T01758

Toezegging Moment van invoering cascade (33.187)



De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bruijn (VVD), toe het punt van het moment van invoering van de cascade en de gevolgen daarvan voor de rijksbegroting mee te nemen bij het uitwerken van de definitieve algemene maatregel van bestuur, die naar de Eerste Kamer gestuurd wordt.


Kerngegevens

Nummer T01758
Status voldaan
Datum toezegging 18 juni 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden prof. dr. J.A. Bruijn (VVD)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie lagere regelgeving
Onderwerpen begrotingen
cascade
Kamerstukken Wijziging Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het bevorderen van meer doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs (33.187)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 31, item 10 - blz. 48

De heer Bruijn (VVD): In de brief kondigt de minister aan dat bij Koninklijk Besluit bepaald zal worden wanneer de cascade ingaat. Maar wanneer moet de cascade in ieder geval ingevoerd zijn om de genoemde, begrote en reeds ingeboekte opbrengst te realiseren? Wordt een eventuele saldoverslechtering geabsorbeerd in de rijksbegroting of in de instellingsbekostiging? Wellicht is de minister bereid om hierop nu reeds in te gaan, dan wel toe te zeggen dat zij deze aspecten meeneemt bij de voorbereiding van de definitieve AMvB.

(...)

Handelingen I 2012-2013, nr. 31, item 10 - blz. 61

De heer Bruijn (VVD): In de brief van vorige week kondigde de minister aan dat bij KB zou worden besloten wanneer de cascade ingaat. Misschien wil de minister die vraag beantwoorden bij de behandeling van de AMvB, maar wellicht kan zij die hierbij meenemen. In de memorie van toelichting staat dat er al een bedrag is ingeboekt in de rijksbegroting oplopend tot 160 miljoen euro. Dat gaat uit van een bepaald moment van invoering van die cascade. Als je de cascade later invoert, moet je de rijksbegroting aanpassen omdat het bedrag later binnenkomt. Anders krijg je een probleem met de instellingsbekostiging. Ik wil nu niet de vraag stellen hoe de minister dat oplost, maar wil graag een toezegging van de minister dat zij dat zal meenemen bij het definitieve concept van de AMvB dat wij toegezonden krijgen, zodat wij er geen problemen over krijgen.

Minister Bussemaker: Ik vraag mij af of dit punt echt hout snijdt en of dit een gat in de begroting zal opleveren. Ik neem het punt mee bij de uitwerking. Uiteindelijk blijft het macrobudget hetzelfde.

De heer Bruijn (VVD): Er is enerzijds al een uitgave van 150 miljoen structureel ingeboekt in de rijksbegroting, een intensivering los van het bedrag dat erbovenop is gedaan. Anderzijds is er een opbrengst ingeboekt die komt uit het tegengaan van studievertraging en de overige maatregelen, oplopend tot 160 miljoen structureel vanaf 2018. Als je de cascade minder steil maakt dan je hier van plan bent en/of als je die later invoert, zal de opbrengst uiteraard lager zijn. Dat is geen ramp, maar het betekent wel dat dit staatje niet meer klopt.

Minister Bussemaker: Volgens mij is dat niet het geval. Het gaat om het moment van invoering van dit wetsvoorstel van vier naar drie jaar, want daaraan is het bedrag van 160 miljoen gekoppeld. Ik kom er in tweede termijn op terug. Ik heb geen enkel signaal gekregen dat dit tot problemen zou leiden.

(...)

Handelingen I 2012-2013, nr. 31, item 10 - blz. 64-65

De heer Bruijn (VVD): De toegezegde definitieve concept-AMvB's inzake de invulling van de cascade en de prijsfactoren van de verschillende opleidingen zien wij graag tegemoet, waarbij ik nogmaals onder de aandacht wil brengen dat, als het hele wetsvoorstel een jaar later ingaat, er al een gat van 160 miljoen wordt geslagen, zij het incidenteel. Als je het wetsvoorstel twee jaar later laat ingaan, is dat dus 320 miljoen. Afgaande op de getallen in de memorie van toelichting is het zich houden aan deze begroting belangrijk, want anders zit je met een gat. Mijn fractie is niet bang voor bezuinigingen, want daar hebben we het helemaal niet over. Mijn fractie vraagt alleen of dit deel van de financiële onderbouwing van dit wetsvoorstel dan nog klopt. Zo niet, hoe lossen we dit dan op? Dat kan bij die AMvB aan de orde komen, maar dat hoeft niet nu. Dat is immers voornamelijk afhankelijk van de invulling van de cascade.

(...)

Handelingen I 2012-2013, nr. 31, item 10 - blz. 67

Minister Bussemaker: De heer Bruijn stelde, volhardend als hij is, nogmaals zijn vraag over de begroting en of de ingeboekte opbrengst wel wordt gehaald. Waarom het echt gaat, is dat die opbrengsten alleen zijn gekoppeld aan de verkorting van vier naar drie jaar. Als de Kamer met dit wetsvoorstel instemt, dan gaat het per 1 september 2014 in. Daarmee is die opbrengst gehaald. Ik zeg het nog een keer: de cascade is niets anders dan een andere verdeling binnen het macrobudget. Voor heel veel jaren staat ze gewoon op 1, voor andere jaren op 1,2. Daartegenover staat voor een ander jaar dan iets minder. Per saldo blijft het hetzelfde. Ik zie de heer Bruijn nog wat vragend kijken. Ik zal hierop bij het betreffende voorstel terugkomen.


Brondocumenten


Historie