T01373

Toezegging Kapitaallasten AWBZ (29.689 / 30.597, G)



De staatssecretaris van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Grave, toe om de omvang van het probleem van de kapitaallasten binnen de AWBZ, in overleg met het veld, door de NZa te laten onderzoeken.


Kerngegevens

Nummer T01373
Status voldaan
Datum toezegging 5 juli 2011
Deadline 1 januari 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Mr. F.H.G. de Grave (VVD)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie evaluatie
Onderwerpen AWBZ
kapitaallasten
onderzoek
Kamerstukken Toekomst AWBZ (30.597)


Uit de stukken

Mondeling Overleg, 2010-2011, nr. 29.689 / 30.597, G - blz. 8-9

De voorzitter: Ik geef eerst het woord aan de heer De Grave over de kapitaallasten.

De heer De Grave (VVD): [...] De kern is dat wij ons als commissie afvragen of de staatssecretaris voldoende inzicht heeft in de omvang van het mogelijke probleem. [...]  Dit heeft te maken met een breder punt: de financierbaarheid van de AWBZ. Er zijn allerlei kapitaalverschaffers in gestapt. Het probleem van de kapitaallasten heeft zich eerder voorgedaan, namelijk bij de ziekenhuizen. [...] De kernvraag van deze commissie is: heeft de staatssecretaris het gevoel dat zij echt zicht heeft op de omvang van het probleem? Wij krijgen er veel brieven over en de NZa heeft er een enquête over gehouden. Is de staatssecretaris bereid om in lijn met de wijze waarop het destijds bij de ziekenhuizen is aangepakt, via een commissie of een opdracht aan de NZa te monitoren wat er aan de hand is?

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner: [...] Ik weet inderdaad niet hoe groot de omvang van het probleem is, dat volgens u is aangedragen. [...] Ik denk dat het heel verstandig is om het te monitoren.

De heer De Grave (VVD): Wij noteren uw toezegging dat u de NZa vraagt om het te monitoren.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner: We zullen het zeker monitoren.

De voorzitter: Kunt u nog wat nader toelichten hoe en wat u monitort?

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner: We zullen het sowieso in overleg met het veld moeten doen. Mijn vraag is geweest: geef nou eens aan waar die problemen precies zitten. Om welke instellingen gaat het? Waar zit het hem in? Hebben ze onvoldoende eigen vermogen? Hebben ze bepaalde afspraken gemaakt? Hebben ze ongelooflijk veel vastgoed waarvan ze de boekwaarde niet in orde kunnen krijgen? Hebben ze misschien niet meegedaan met de impuls van 160 mln. van het vorige kabinet? Er zullen vast instellingen zijn die de ene na de andere kans voorbij hebben laten gaan. Zij zijn ongetwijfeld ook de bron van dit geluid. Ook voor mij is het natuurlijk heel belangrijk om het probleem concreet te krijgen, zodat dit het geluid van de optimistischere partners niet overstemt. Mijn eerste stap is dus doorvragen om die concretiseringsslag te maken.

De heer De Grave (VVD): Het hoeft niet altijd zo te zijn dat instellingen vanwege eigen slecht beleid in de problemen zijn gekomen, want er is een systeemwijziging. Er was een bepaalde wijze van financieren van onroerend goed. Dit wordt nu zo veranderd dat het in de tarieven komt. [...] Het gaat erom of je in staat bent om via de integrale tarieven die kapitaallasten terug te verdienen. Daarom wijs ik ook op de kapitaal-verschaffers. Het is belangrijk dat bij beleidswijzigingen van de overheid kapitaalverschaffers niet in de problemen komen. Het gaat mij dus ook om instellingen die goed hebben gehandeld, maar in de problemen komen door de systeemwijziging.

Ik ben het met de staatssecretaris eens dat het veld er tot nu toe niet in is geslaagd om overtuigend aan te tonen wat de omvang van het probleem is. Dat is ook vaak lastig. Bovendien lopen instellingen hierbij niet graag voorop: ik ben een geweldig probleemgeval!

Vandaar de vraag van de commissie aan de staatssecretaris om dit goed in de gaten te houden. In overleg met het veld kan zij wellicht de NZa vragen om het te onderzoeken. Zo kan er meer duidelijkheid komen. Is er werkelijk een reëel probleem in het systeem? Zo ja, dan kan de staatssecretaris beleidsmatig ingrijpen. Natuurlijk hoeven goede instellingen niet te boeten voor de fouten van kwade instellingen. Als de systeemwijziging leidt tot onbedoelde negatieve effecten -- dat hebben wij nu onvoldoende in beeld -- dan moet er wel kunnen worden ingegrepen.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner: Ik vind dat een goed idee. Ik zal daar zeker in meebewegen. "Systeemwijziging" klinkt alsof het van het ene op het andere moment gebeurt, terwijl het natuurlijk jarenlang, stapje voor stapje, eraan zat te komen. Ik ben er dus minder pessimistisch over dan de geluiden uit de sector. Laten we er zo zorgvuldig mogelijk mee omgaan. Er is een lange overgangsperiode tot en met 2017. Die is er ook omdat we het heel zorgvuldig willen doen.


Brondocumenten


Historie