T01335

Toezegging Leefvormneutrale benadering in fiscale agenda (32.504/32.505/32.401)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Essers, toe dat de regering met betrekking tot de fiscaliteit een meer leefvormneutrale benadering mee zal nemen in de fiscale agenda.


Kerngegevens

Nummer T01335
Status voldaan
Datum toezegging 20 december 2010
Deadline 1 juli 2011
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Fiscale agenda
Leefvormneutrale benadering
Kamerstukken Overige fiscale maatregelen 2011 (32.505)
Belastingplan 2011 (32.504)
Fiscale verzamelwet 2010 (32.401)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 12 - blz. 16-17

De heer Essers (CDA):

Bezwaarlijk vinden wij ook de grote fiscale gevolgen die verbonden kunnen zijn aan de samenlevingsvorm die mensen wensen te kiezen of aan de beslissing om wel of niet van echt te scheiden. Naar onze mening zou de fiscaliteit zoveel mogelijk neutraal moeten zijn ten aanzien van de gekozen samenlevingsvorm. In het verslag hebben wij een aantal gevallen aan de staatssecretaris voorgelegd waarin van deze neutraliteit geen sprake is. Als gevolg van bijvoorbeeld het nieuwe partnerbegrip per 1 januari 2011 vervalt per die datum het aloude concept "duurzaam gescheiden leven". Dit betekent dat vanaf 1 januari 2011 duurzaam gescheiden levende echtgenoten die geen formeel verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed hebben gedaan bij de rechtbank, gekwalificeerd zullen worden als partners. Het achterwege laten van een dergelijk verzoek komt, naar verluidt, vaak voor. Om religieuze redenen kan men bijvoorbeeld besluiten om niet van echt te scheiden. Dit betekent onder andere dat met ingang van 1 januari 2011 artikel 2.17 van de Wet inkomstenbelasting 2001 weer van toepassing wordt en dat de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen geacht worden voor de helft bij beide echtgenoten op te komen, tenzij de echtgenoten om een andere verdeling verzoeken.

Deze wijziging betekent ook dat voor de aangiften van beide echtgenoten voortaan de informatie nodig is van de andere echtgenoot. Dit kan in de praktijk – vooral bij gestoorde verhoudingen – tot allerlei problemen leiden om deze informatie te achterhalen. Daarbij zij men erop bedacht dat dit nieuwe partnerbegrip ook gaat gelden voor de toeslagen, zodra dit nieuwe partnerbegrip voor de Awir in werking is getreden. De inkomens van beide duurzaam gescheiden levende echtgenoten tellen dan mee voor de hoogte van de toeslag. Dit zal voor menig duurzaam gescheiden levend echtpaar dus betekenen dat men óf minder toeslag zal ontvangen óf te veel ontvangen toeslag moet terugbetalen. De suggestie van de staatssecretaris in de memorie van antwoord dat deze categorie belastingplichtigen dan maar officieel moet scheiden van tafel en bed, bevestigt eigenlijk alleen maar de ongewenste invloed die in dit geval van de belastingheffing uitgaat op keuzes die eigenlijk uitsluitend binnen de privésfeer van belastingplichtigen zouden moeten blijven. Zijn er geen alternatieven voor deze regeling te bedenken? Zo vragen wij de staatssecretaris. Bovendien vragen wij ons af of over deze mogelijke effecten al voldoende is gecommuniceerd met de burgers. Zijn zij hierover afdoende geïnformeerd?

Handelingen I 2010-2011, nr. 13 - blz. 3

Staatssecretaris Weekers:

De heer Essers heeft gevraagd om een meer leefvormneutrale benadering. Ik heb ook al in de Tweede Kamer toegezegd dat ik deze aspecten in elk geval meeneem, ofschoon dat niet eenvoudig is, maar ik waag in elk geval een poging. Dat zeg ik de heer Essers graag toe.


Brondocumenten


Historie