. Dat is gewoon niet goed, gezien de reële noden die er nog zijn op het gebied van de kwaliteit van met name de intramurale ouderenzorg. Ik vind het heel fijn dat de staatssecretaris daarover het gesprek met de banken aan wil gaan. Ik hoop dat hij ons wil toezeggen dat hij ons zal berichten hoe die gesprekken verlopen.


Brondocumenten


Historie