T03041

Toezegging Reactie op rapport (35.578)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe te zullen reageren op het door dit lid genoemde rapport.


Kerngegevens

Nummer T03041
Status voldaan
Datum toezegging 1 december 2020
Deadline 1 januari 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden drs. Th.W. Rietkerk (CDA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen woningbouw
woningcorporaties
Kamerstukken Eenmalige huurverlaging huurders met een lager inkomen (35.578)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 12, item 3 - blz. 2

De heer Rietkerk (CDA): Kent de minister het onderzoek van Niels van Schaik over het toevoegen van woningen door wijken te herbouwen, kantoren te splitsen en grote woningen te splitsen, vooral in de regio? Dan gaat het over honderdduizenden woningen, waaronder ook veel huurwoningen. Is het ook niet zo dat de woningbouwopgaves langzamerhand wat verschuiven van de Randstad naar de regio? Kan de minister hier een reactie op geven?

(…)

Handelingen I 2020-2021, nr. 12, item 9 - blz. 6

Minister Ollongren: Tot slot. De heer Rietkerk zei: het is misschien toch wel erg veel Randstad en wat minder de rest van het land. Ik richt mij op de gebieden waar het nodig is. Natuurlijk zit het qua aantallen veel in de Randstad, maar zeker niet alleen in de Randstad, zeker niet. Deventer bijvoorbeeld zit in de eerste tranche van de woningbouwimpuls. Nijmegen ook. De grote aantallen zitten voornamelijk in de Randstad, maar dat is ook een beetje de verdeling van hoe wij wonen in Nederland. De instrumenten zijn er zo veel mogelijk op gericht dat het daar terechtkomt waar het nodig is. En dat zijn net zo goed Zwolle, Groningen en andere steden in ons land. Bovendien, we gaan straks natuurlijk met het volkshuisvestingsfonds aan de slag. Dan is het ook interessant om te kijken naar de krimpregio's en de grensregio's, waar ook herstructureringsopgaven liggen.

De heer Rietkerk (CDA): Ik ben het eens met de minister dat de vier grote steden in de Randstad liggen. Laat dat duidelijk zijn. Het gaat er mij om dat er recent een rapport is gepresenteerd — daar is afgelopen weekend ook over gepubliceerd — waarin door tientallen partijen, woningbouwcorporaties en private partijen een aanbod wordt gedaan. Zij zeggen: juist buiten die vier steden — want in die steden is het heel druk en te duur, het loopt daar niet zo goed — kunnen we ruim 800.000 woningen aanbieden in de komende tien jaar. Ik vraag de minister of zij op de hoogte is van dat rapport.

Minister Ollongren: Nee, naar dat rapport zal ik nog laten kijken. Dat heb ik nog niet gelezen, dus daar kan ik nog geen antwoord op geven.

De heer Rietkerk (CDA): Daar heb ik begrip voor, maar dan zou ik graag een korte reactie willen ontvangen als de minister kennis heeft genomen van het rapport. Dat rapport gaat nu net over noordoost-Nederland, Limburg, Zeeland en Brabant, waar zo'n 800.000 woningen worden aangeboden door corporaties en marktpartijen. Ik zou dat graag willen betrekken naast de grote opgaven in de steden, waar we het al over eens zijn.

Minister Ollongren: Dat zeg ik graag toe. Zodra ik het rapport heb kunnen bestuderen, zal ik de reactie daarop naar uw Kamer sturen.

(…)

Handelingen I 2020-2021, nr. 12, item 9 - blz. 18

De heer Rietkerk (CDA): Dank voor de toezegging om te kijken naar het rapport van Van Schaik, namens tientallen woningbouwcorporaties maar zeker ook namens de marktpartijen, zeg ik in de richting van de heer Van der Burg. Want die hebben we zeker nodig voor die 750.000 woningen die men gezamenlijk van de grond wil trekken in wat kleinere locaties in de regio's Noordoost-Nederland, Limburg, Brabant en Zeeland, in het kader van de nationale opgave voor het woningbouwprogramma.

(…)

Handelingen I 2020-2021, nr. 12, item 9 - blz. 24

Minister Ollongren: Misschien dat ik nu iets kan zeggen over het rapport van Schaik. Het blijkt gelukkig op het departement wel goed te zijn gelezen, alleen kende ik het nog niet. Dat gaat in op de mogelijkheden om vooral met vervanging van verouderde woningen en verdichting extra woningen te realiseren. Dat is natuurlijk heel interessant. Het gaat vaak over kleinschalige ingrepen, dus die ondergrens van de woningbouwimpuls wordt daarmee niet gehaald. Als ik het zo zie, dan denk ik inderdaad dat het gaat om het vernieuwen van de bestaande voorraad, met name in die gebieden waar de leefbaarheid in het geding is. Dat is echt heel belangrijk. Ik zou willen kijken of wij het volkshuisvestingsfonds dat er nu komt, 450 miljoen, daar ook bij kunnen laten aansluiten. Dat kan natuurlijk nooit het enige zijn. Ik denk dat wij, gelet op de aantallen die wij nodig hebben, natuurlijk ook die grootschalige benadering nodig hebben, maar ik het vind het een interessant onderzoek. Het is bekend bij BZK en wij komen er nog op terug.


Brondocumenten


Historie