T01185

Toezegging Overgangsrecht periodieke giften (31.930)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de Leden Biermans en Essers toe dat de Belastingdienst per geval zal beoordelen of de schenker nog recht heeft op aftrek van zijn periodieke gift indien een begunstigde instelling zijn ANBI-status verliest.


Kerngegevens

Nummer T01185
Status voldaan
Datum toezegging 15 december 2009
Deadline 1 juli 2010
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden mr. G.J.J. Biermans (VVD)
Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen ANBI’s
overgangsrecht
periodieke giften
SBBI’s
Kamerstukken Wijziging Successiewet 1956 inzake vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur (31.930)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 456

Staatssecretaris De Jager: […] Dan kom ik bij het overgangsrecht periodieke giften. De heer Biermans vraagt om een constructieve en redelijke opstelling. De heer Essers gaf ook aan te verwachten dat de Belastingdienst zich constructief en redelijk zal opstellen ten aanzien van schenkers van periodieke schenkingen. Allereerst merk ik op dat ik ervan uitga dat de Belastingdienst zich natuurlijk altijd redelijk en constructief zal opstellen, dus ook in dit geval. In de stukken heb ik verscheidene keren opgemerkt dat naar verwachting slechts weinig schenkers problemen ondervinden doordat zij een reeds lopende periodieke gift als gevolg van de wetswijziging niet meer kunnen aftrekken. Het leeuwendeel van de periodieke giften wordt aan instellingen geschonken die de ANBI-status zullen behouden. Als dat niet het geval is, gaat het over het algemeen toch om instellingen die een vereniging zijn en een SBBI; een vereniging met meer dan 25 leden. Als de aftrek toch in gevaar komt, kan de schenker zich bij de Belastingdienst melden, zo kan ik de Kamer toezeggen. De Belastingdienst zal vervolgens per geval beoordelen of de schenker nog recht heeft op aftrek van zijn periodieke gift. Als uitgangspunt kan hierbij het volgende gelden. De aftrek zal slechts vervallen als de schenker aan zijn verplichting tot het doen van een periodieke gift kan ontkomen vanwege het verlies van ANBI-status, maar van deze mogelijkheid geen gebruik maakt. Hij kiest er dus zelf voor om toch te blijven geven, hoewel hij de mogelijkheid heeft om de periodieke gift stop te zetten. Vaak is immers in een akte bepaald dat de schenker in geval van verlies van de ANBI-status zijn gift kan stopzetten. Dan is er nog een andere omstandigheid waaronder de aftrek zal vervallen, namelijk als de periodieke gift een familiestichting betreft die wegens invoering van het 90%-criterium de ANBI-status verliest. Dat is juist ook de bedoeling van deze wetswijziging: wij willen een constructie om dit tegen te gaan.

Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 413

De heer Biermans (VVD): […] Mijn laatste punt betreft de ANBI-regeling en de regeling van de SBBI. De staatssecretaris heeft in de memorie van antwoord zijn best gedaan om deze regelingen nogmaals te verduidelijken. Zowel de leden van de CDA-fractie als wij hebben gevraagd naar de gevolgen van het vervallen van de ANBI-status. De staatssecretaris mitigeert de gevolgen door allereerst te zeggen dat deze situatie zich weinig voor zal doen en als die zich wel voordoet, kunnen de donateurs de geschonken periodieke uitkering toch blijven aftrekken als de instelling gaat vallen onder de categorie SBBI met meer dan 25 leden. Wij vragen ons af, of dit wel een valide redenering is. Immers een ANBI zal juist vanwege het algemene nut over het algemeen geen leden hebben. Naar de mening van de leden van de VVD-fractie vervalt de aftrek daarmee onherroepelijk bij verval van de ANBI-status. Graag ontvangen wij ook op dit punt een reactie van de staatssecretaris.

Handelingen I 2009-2010, nr. 13 – blz. 431

De heer Essers (CDA): […] Diezelfde constructieve en redelijke opstelling van de

Belastingdienst verwachten wij ten aanzien van de schenkers van periodieke schenkingen aan instellingen die straks niet meer de ANBI-status hebben en evenmin voldoen aan het criterium van een vereniging met meer dan 25 leden. Naar onze mening gaat het te ver om, zoals de staatssecretaris in de memorie van antwoord stelt, aan te nemen dat het hierbij veelal gaat om onbedoeld gebruik van de fiscale faciliteiten van de ANBI-status. Als dat zo is, zou de ANBI-status ook al met de huidige regeling moeten worden ontzegd. In alle overige gevallen hebben de betrokken donateurs volstrekt bonafide de periodieke gift gedaan. Daarbij zij opgemerkt dat de constatering van de staatssecretaris dat uit onderzoek is gebleken dat mensen zich amper fiscaal laten sturen bij het doen van giften, waarschijnlijk uitgerekend voor deze groep donateurs niet opgaat. Zij zijn immers in de regel overgegaan op een periodieke gift vanwege de daaraan gekoppelde  aftrekmogelijkheid in de inkomstenbelasting. Zij tekenen niet voor niets een voor dat doel opgestelde notariële akte. Temeer omdat de staatssecretaris zelf aangeeft dat het hier om een relatief kleine groep gaat, lijkt een overgangsregeling voor deze gevallen op zijn plaats. Graag vernemen wij hierover de mening van de staatssecretaris.


Brondocumenten


Historie