T02564

Toezegging Rechtsbijstand (32.399 / 31.996 / 32.398)



De minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Strik, toe om de rechtsbijstand aan de kwetsbare doelgroepen uit de gedwongen zorgwetten als aandachtspunt mee te nemen in de herziening van het stelsel rond de rechtsbijstand.


Kerngegevens

Nummer T02564
Status voldaan
Datum toezegging 16 januari 2018
Deadline 1 januari 2019
Verantwoordelijke(n) Minister voor Rechtsbescherming
Kamerleden mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen advocaten
rechtsbijstand
vergoedingen
Kamerstukken Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (32.399)
Wet forensische zorg (32.398)
Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (31.996)


Uit de stukken

Handelingen I 2017-2018, nr. 14 - item 3, blz. 37

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Verder nog een punt over de rechtsbijstand. Een randvoorwaarde voor een goede rechtspositie van patiënten is de toegang tot kwalitatief goede rechtshulp. Uit het rapport van de commissie-Van der Meer kwam naar voren dat de werklast van de advocaat mede is toegenomen door een beddenreductie in de psychiatrische zorg en de tendens die hiermee samenhangt om mensen sneller naar huis te sturen. Dit zou tot gevolg hebben dat er meer voorwaardelijke machtigingen worden opgelegd. Volgens de commissie-Van der Meer geven advocaten aan dat de vergoeding van vier punten voor de voorwaardelijke machtiging niet toereikend is, omdat zij er in elk geval vijf tot zeven uur aan werken. In het regeerakkoord belooft het kabinet de aanbeveling van de commissie-Van der Meer over te nemen. Wat gaat dit betekenen voor de forfaitaire vergoeding? Mijn fractie meent dat het om een urgent probleem gaat, ook omdat vanwege de werkdruk nu vaak al niet-gespecialiseerde advocaten de belangen behartigen van heel kwetsbare cliënten.

Handelingen I 2017-2018, nr. 14 - item 3, blz. 78

Minister Dekker:

Mevrouw Strik vroeg naar de rechtsbijstand. Dat is eigenlijk een veel groter dossier. Daar ligt een enorme opgave om te kijken hoe we de middelen die we beschikbaar hebben voor rechtsbijstand, op een goede manier kunnen inzetten. Van der Meer geeft aan dat dat enorm wringt. Ik heb tegen de Tweede Kamer gezegd dat ik er heel veel waarde aan hecht om rust te brengen op dit dossier en om dit jaar met alle partners — de sociale advocatuur en de orde — te kijken of we kunnen komen tot herziening van het stelsel. Daar zal ook dit dan onderdeel van uitmaken.

Handelingen I 2017-2018, nr. 15 - item 3, blz. 14

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ten aanzien van rechtsbijstand gaf de minister voor Rechtsbescherming aan wel een verantwoordelijkheid te zien. Hij zei dat dat onderdeel is van een algemener vraagstuk. Door de commissie-Van der Meer wordt dit natuurlijk in zijn geheel bekeken. Ik wil de minister erop wijzen dat het hier gaat om de meest precaire situaties. Er wordt dwang uitgeoefend, dus er worden vrijheidsrechten ingeperkt, door de overheid ten aanzien van de meest kwetsbare groep burgers die we hebben en die kunnen zich daar niet zelfstandig tegen verweren. Er moet dus voldoende aandacht daarvoor zijn.

Handelingen I 2017-2018, nr. 15 - item 3, blz. 28

Minister Dekker:

De laatste vraag van mevrouw Strik was misschien geen vraag, maar nog eens een extra onderstreping van het aandachtspunt dat als we praten over de ondersteuning van mensen in de forensische zorg, we het ook hebben over een kwetsbare doelgroep. Volgens mij was dit overigens ook een breder punt en ging het niet alleen over forensische zorg, maar had het ook betrekking op de andere twee wetten. Ik vind het eerlijk gezegd een heel terecht punt dat dit een extra aandachtspunt moet zijn, ook als we kijken naar een herziening van het stelsel rond de rechtsbijstand. Ik neem dat graag in onze analyse mee.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Dank voor deze toezegging.


Brondocumenten


Historie