T00401

Toezegging Positie FBI en VBI (30.533/30.689)



Voortdurende monitoring van de positie van de Nederlandse Fiscale Beleggingsinstelling (FBI) en de Vrijgestelde Belegginginstelling (VBI) ten aanzien van het buitenland. Indien nodig zal actie worden ondernomen, bijvoorbeeld ten aanzien van het niet van toepassing zijn van verdragsvoordelen op een VBI.


Kerngegevens

Nummer T00401
Oorspronkelijke nummer tz_FIN_2007_19
Status voldaan
Datum toezegging 10 juli 2007
Deadline 1 juli 2011
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Kamerstukken Vastgoedontwikkeling ten behoeve van de eigen portefeuille van beleggingsinstellingen (30.689)
Regeling voor vrijgestelde beleggingsinstellingen en aanpassing van eisen voor beleggingsinstellingen met uitdelingsverplichting (30.533)


Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2007 – 2008, 38 – 1243

Staatssecretaris De Jager:

Al met al denk ik dat het FBI-regime zich goed kan meten met fiscale beleggingsregimes in andere landen. Ik geef toe dat het FBI-regime minder interessant is voor beleggers die niet uit zijn op een jaarlijkse dividenduitkering. Dat is ook de belangrijkste reden van het thans voorgestelde VBI-regime.

De heer Essers heeft ook bij het VBI-regime minpunten geplaatst. In het wetsvoorstel wordt slechts één eis gesteld aan het aandeelhouderschap. Die eis vloeit rechtstreeks voort uit het uitgangspunt dat collectief beleggen niet tot meer belastingheffing moet leiden dan individueel beleggen. Er moet sprake zijn van collectiviteit en van beleggen, dus niet van ondernemen in fiscale zin. Daarmee wordt voorkomen dat er op fiscaal gebied concurrentieverstoring optreedt tussen beleggen en ondernemingsactiviteiten die daar dicht tegenaan liggen. De toegestane investeringen omvatten alle gangbare financiële instrumenten. Het niet van toepassing zijn van de Nederlandse verdragsvoordelen op een VBI is een logisch gevolg van de vrijstelling voor de vennootschapsbelasting en de afwezigheid van de inhoudingsplicht voor de dividendbelasting. In de memorie van toelichting staan ook nog andere pluspunten. Alles overziende, denk ik dat Nederland ook wat betreft de VBI de vergelijking met het buitenland kan doorstaan. Mocht echter blijken dat er belangrijke knelpunten zijn, dan zal ik zo nodig actie ondernemen.


Brondocumenten


Historie