T02723

Toezegging Psychische problematiek onder studenten (35.007)



De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Nooren (PvdA), Martens (CDA), Baay-Timmerman (50PLUS), Rinnooy Kan (D66) en Bikker (ChristenUnie), toe een grootschaliger vervolgonderzoek over de psychische problematiek onder studenten uit te laten voeren. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke vereisten van het kwantitatief bevragen van deze doelgroep.


Kerngegevens

Nummer T02723
Status voldaan
Datum toezegging 28 mei 2019
Deadline 1 januari 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden Mr. M.H.H. Baay-Timmerman (50PLUS)
Mr. M.H. Bikker (ChristenUnie)
Drs. M.J.Th. Martens (CDA)
Drs. J.E.A.M. Nooren (PvdA)
Prof.dr. A.H.G. Rinnooy Kan (D66)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen leenstelsel
psychische problemen
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne
Kamerstukken Wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs (35.007)


Uit de stukken

Handelingen I 2018-2019, nr. 31, item 3 – blz. 4

Mevrouw Nooren (PvdA): Vlak voor het weekend hebben we kennis kunnen nemen van dit onderzoek van het RIVM. Ik heb er geen startpunt in gezien als het gaat om te begrijpen wat er onder jongeren speelt, wat de oorzaken van de stress zijn en wat er gedaan kan worden om te zorgen dat ze goed in hun vel zitten, met plezier leven en studeren. Hoe kijkt de minister aan tegen de resultaten van dit onderzoek? Heeft het nu niet de hoogste urgentie om beter grip te krijgen op de mentale druk van studenten, jongeren en jongvolwassenen en maatregelen te nemen om maatschappelijke kosten als studie-uitval en vertraging, gezondheidsklachten, werkuitval en de levenslange gevolgen van een burn-out tegen te gaan, zo vragen we de minister nogmaals.

(…)

Handelingen I 2018-2019, nr. 31, item 3 – blz. 8

Mevrouw Martens (CDA): De minister stelt ook dat met dit wetsvoorstel de toegankelijkheid gewaarborgd blijft. Graag horen de leden van de minister nog eens de motivering van deze stellingname, mede in het licht van de zorgen die te horen zijn bij de studenten en mede in het licht van het RIVM-rapport van afgelopen week over de mentale druk onder studenten.

(…)

Handelingen I 2018-2019, nr. 31, item 3 – blz. 10

Mevrouw Baay-Timmerman: Voorzitter. Het actuele rapport van het RIVM van 24 mei 2019 over de mentale druk bij jongeren is inmiddels afgerond en vrijgegeven. Wat mijn fractie grote zorgen baart, zijn de uitkomsten uit de diverse onderzoeken over de mentale druk waaronder studenten staan. Ruim 60% van de lenende studenten ervaart regelmatig stress door hun studieschuld. Ook het laatste onderzoek door het RIVM en het CBS spreekt van toename van psychische problemen onder jongeren. Bovendien was uit eerder onderzoek al gebleken dat deze druk kan leiden tot gezondheidsklachten en gebruik van medicatie. Het presteren onder zware druk zal de studieresultaten niet bevorderen, waardoor de kans op uitval in de toekomst zal gaan toenemen.

(…)

Handelingen I 2018-2019, nr. 31, item 3 – blz. 15

De heer Rinnooy Kan: Voorzitter. Gerust is de D66-fractie ook niet op de ontwikkelingen in het mentale welzijn van studenten. Al te vaak wordt bericht over toenemende spanning en stress in de studentenpopulatie en niet valt uit te sluiten dat financiële zorgen daarbij een rol spelen. De cijfers rond vroege burn-out zijn ronduit verontrustend. Deelt de minister deze zorgen? De leden verwelkomen de zojuist verschenen RIVM-rapportage over dit onderwerp en de erop aansluitende toegezegde welzijnsnulmeting, maar denken nu al te weten dat een vervolg daarop weer onvermijdelijk zal zijn. Zij vragen de minister in dat vervolg speciaal aandacht te blijven schenken aan de mogelijke welzijnseffecten van de studiefinanciering en in het bijzonder aan de mogelijke effecten bij invoering van de voorliggende wet. Is zij er gerust op dat laatstgenoemde effecten verwaarloosbaar zullen zijn en zo ja, waarop baseert zij dat vertrouwen? Zou de voorlichting vooraf aan studenten over studieschuldeffecten ook niet beter kunnen en beter moeten? Zijn de voorzieningen, getroffen op universiteiten en hogescholen om studenten met psychologische problemen te begeleiden, naar het oordeel van de minister adequaat? Kan de Kamer erop vertrouwen van haar een spoedige reactie te ontvangen op de RIVM-rapportage, bij het opstellen waarvan de studentenorganisaties betrokken zullen worden?

(…)

Handelingen I 2018=2019, nr. 32, item 16 - blz. 14-15

Minister Van Engelshoven: Voorzitter. Er waren ook verschillende vragen over de mentale druk onder studenten. Een aantal van u heeft mij ook gevraagd naar mijn visie op het recent verschenen RIVM-onderzoek. Dat verscheen afgelopen week. In dat RIVM-onderzoek zien we dat stress en prestatiedruk een rol spelen. In zekere mate horen die ook wel bij studeren: een zekere mate van druk hoort daar ook wel een beetje bij. Dat RIVM-onderzoek zegt dat het vooral gaat om de balans tussen de druk en de stress die je ervaart en de weerbaarheid die je daartegen hebt. Het RIVM-onderzoek zegt heel duidelijk dat er niet één factor is die zorgt voor stress en psychische klachten. Het gaat altijd om een stapeling van factoren. Ik had gehoopt dat het RIVM-onderzoek wat meer duidelijkheid zou geven over waar het precies aan ligt bij studenten, zodat we het konden aanpakken. Ik vond het onderzoek in dat opzicht een beetje teleurstellend. Een aantal van u zei dat ook. Ik had er meer van verwacht. Daarom zullen we een vervolgopdracht geven voor een grootschaliger kwantitatieve nulmeting over de psychische problematiek onder studenten. Bij dat onderzoek zullen we ook de studenten zelf betrekken.

(…)

Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Dank dat de minister verdiepend onderzoek gaat uitvoeren. Tegelijk is dat razend lastig, want als je pas meet op het moment dat iemand een burn-out heeft, dan is hij helemaal aan het eind. Je wilt juist eerder weten wanneer die mentale druk is. Vraagt de minister ook om juist op dat punt tot instrumenten te komen om die druk meer in beeld te krijgen? Ik weet dat het razend ingewikkeld is, maar wil de minister ook daarnaar kijken, vraag ik via de voorzitter.

Minister Van Engelshoven: Ja voorzitter, daar willen we natuurlijk naar kijken. Liefst voorkom je natuurlijk dat er problemen ontstaan. We moeten dus juist op zoek naar de aangrijpingspunten om dit soort problemen bij studenten te voorkomen.

Mevrouw Nooren (PvdA): Aanvullend daarop. Ik schrik een beetje van het woord "kwantitatief onderzoek". Het eerste wat mensen met werkdruk en stress niet meer doen, is hun mail lezen en aan onderzoek meedoen. Dat adviseert ook de bedrijfsarts: stoppen met contacten die je regulier hebt. Dus er is kans op systematische uitval van degenen die het betreft. Ik wil de minister vragen om bij de opzet van het onderzoek niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief onderzoek te overwegen en nadrukkelijk rekening te houden met het leefpatroon van mensen die werkdruk ervaren.

Minister Van Engelshoven: Overigens doe ik dat kwantitatief onderzoek op nadrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer. Een verzoek daartoe werd daar door de Partij van de Arbeid-fractie gesteund. Natuurlijk zullen wij ervoor zorgen dat we de groep goed in beeld hebben. We zullen deskundigen vragen om een goed onderzoek te doen en vragen of zij rekening willen houden met de specifieke vereisten van het kwantitatief bevragen van deze doelgroep.


Brondocumenten


Historie