T03051

Toezegging Noodzakelijkheid internationale reizen (35.695)



De minister van J&V meldt, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Dijk (SGP), dat er volgende week door de minister van Infrastructuur en Waterstaat een brief wordt gestuurd over de noodzakelijkheid van internationale reizen.


Kerngegevens


Uit de stukken

Handelingen I 2020/21, nr. 17, item 3, p. 8

De heer Van Dijk (SGP):

De SGP heeft wel de indruk dat we nog steeds enigszins aan het dweilen zijn met de kraan open. Als ik mij niet vergis was Schiphol in december de drukste hub van heel Europa. We maken ons zorgen over wie er allemaal terugkeren, maar ondertussen vraag ik me af of we burgers niet te gemakkelijk laten vertrekken voor een zonvakantie. Wie het land niet verlaat, hoeft ook niet terug te keren. Waarom kiest de regering niet voor een iets ruigere opstelling dan slechts een advies om geen onnodige buitenlandse reizen te maken? Heeft dit toch vooral te maken met de gevolgen voor de staatskas en de vliegbranche of is dit echt inhoudelijk het meest logische beleid?

Handelingen I 2020/21, nr. 17, item 3, p. 20

Minister Grapperhaus:

De heer Van Dijk drukte zich mooi uit toen hij zei: waarom toch niet een ruigere opstelling bij dat reisadvies? Collega Van Nieuwenhuizen kijkt op dit moment of er bij dat reisadvies toch iets meer in de richting van een verplichting kan worden gegaan. Maar we moeten ons wel realiseren, en dat geldt ook voor vliegverboden en dergelijke, dat een deel van het verkeer ook echt noodzakelijk is. Het ingewikkelde is: wie definieert nu wat noodzakelijk is? We zien dat ook bij de cruciale beroepen, bijvoorbeeld bij de kinderopvang. We hebben een hele lijst van dergelijke beroepen gemaakt, maar dan zie je nog steeds dat mensen erin slagen om zich op de een of andere manier voor die lijst te kwalificeren. Maar er komt volgende week een brief over. Dat staat overigens los van dit wetsvoorstel

Handelingen I 2020/21, nr. 17, item 3, p. 21

De heer Van Dijk (SGP):

Ik dank de minister voor zijn reactie op mijn vraag over de vliegvakanties. Ik zie ook uit naar de brief die we van zijn collega tegemoet kunnen zien. Ik begrijp ook heel goed de moeilijkheid: wat is wel of niet noodzakelijk? Tegelijkertijd — het is bijna een open deur — hebben we de scholen dichtgelegd en zijn er zo nog een heel aantal bijzonder vergaande maatregelen. Voor het wel of niet kunnen uitvoeren van een zonvakantie geldt dan slechts een advies, dat inderdaad zomaar aan de laars kan worden gelapt. Is de minister het met mij eens dat dat niet in evenwicht is met elkaar en dat we dus echt moeten proberen om, als het gaat om vliegvakanties die niet noodzakelijk zijn, zoals zonvakanties, misschien toch wat scherper aan de wind te gaan zeilen?

Handelingen I 2020/21, nr. 17, item 3, p. 33

De heer Janssen (SP):

De noodzakelijkheid van de reis moet aangetoond worden. Ik hoorde de minister gisteren in de Tweede Kamer zeggen dat die brief er eigenlijk wel is. Die is al klaar. De minister kent de inhoud ook, maar vond het niet gepast om die gisteren, kort voor het debat, de Tweede Kamer toe te sturen en zei dat die volgende week komt. Maar wij staan hier nu. Ik kan mij voorstellen dat die noodzakelijkheid van een reis, in combinatie met een verplichte test, wel degelijk iets doet, al was het maar voor de capaciteit van het een en ander, voor wat je moet gaan controleren of niet moet gaan controleren.

Handelingen I 2020/21, nr. 17, item 3, p. 37

De heer Van Dijk (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de minister in het bijzonder voor de gegeven verduidelijking en toelichting. Zeer gewaardeerd. Dank ook voor de reflecties op vliegverboden en dergelijke. In de eerste termijn zei ik: wie het land niet verlaat, hoeft ook niet terug te keren. Dat sloeg op vliegvakanties en andere niet-noodzakelijke reizen. Vanuit de SGP gunnen wij iedereen natuurlijk reisvrijheid, maar als ik die afzet tegen bijvoorbeeld het sluiten van scholen, vind ik dit niet zo ingrijpend. Sterker nog, als burgers zouden moeten zeggen met welke maatregel of met welk advies ze nou de minste moeite hebben, vermoed ik dat dat misschien wel het voorlopig afzien van een vliegvakantie is. Ik zie wel uit naar de brief daarover van de collega van minister Grapperhaus.


Brondocumenten


Historie